Home / Publicaties / Faillissementspauliana

Faillissementspauliana

22/06/2009

Het gebeurt met enige regelmaat dat een ondernemer in het zicht van het faillissement van zijn onderneming zijn toevlucht neemt tot het verrichten van rechtshandelingen, die later juridisch niet door de beugel blijken te kunnen. In geval van een faillissement kan een curator dergelijke rechtshandelingen ten behoeve van de failliete boedel en de crediteuren vernietigen op grond van de Faillissementspauliana.

Voorbeelden van vernietigbare handelingen zijn het verkopen van goederen aan derden tegen een prijs, die onder de marktwaarde ligt, het verstrekken van (extra) zekerheden aan crediteuren en het handelen met aan de vennootschap of bestuurder gerelateerde (rechts)personen. Indien de failliet wist of behoorde te weten dat het verrichten van dergelijke rechtshandelingen, die als onverplicht zijn aan te merken, de benadeling van schuldeisers tot gevolg heeft, kunnen deze worden vernietigd. Onder omstandigheden kan een curator ook verplichte rechtshandelingen vernietigen.

Döner kebab-restaurant Dönerix

Op 19 januari 2005 is een besloten vennootschap, die Döner kebab-restaurant 'Dönerix' exploiteerde en tevens handelde in Döner kebab-vlees, failliet verklaard. Een aantal weken daarvóór, in december 2004, sloot de vennootschap een koopovereenkomst met X, waarmee de onderneming van Dönerix en haar activa aan X werden verkocht voor een koopprijs van € 25.000,-. De levering vond plaats op 1 januari 2005. Vanaf deze datum werd de onderneming door X voortgezet, onder dezelfde naam en in hetzelfde pand. De in het faillissement aangestelde curator was van mening dat de koopovereenkomst diende te worden teruggedraaid.

In haar vonnis van 4 februari 2007 vernietigde de rechtbank Zwolle-Lelystad de koopovereenkomst tussen de failliet en X op grond van de Faillissementspauliana. Vernietiging heeft tot gevolg dat de koopovereenkomst wordt geacht nooit te zijn gesloten, zodat de failliet wordt geacht altijd eigenaar te zijn gebleven van de onderneming en daarmee van alle activa, zoals de inventaris, de handelsnaam etc. Uitgangspunt bij vernietiging is bovendien dat reeds verrichte prestaties op grond van onverschuldigde betaling ongedaan moeten worden gemaakt. Indien de aard van de prestatie deze ongedaanmaking uitsluit, is in de wet een voorziening opgenomen dat in een dergelijk geval een verplichting tot waardevergoeding voor de prestatie in de plaats treedt.

Eerst een jaar later, in januari 2008, heeft X de inventaris van Dönerix ter beschikking gesteld aan de curator. Deze werd verkocht voor slechts € 1.765,37. Vervolgens heeft de curator conservatoir beslag gelegd op roerende zaken van X en conservatoir derdenbeslag onder de ABN AMRO bank. In een nieuwe procedure voor de rechtbank vordert de curator primair dat X, ter uitvoering van de ongedaanmaking van de verrichte prestaties, álle activa van de onderneming Dönerix ter beschikking stelt aan de boedel. Zo kunnen deze te gelde worden gemaakt, aangezien X door de vernietiging van de koopovereenkomst sinds de overdracht zonder rechtsgrond gebruik zou maken van deze activa. Subsidiair vordert zij voor dit gebruik een financiële vergoeding.

X verweert zich met het betoog dat zij door het beschikbaar stellen van de inventaris uitvoering heeft gegeven aan het eerdere vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad en dat zij dus de verrichte prestatie ongedaan heeft gemaakt. Zij heeft bovendien sinds de overdracht waarde aan de onderneming toegevoegd: ".. Eigen arbeid is ingebracht, het aangezicht van de onderneming is gerestyled en zo goed als de gehele inventaris is vervangen.."

Oordeel rechtbank Zutphen

De rechtbank oordeelt in haar vonnis van 22 april 2009 dat de verplichting tot ongedaanmaking van de reeds verrichte prestaties op grond van de vernietiging van de koopovereenkomst onverminderd bestaat en dat het ter beschikking stellen van de inventaris hier slechts gedeeltelijk aan afdoet. Het voert echter te ver om hetgeen X in de afgelopen jaren heeft opgebouwd, verloren te laten gaan door de onderneming Dönerix aan de curator over te dragen. Kortom, de aard van de prestatie sluit uit dat zij ongedaan wordt gemaakt; hiervoor treedt een verplichting tot waardevergoeding van de prestatie in de plaats. Deze waardevergoeding wordt gebaseerd op de koopsom uit de eerdere koopovereenkomst (€ 25.000,-). Deze vergoeding wordt vermeerderd met de wettelijke rente over de periode vanaf de datum van de vernietiging van de koopovereenkomst tot het beschikbaar stellen van de inventaris aan de curator en verminderd met de opbrengst van de tegeldemaking van de inventaris.