Home / Publicaties / De uitleg van overnameovereenkomsten

De uitleg van overnameovereenkomsten

22/06/2009

Bij geschillen over overeenkomsten speelt vrijwel altijd de vraag op welke wijze de bepalingen uit de overeenkomst moeten worden uitgelegd. Naar aanleiding van een tweetal uitspraken van de Hoge Raad uit 2007 legt de Nederlandse rechter overeenkomsten onder bepaalde voorwaarden taalkundig uit. In het verleden was dat niet het geval en werden overeenkomsten altijd uitgelegd aan de hand van hetgeen partijen redelijkerwijze hebben bedoeld. In dit artikel wordt ingegaan op de uitleg van overnameovereenkomsten.

Taalkundige uitleg

Of een bepaalde overeenkomst taalkundig moet worden uitgelegd, moet worden beoordeeld aan de hand van de navolgende factoren:

  1. Betreft het een commerciële overeenkomst tussen professionele partijen?
  2. Zijn partijen bijgestaan door juristen?
  3. Is de overeenkomst omvangrijk en gedetailleerd?
  4. Is in de overeenkomst een zogenaamde "entire agreement clause" opgenomen, waardoor alleen hetgeen in de overeenkomst is opgenomen tussen partijen geldt?

Een overnameovereenkomst is aan te merken als een commerciële overeenkomst, waarbij partijen in veel gevallen worden bijgestaan door juristen die een grote rol spelen bij de totstandkoming ervan. Vaak is een overnameovereenkomst omvangrijk en is deze op bepaalde punten zeer gedetailleerd. Doorgaans zullen er uitvoerige onderhandelingen over de tekst hebben plaatsgevonden en zijn er verschillende conceptversies aan de definitieve overeenkomst voorafgegaan. Als in de overeenkomst ook een "entire agreement clause" is opgenomen, is het duidelijk dat partijen alleen de tekst van de overeenkomst als uitgangspunt wensen te nemen. Een taalkundige uitleg ligt dan ook voor de hand.

De Rijke/Deutsche Post International

In een recente uitspraak van 1 oktober 2008 heeft de rechtbank Rotterdam in een specifiek geval beoordeeld op welke wijze een overnameovereenkomst moest worden uitgelegd.

In 2004 heeft De Rijke van Deutsche Post International ("DPI") alle aandelen overgenomen in Danzas Chemicals B.V. ("de vennootschap"). Partijen zijn in de overnameovereenkomst overeengekomen dat DPI de vennootschap "debt and cash free" aan De Rijke zou leveren en dat het eigen vermogen minimaal € 800.000,- zou bedragen. Aangezien aan beide voorwaarden niet werd voldaan, hebben partijen in overeenstemming met een andere bepaling in de overeenkomst een vaststellingsovereenkomst gesloten. Op grond daarvan zijn zij overeengekomen dat De Rijke na verrekening van een aantal posten, een bepaald bedrag aan DPI moest betalen. Dit bedrag is echter niet door De Rijke zelf, maar door de vennootschap aan DPI betaald.

Enige tijd daarna stelde De Rijke zich op het standpunt dat, doordat de vennootschap aan DPI heeft betaald, het eigen vermogen van de vennootschap lager was dan € 800.000,- en DPI daarom niet heeft voldaan aan de voorwaarden van de overnameovereenkomst. Op grond daarvan vordert De Rijke dat DPI het eigen vermogen alsnog aanvult alsmede de terugbetaling van de betaling door de vennootschap. Daarnaast vordert De Rijke vernietiging van de vaststellingsovereenkomst.

De rechtbank is van mening dat de overnameovereenkomst voldoende duidelijk was. In de overeenkomst werd immers bepaald dat er tussen partijen een regeling zou worden getroffen als de vennootschap niet "debt and cash free" geleverd zou worden en het eigen vermogen minder dan € 800.000,- zou bedragen. Dat de overeenkomst duidelijk was blijkt ook uit het feit dat partijen een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten en de vennootschap een bepaald bedrag aan DPI heeft betaald. Door de betaling aan DPI is het eigen vermogen van de vennootschap volgens de rechtbank niet gewijzigd, omdat het een verplichting was van De Rijke. De rechtbank wijst dan ook alle vorderingen van De Rijke af.

Commentaar

In bovengenoemde zaak probeert De Rijke op grond van een taalkundige uitleg van een enkele bepaling uit de overeenkomst haar vordering te onderbouwen. De rechtbank gaat daar niet in mee en betrekt daarbij ook nog een andere bepaling die daarmee samenhangt. Deze beide bepalingen worden door de rechtbank taalkundig uitgelegd. Naar mijn mening is het terecht dat de rechtbank niet slechts een artikel uitlegt, omdat partijen bij de totstandkoming van de overeenkomst duidelijk hebben gewild dat het ene artikel het andere artikel aanvult. Bovendien blijkt al uit het sluiten van de vaststellingsovereenkomst dat de tekst van de overeenkomst voor beide partijen duidelijk was. Daarnaast had De Rijke in deze zaak eigenlijk geen vordering, omdat het eigen vermogen van de vennootschap niet was verminderd. Door de betaling aan DPI namens De Rijke, heeft de vennootschap een vordering op De Rijke verkregen en is haar eigen vermogen niet verminderd.

Omdat partijen bij een overname praktisch alle belangrijke zaken vastleggen in de overeenkomst, bevestigt deze zaak dat een taalkundige uitleg van overnameovereenkomsten meestal terecht is.