Home / Publicaties / Hof van Justitie over de rechterlijke bevoegdheid...

Hof van Justitie over de rechterlijke bevoegdheid bij zuivere vermogensschade

28/06/2016

Hof van Justitie 16 juni 2016, C-12/15 Universal Music, ECLI:EU:C:2016:449.

In deze zaak heeft Universal Nederland drie advocaten, waaronder een advocaat in Tsjechië, voor de Nederlandse rechter gedaagd vanwege nalatigheid bij het in Tsjechië opstellen van een aandelenoptieovereenkomst voor de overname van het Tsjechische B&M. Universal diende mede als gevolg van deze overeenkomst de aandeelhouders van B&M na een arbitrageprocedure in Tsjechië en schikking een veel hogere aandelenprijs betalen dan door Universal beoogd. Universal stelt de advocaten van het Tsjechische advocatenkantoor aansprakelijk voor de schade. De gestelde schade bestaat uit een verlies van vermogen op een in Nederland aangehouden bankrekening door betaling van het schikkingsbedrag en onder andere de arbitragekosten vanaf die rekening.

In beginsel is de rechter van de woonplaats van verweerder, in casu de Tsjechische rechter, bevoegd zijn om van deze zaak kennis te nemen (art. 2 lid 1 Verordening 44/2001). Artikel 5 lid 3 van de Verordening schept een alternatieve bevoegdheidsgrond voor verbintenissen uit onrechtmatige daad. De verweerder die woonplaats heeft in een EU lidstaat kan ook in een andere lidstaat voor de rechter worden opgeroepen, te weten voor ‘het gerecht van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan'. Deze kan sinds het "Franse Kalimijnen" arrest (HvJ 30 november 1976, Zaak 21/76) zo wordt uitgelegd dat zij zowel de plaats omvat waar de schade is ingetreden ("Erfolgsort") als wel de plaats van de gebeurtenis waar de schade is veroorzaakt ("Handlungsort").

In het Marinari-arrest (HvJ 19 september 1995, Zaak C-364/93) had het Hof geoordeeld dat de plaats waar een partij stelt vermogensschade te hebben geleden als gevolg van door hem in een andere lidstaat ingetreden aanvankelijke schade, niet als Erfolgsort kan dienen. De vraag is of de plaats waar zuivere vermogensschade is ingetreden wel als Erfolgsort kan dienen.

Volgens Universal is de Nederlandse rechter bevoegd. Rechtbank en Gerechtshof verklaren zich onbevoegd. De Hoge Raad heeft het Hof van Justitie vervolgens de volgende prejudiciële vraag gesteld: Kan als 'de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan’ worden aangemerkt de plaats in een lidstaat waar de schade is ingetreden, wanneer die schade uitsluitend bestaat in vermogensschade die het rechtstreeks gevolg is van een onrechtmatige gedraging die zich heeft voorgedaan in een andere lidstaat?

Volgens het Europese Hof kan de plaats waar zuivere vermogensschade is ingetreden als Erfolgsort dienen maar is de zuivere vermogensschade in dit geval ingetreden in Tsjechië, omdat daar de betalingsverplichting uit de schikking is ontstaan. Dat het schikkingsbedrag vanaf een Nederlandse rekening is betaald, doet daar niet aan af. Het Hof overweegt dat een onderneming als Universal in meerdere landen rekeningen kan aanhouden en dit dus geen betrouwbaar aanknopingspunt vormt. "Zuiver financiële schade die rechtstreeks intreedt op de bankrekening van de verzoeker kan dientengevolge, zonder bijkomende omstandigheden, niet worden aangemerkt als een relevant aanknopingspunt", aldus het Hof.

Het Hof vervolgt: "Uitsluitend in de situatie waarin de andere bijzondere omstandigheden van de zaak er eveneens toe bijdragen bevoegdheid toe te kennen aan het gerecht van de plaats waar zuiver financiële schade is ingetreden, zou dergelijke schade kunnen rechtvaardigen dat de verzoeker zijn zaak bij dit gerecht aanbrengt."

Die bijzondere omstandigheden waren er wel in de zaak die leidde tot het Kolassa-arrest (HvJ 28 januari 2015, C-375/13) gebaseerd op een vordering van een Oostenrijkse belegger tegen een Britse bank op grond van prospectusaansprakelijkheid. De belegger leed zuivere vermogensschade schade op de plaats waar hij zijn bankrekening aanhield, Oostenrijk. Als bijzondere omstandigheden golden hier dat dit tevens de plaats was waar het prospectus was gepubliceerd en het een Oostenrijkse bank was die de certificaten had doorverkocht.

Het Hof sluit niet uit dat de plaats in een EU lidstaat waar uitsluitend zuivere vermogensschade optreedt bij wijze van Erfolgsort bevoegdheid toe kan kennen aan de rechter van die lidstaat. Voor lokalisatie van het Erfolgsort bij zuivere vermogensschade is echter de plaats waar de verzoeker diens bankrekening houdt niet voldoende, aldus het Hof in haar antwoord op de prejudiciële vraag.

Auteurs

Guillaume Creijghton