Home / Publicaties / Koop. Onbevoegde vertegenwoordiging. Wenk onder Hoge...

Koop. Onbevoegde vertegenwoordiging. Wenk onder Hoge Raad 3 februari 2017

28/04/2017

Jasper Kampherbeek en Mariëlle de Blok zijn redactioneel medewerker van het tijdschrift Rechtspraak Notariaat (RN).

Is een koopovereenkomst rechtsgeldig tot stand gekomen indien deze namens verkoper is aangegaan zonder dat daarvoor uitdrukkelijk volmacht is verleend?

Wenk in RN 2017/31, ECLI:NL:HR:2017:142
In dit arrest gaat de Hoge Raad in op de reikwijdte van art. 3:61 lid 2 BW. Dit artikel geeft een toepassing van de in art. 3:35 BW en 3:36 BW neergelegde beschermingsregels voor het geval dat iemand in wiens naam is opgetreden een beroep doet op het ontbreken van (toereikende) volmacht. Deze volmacht kan uitdrukkelijk of stilzwijgend worden verleend. Uit art. 3:61 lid 2 BW volgt dat degene in wiens naam is gehandeld zelf de schijn van de aanwezigheid van een toereikende volmacht heeft gewekt. Voor toerekening van schijn van volmachtverlening kan op grond van rechtspraak echter ook plaats zijn, ingeval de wederpartij gerechtvaardigd heeft vertrouwd op grond van feiten en omstandigheden die voor risico van de vertegenwoordigde komen en waaruit naar verkeersopvattingen zodanige schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid. Die schijn kan worden gewekt door een verklaring of ander actief gedrag, maar ook door het laten voortbestaan van een bepaalde situatie of door een andersoortig niet-doen. Bedoelde verklaringen en gedragingen mogen echter niet alleen zijn gebaseerd op verklaringen en gedragingen van de onbevoegde handelende persoon, er moet ook sprake zijn van verklaringen en gedragingen van de onbevoegd vertegenwoordigde zelf.

Gelet op de feiten in het arrest wordt er veronderstellende wijze vanuit gegaan dat reeds een (mondelinge) koopovereenkomst tot stand is gekomen met een eerdere geïnteresseerde/koper. Anders had de problematiek van art. 3:61 lid 2 BW geen rol gespeeld. Deze voorvraag is uiteraard wel essentieel om (eerst) te beantwoorden daar er sprake moet zijn van een tot stand gekomen overeenkomst waarvan een wederpartij uitvoering verlangt. Over dit onderwerp bestaat uitvoerige literatuur en jurisprudentie.

Het arrest laat zien dat bepaalde beroepsbeoefenaars (advocaten maar ook notarissen en makelaars) die in de uitoefening van hun werkzaamheden namens (vaste) cliënten deelnemen aan het rechtsverkeer een bijzondere positie wordt toebedacht. In het algemeen houdt een opdracht aan zo'n beroepsbeoefenaar geen volmacht in tot het sluiten van overeenkomsten namens de opdrachtgever, maar aan de opdracht kunnen wel volmachten worden verbonden en deze kunnen ook later worden verstrekt. De schijn van de aanwezigheid van een dergelijke toereikende volmacht tot vertegenwoordiging wordt blijkens dit arrest eerder aanwezig geacht als beroepsbeoefenaars uit hoofde van hun functie namens een (vaste) cliënt deelnemen aan het rechtsverkeer en afspraken maken met derden. Derhalve verdient het aanbeveling om bij deelname aan het rechtsverkeer namens een cliënt alert te zijn op deze bijzondere positie en verstrekkende gevolgen (lees: gebondenheid aan een overeenkomst waar een cliënt het niet mee eens is). Handelingen en uitlatingen moet de beroepsbeoefenaar daarom ofwel voorafgaand met een cliënt afstemmen dan wel onder de nodige voorbehouden/ontbindende voorwaarden uitvoeren of doen. Dit om te te voorkomen dat op basis van de feiten het bestaan van een overeenkomst wordt geconstateerd door het voldoen aan de essentialia van die overeenkomst. Gelet op de feiten in het arrest is een goede schriftelijke dossieropbouw in dit kader relevant casu quo wordt dit gebruikt om feiten te onderbouwen dan wel te ontkrachten die tot een gepretendeerde schijn en daarmee een bindende overeenkomst hebben geleid.

Auteurs

Portret vanJasper Kampherbeek
Jasper Kampherbeek
Partner
Amsterdam
Portret vanMariëlle Blok
Marielle de Blok
Counsel
Amsterdam