‘Noodmaatregelen coronacrisis voor ondernemers nog onduidelijk’

Kabinet, gemeenten en waterschappen hebben de afgelopen week een stroom van noodmaatregelen bekendgemaakt voor ondernemers die worden geraakt door de coronacrisis. De maatregelen zijn allemaal gericht op het behouden van liquiditeit van ondernemingen. In De Telegraaf geven advocaat Katja van Kranenburg (partner Employment & Pensions) en belastingadviseur Anton Louwinger (partner Tax) aan dat er op een aantal punten nog onduidelijkheid heerst.

Compensatie loonsom
Zo stelt Van Kranenburg dat er nog veel onduidelijkheid is over sommige maatregelen. Zo is bijvoorbeeld het Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) in de plaats gekomen de werktijdverkorting (WTV). Zij waarschuwt ondernemers: “Bij de aankondiging vorige week is werkgevers voorgehouden dat, mits het omzetverlies door het coronavirus fors genoeg is, zij een compensatie van maximaal 90% van de loonsom kunnen ontvangen.” Van Kranenburg vervolgt: “Dat zijn klinkende getallen, maar het is de vraag of werkgevers hier echt mee uit de brand worden geholpen. Er moet namelijk sprake zijn van een aanzienlijk omzetverlies wil een werkgever in aanmerking komen voor de maximale compensatie. Bij het doen van de aanvraag moet de werkgever beloven om niet te zullen reorganiseren. Die belofte kunnen niet alle werkgevers houden. De compensatie zal dan waarschijnlijk worden stopgezet en eventueel moeten worden terugbetaald.”

Fiscale gevolgen thuiswerken
Volgens Louwinger zou de Nederlandse overheid nog meer kunnen doen om de ondernemers nu op korte termijn te ondersteunen. Hij merkt op dat er fiscale gevolgen zijn aan het thuiswerken en hij vraagt zich af waarom de overheid daar geen duidelijkheid in schept. “Zowel op het gebied van het ter beschikking stellen of vergoeden van apparatuur als het verstrekken van vergoedingen die mogelijk tijdelijk overbodig zijn zoals reiskosten voor woon-werkverkeer.”

“Het zou goed zijn als de Belastingdienst zou bevestigen dat op dit punt coulance zal worden betracht, zowel ten aanzien van het verstrekken van thuiswerkfaciliteiten als het doorlopen van vergoedingen gedurende een periode van drie maanden”, voegt Louwinger toe.

Bekijk het volledige artikel (inlog vereist)