Home / Publicaties / Het EU Octrooi en het Europees Octrooigerecht: to...

Het EU Octrooi en het Europees Octrooigerecht: to be or not to be?

01/03/2011

Er gaat geen dag voorbij of het gaat in de media over innovatie. China dreigt over een paar jaar alle landen in de wereld - zelfs de VS - te passeren als het gaat om het aantal octrooiaanvragen. Europa heeft in de afgelopen jaren een achterstand opgelopen ten opzichte van de VS, Japan en China op het gebied van investeringen in R&D. De EU probeert deze achterstand met man en macht in te lopen. Een zwak punt is het ontbreken van een goed en goedkoop octrooisysteem in de EU. Het Europees parlement heeft net ingestemd met een nieuwe initiatief op dit gebied.

Één octrooi voor de gehele EU en één rechter die uitspraak doet over de vraag of dit octrooi nietig is of dat er inbreuk op wordt gemaakt. Dat is het ideaal. Dit om maar af te komen van het huidige systeem waar men weliswaar een aanvraag voor een 'Europees octrooi' kan doen, maar vervolgens in ruil daarvoor een bundel losse nationale octrooien verleend krijgt. Met als nadeel een hoge kostprijs voor het aanvragen, in stand houden en handhaven van die losse octrooien. Een dergelijk 'Europees octrooi' kan daarmee tot 10x duurder zijn dan een Amerikaans octrooi. En omdat de houder van een 'Europees octrooi' per land naar de rechter moet gaan om een uitspraak te krijgen, bestaat de kans dat de uitspraken van de nationale rechters onderling afwijken met als resultaat: een niet-uniforme rechtsbescherming in Europa.

EU Octrooi

Reeds vanaf de zeventiger jaren van de vorige eeuw is gepoogd om tot een EU octrooi te komen (toen nog "Gemeenschapsoctrooi" geheten). De Lidstaten van de EU konden echter telkens geen overeenstemming bereiken, met name t.a.v. het op te richten Europees Octrooigerecht en de vraag in welke talen het EU octrooi verleend kon worden.

Vele pogingen later, wordt in 2010 onder Belgisch voorzitterschap bijna overeenstemming bereikt. In november 2010 strandt echter ook dit laatste initiatief op (wederom) onenigheid omtrent het te volgen talenregime. Twaalf lidstaten, waaronder Nederland, besluiten vervolgens - moe gestreden - om de optie van de "nauwe samenwerking" te kiezen. Dit mechanisme maakt het mogelijk voor een groep Lidstaten onmiddelijk verregaande maatregelen te treffen, terwijl andere Lidstaten zich in een later stadium kunnen aansluiten. De kopgroep besluit het gestrande voorstel voor het EU octrooi te volgen en daarbij te kiezen voor een drietalig taalregime: Het EU octrooi kan worden onderzocht en verleend in het Engels, Frans of Duits. Als het in één van deze talen is opgesteld is een (kostbare) vertaling dus niet meer vereist. Aanvragers van landen die niet een van deze talen als officiele taal hebben, zoals Nederland, kunnen een octrooi in eigen taal aanvragen. De aanvrager krijgt dan financiele compensatie voor de (verplichte) vertaling in een van de drie voornoemde talen.

Op 15 februari 2011 is het Europees Parlement akkoord gegaan met dit voorstel voor een EU octrooi. De dag ervoor hadden 13 Lidstaten zich al aangesloten bij de kopgroep van 12. Alleen Spanje en Italie verzetten zich nog tegen dit voorstel - zij hebben een voorkeur voor meer talen (waaronder natuurlijk Spaans en Italiaans) of een regime met maar één taal (Engels).

Europees Octrooigerecht

Tevens is verregaande overeenstemming bereikt over het oprichten van een Europees Octrooigerecht (volledige naam: Europees en EU Octrooigerecht). Dit gerecht krijgt exclusieve bevoegdheid in nietigheids- en inbreukzaken over de reeds bestaande, eerder genoemde, 'Europese octrooien' en de nieuwe EU octrooien. Het bestaat uit een Gerecht van Eerste Aanleg, een Hof van Beroep en een Griffie. Het Gerecht van Eerste Aanleg heeft een centrale divisie, met daarnaast verschillende lokale en regionale (land overschrijdende) divisies. Voor iedere divisie geldt hetzelfde procesrecht. De panels zullen mede bestaan uit technisch geschoolde rechters.

Inbreukprocedures zullen plaatsvinden voor de locale of regionale divisie waar de inbreuk gepleegd wordt of waar de verweerder zijn woonplaats heeft. Een nietigheidsactie tegen een octrooi moet worden ingesteld voor de centrale divisie. Een nietigheidsactie als tegenvordering in een inbreukprocedure kan echter door de locale of regionale divisie behandeld worden. Het Hof van Beroep zal slechts één centrale vestiging hebben.

Maar...strookt het voorstel met de EU-Verdragen?

De verwachting is dat de Raad van Ministers het voorstel voor een nieuw EU-octrooi op 9/10 maart zal bekrachtigen. Hoewel de eindstreep daarmee bijna bereikt lijkt te zijn, zit er nog een kink in de kabel zoals hieronder zal blijken.

Het is namelijk maar de vraag of het voorstel voor een Europees Octrooigerecht, dat natuurlijk direct verband houdt met het EU-octrooi, verenigbaar is met de bestaande EU-Verdragen. De Raad van Ministers heeft daarom aan het Hof van Justitie van de EU gevraagd of het concept van het verdrag ter oprichting van het Europees Octrooigerecht toelaatbaar is onder het EU-recht. De Advocaat-Generaal heeft reeds op 2 juli 2010 in zijn opinie geconcludeerd dat dit helaas niet het geval is. Het is nu afwachten wat het Hof van Justitie gaat beslissen. De beslissing wordt verwacht op 8 maart 2011 (inderdaad 1 dag voordat de Raad van Ministers gaat beslissen over het EU-octrooi!). Gezien de negatieve conclusie van de Advocaat-Generaal is onzeker of het Hof van Justitie positief zal oordelen. En met een negatief oordeel van het Hof dreigt ook het bijna geheel opgezette kaarthuis van het EU-octrooi ineen te vallen. Spannende tijden dus, midden maart.

Auteurs

Portret vanRogier Vrey
Rogier de Vrey
Partner
Amsterdam