Home / Publicaties / Collectieve acties tegen verhoging AOW-leeftijd; politieke...

Collectieve acties tegen verhoging AOW-leeftijd; politieke staking ja of nee?

25/03/2010

Het kabinetsvoornemen om de AOW-leeftijd te verhogen heeft voor veel onrust gezorgd bij werknemers en vakbonden. De plannen hebben zelfs tot diverse (dreigende) stakingen geleid. In een viertal uitspraken hebben de rechtbank Amsterdam en Utrecht in 2009 en begin 2010 opnieuw bepaald in hoeverre dergelijke stakingen toelaatbaar zijn. De rechtbanken waren het echter niet geheel met elkaar eens. Alle reden om dit niet-alledaagse onderwerp eens nader te bekijken.

Feiten
De Algemene Ouderdomswet (AOW) regelt in Nederland het verplichte, collectieve ouderdomspensioen. Al 25 jaar bestaan er twijfels of de AOW bij de verwachte vergrijzing ongewijzigd kan worden gehandhaafd. Om deze reden zijn er in de loop van de jaren vele plannen geweest om de opzet van de AOW te wijzigen. Geen van deze plannen is echter uitgevoerd. In december 2009 is echter het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, gepubliceerd. Dit voorstel betreft een verhoging van de AOW-leeftijd van 65 naar 67 jaar. Effectief zouden deze veranderingen ingaan per 2020.

Tegen deze plannen is veel oppositie gekomen, onder meer door (dreigende) stakingen bij het Openbaar Stadsvervoer in Amsterdam (GVB) en Utrecht (GVU) en bij de facilitaire dienst van Schiphol.

Juridisch kader
In het Europees Sociaal Handvest (ESH) is het stakingsrecht opgenomen. Het ESH bepaalt dat een collectieve stakingsactie in beginsel dient te worden toegestaan door de werkgever ook al lijdt deze schade door de staking. De staking moet wel een ultimum remedium zijn en proportioneel zijn tot het doel. Politieke stakingen zijn niet toegestaan.

Rechtbank Amsterdam
De rechtbank Amsterdam diende te oordelen over het voornemen van de werknemers van GVB en GVU om te staken tegen de verhoging van de AOW-leeftijd. De werknemers stelden dat de verhoging van de AOW-leeftijd een ingrijpende wijziging teweeg zou brengen in hun rechtspositie en dat de aangekondigde actie binnen het kader van het ESH zou vallen.

GVB en GVU waren het daarmee niet eens en stelden dat de aangekondigde actie niet het juiste middel zou zijn om te protesteren tegen de verhoging van de AOW-leeftijd. Zij waren van oordeel dat de aangekondigde actie een politieke actie is en buiten de reikwijdte van het ESH zou vallen nu de verhoging van de AOW-leeftijd een onderwerp betreft dat zich buiten het onderhandelingsbereik van GVB en GVU bevindt.

De rechtbank Amsterdam stelde vervolgens dat het stakingsrecht niet was bedoeld om de overheid onder druk te zetten. De aangekondigde stakingen dienden er naar zijn oordeel slechts toe om de politieke besluitvorming over de verhoging van de AOW-leeftijd te beïnvloeden. Omdat er nog geen sprake was van een gezamenlijk probleem van werkgevers en werknemers dat met collectieve acties zou kunnen worden opgelost, achtte de rechtbank de staking niet rechtmatig. De aangekondigde werkonderbrekingen moesten daarom worden afgezegd.

Rechtbank Utrecht
Op dezelfde dag stond de rechtbank Utrecht een beoogde collectieve werkonderbreking van schoonmakers op Schiphol echter wel toe. De rechtbank oordeelde dat het enkele feit dat de actie zich niet tegen de werkgever richtte, maar tegen de overheid in verband met de kabinetsplannen om de AOW-leeftijd te verhogen, niet met zich bracht dat de actie niet zou voldoen aan het ESH. Volgens de rechtbank betrof de aangekondigde werkonderbreking geen politieke staking, omdat de acties zich richtten tegen overheidsbeleid op het stuk van de arbeidsvoorwaarden dat doorgaans deel uitmaakt van collectieve onderhandelingen. Indien de kabinetsplannen zouden worden doorgevoerd zou aan de zijde van de werknemers een achterstand bij nieuwe CAO-onderhandelingen ontstaan.

De rechtbank Utrecht lijkt hiermee het ESH zuiverder toe te passen dan de rechtbank Amsterdam, zo blijkt ook uit de verschillende commentaren op beide uitspraken.

Conclusie
Een staking wordt niet snel als politiek gezien en zal doorgaans moeten worden toegestaan. Indien een werkgever informatie ontvangt over een (aankomende) staking in zijn onderneming is het daarom raadzaam juridisch advies in te winnen en vervolgens met de vertegenwoordigers van de werknemers in overleg te treden.