Home / Publicaties / XL-supermarkt toegestaan in Tilburg

XL-supermarkt toegestaan in Tilburg

geen onaanvaardbare leegstand of duurzame ontwrichting

17/02/2015

De komst van een XL-supermarkt mag dan leiden tot omzetverliezen voor andere winkels in de omgeving, maar dat wil niet zeggen dat er geen sprake is van een 'goede ruimtelijke ordening', zo blijkt uit de uitspraak over het bestemmingsplan 'Stappegoor' van de gemeente Tilburg.

Afgelopen woensdag, 11 februari 2015, oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: 'de Afdeling') dat het bestemmingsplan voor wat betreft de bestemming van de supermarkt in stand kon blijven.[1] Twee ondernemersverenigingen en de Provincie Noord-Brabant én de gemeente Goirle waren in beroep gegaan tegen het deel van het bestemmingsplan dat de komst van een tweede grootschalige supermarkt in Tilburg mogelijk maakt.

De locatie voor de nieuwe supermarkt in de buurt van het Willem-II stadion heeft de bestemming 'Detailhandel' met de aanduiding 'supermarkt'; volgens de planvoorschriften is gebruik in de vorm van een supermarkt toegestaan, waarbij de oppervlakte van de supermarkt maximaal 4.500 m2 b.v.o. mag bedragen. De nieuwvestiging van grootschalige supermarkten blijft omstreden, lang niet alle gemeentes zijn bereid om hieraan mee te werken, ook omdat provincies vaak strenge regels hebben over het toelaten van nieuwe detailhandel. Opvallend is dan ook dat ondanks het beroep van de Provincie Noord-Brabant, de bestemming van de XL-supermarkt in stand wordt gelaten door de Afdeling.

De Afdeling oordeelde dat de raad van de gemeente Tilburg (hierna: 'de gemeente') zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat er geen sprake was van duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau, zodat de goede ruimtelijke ordening niet in de weg staat aan deze bestemming. De gemeente heeft zich gebaseerd op een rapport van Bureau Stedelijke Planning (hierna: "BSP-rapport). Uit dit rapport volgt dat winkels in de omliggende wijken (in Tilburg en Goirle) weliswaar omzetverlies zullen lijden (tot wel tien procent), maar dat géén van de supermarkten in de omliggende wijken 'toekomstperspectief verliest'. Er blijft voldoende keuze voor de consument om zijn dagelijkse boodschappen te kunnen doen, aldus het rapport. Verder wordt opgemerkt dat 'niet is uitgesloten dat kleinere speciaalzaken zullen verdwijnen', echter in de situatie zonder XL-supermarkt zou dit ook het geval kunnen zijn.

De ondernemersverenigingen en andere appellanten hebben ook een rapport op laten stellen over de gevolgen voor de detailhandelsstructuur, door een bureau, BRO. Hieruit volgde dat er gevreesd moest worden voor een duurzame ontwrichting. De gemeente heeft echter beide rapporten betrokken in haar afweging bij het vaststellen van het bestemmingsplan, zij had volgens de Afdeling in redelijkheid kunnen baseren op het BSP-rapport.

Eerder heeft de Afdeling al geoordeeld dat voor de vraag of er sprake is van duurzame ontwrichting,  doorslaggevend wordt geacht of inwoners van een bepaald gebied niet langer op een aanvaardbare afstand van hun woning kunnen voorzien in hun eerste levensbehoeften. (Zie bijdrage in eerdere newsflash over de uitspraak van de Afdeling van 18 september 2013). [2] De Afdeling overweegt in deze Tilburgse zaak ,– weinig verrassend – dat supermarkten voorzien in de eerste levensbehoeften.

De komst van de XL-supermarkt zal niet leiden tot het verdwijnen van een zodanig deel van het winkelaanbod dat de inwoners van het verzorgingsgebied niet langer op een aanvaardbare afstand van hun woning hun dagelijkse boodschappen kunnen doen, daarom is er geen sprake van duurzame ontwrichting.

Interessant in deze uitspraak is dat ook de Provincie Noord-Brabant in beroep is gegaan, zij heeft onder andere een beroep gedaan op de provinciale Ontwerpverordening ruimte 2014. De Afdeling overweegt dat deze ontwerpverordening nog niet in werking was getreden op het moment van vaststellen van het bestemmingsplan (in december 2013) en de gemeente dus niet aan deze verordening kon toetsen. Wel dient een gemeente bij het vaststellen van het bestemmingsplan rekening te houden met het provinciale beleid. Door in de toelichting bij het bestemmingsplan een overweging op te nemen over de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening van de Provincie, heeft de gemeente het provinciale beleid voldoende in haar afweging betrokken.

In beroep was ook aangevoerd dat dat er geen sprake zou zijn van een actuele regionale behoefte aan de XL-supermarkt, zoals is vereist op grond van de Ladder voor duurzame verstedelijking.[3] De Afdeling overweegt dat de behoefte aan de geplande ontwikkeling moet worden afgewogen tegen het bestaande aanbod, met het oog op het voorkomen van structurele winkelleegstand. Een bestemmingsplan mag niet een zodanige leegstand tot gevolgen hebben dat dit voor een regio tot een onaanvaardbare situatie zal leiden (uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening).

De Afdeling vindt dat het plan Stappegoor geen zodanige gevolgen heeft voor de winkelleegstand dat er sprake zou zijn van een onaanvaardbare situatie. Zij verwijst naar het BSP- rapport en naar het feit dat Tilburg circa 200.000 inwoners heeft én het verzorgingsgebied van één XL-supermarkt circa 100.000 mensen is. Daarom is er ruimte voor twee grootschalige supermarkten in Tilburg, zo vindt de gemeente. De Afdeling oordeelt  dat de gemeente heeft voldaan aan de ladder: voldoende aannemelijk is gemaakt dat er sprake is van een actuele regionale behoefte én dat er geen geschikte alternatieve locaties voorhanden waren.

De uitspraak is te vinden op de website van de Raad van State.

1 ABRS, 11 februari 2015, zaaknummer: 201401606/1/R6
2 ABRS, 18 september 2013, zaaknummer 201208105/1/R2
3 Artikel 3.1.6 van het Bro