Home / Publicaties / Raad, let op uw zaak!

Raad, let op uw zaak!

12/01/2015

Wanneer de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State ('de Afdeling') in beroep tegen een exploitatieplan constateert dat dit bepaalde gebreken vertoont, kan zij bij een zogeheten 'tussenuitspraak' de gemeenteraad opdracht geven, die gebreken binnen een daarbij gestelde termijn te herstellen. Nadat dat is gebeurd en de appellant(en) de gelegenheid heeft (hebben) gehad daarop een schriftelijke reactie te geven, beoordeelt de Afdeling in haar einduitspraak of het opgedragen herstel afdoende is geschied.

Niet zelden hebben de geconstateerde gebreken betrekking op het ontbreken van een (voldoende) motivering c.q. onderbouwing van onderdelen van de exploitatieopzet. Dat was ook het geval bij het exploitatieplan 'De Etalage' van de gemeente Alkmaar. In haar tussenuitspraak van 19 maart 2014 had de Afdeling geoordeeld dat de ramingen voor de onderzoekskosten, de kosten voor de aanleg van de ecozone en de extra ontsluiting op de A9, en de kosten voor het bouw- en woonrijp maken niet goed inzichtelijk waren, en de raad opgedragen deze gebreken binnen 16 weken te herstellen.



De nadere motivering werd binnen de termijn aangeleverd, maar het exploitatieplan werd zonder inhoudelijke beoordeling van die nadere motivering alsnog vernietigd. De reden was dat die nadere motivering was opgenomen in een brief van het college van burgemeester en wethouders, die namens het college was ondertekend door de unitmanager E&A 2, vakgroep planeconomie. Uit deze brief kon niet worden afgeleid, of de gemeenteraad betrokken was geweest bij het verschaffen van die motivering. Uit een latere brief van het college bleek dat van enige betrokkenheid van de gemeenteraad inderdaad geen sprake was geweest.



De bevoegdheid om een exploitatieplan vast te stellen berust op grond van de wet bij de gemeenteraad. Daarom was in de tussenuitspraak de herstelopdracht ook uitdrukkelijk aan de raad gegeven. Dit betekent dat bij het herstellen van de in de tussenuitspraak geconsteerde gebreken van betrokkenheid of instemming van de raad moet zijn gebleken. Nu dat hier niet het geval was, werd geoordeeld dat 'reeds hierom' de geconstateerde gebreken met de nadere motiveirng niet waren hersteld. Zoals reeds opgemerkt, werd het exploitatieplan (alsnog) vernietigd wegens strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel.



Deze uitspraak verrast niet, maar onderstreept dat de wettelijke bevoegdheidsverdeling over de verschillende bestuursorganen steeds goed in de gaten moet worden gehouden. Besluiten die door de gemeenteraad moeten worden genomen, worden voorbereid door en onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders. Dat geldt dus ook voor een geval als het onderhavige, waarin gebreken in een exploitatieplan moeten worden gerepareerd. Die voorbereiding zal moeten resulteren in een voorstel aan de raad om conform het ontwerpbesluit een (nieuw) besluit te nemen - in casu: vaststelling van de nadere motivering - dan wel daarmee expliciet in te stemmen. Als de gemeenteraad echter bij het repareren van zijn eigen besluit 'buiten beeld blijft' en die reparatie geheel overlaat aan het college van burgemeester en wethouders, handelt de gemeenteraad in strijd met de wet en de bij de tussenuitspraak van de afdeling gegeven uitdrukkelijke opdracht. Zie de Weblog voor andere bijdragen van Robert Lucassen.

Auteurs

Robert Lucassen