Home / Publicaties / De psychologische test en de botsing van het Auteursrecht...

De psychologische test en de botsing van het Auteursrecht en het Privacyrecht

24/09/2008

Oefening baart kunst. Zeker waar het psychologische tests betreft. Een ieder heeft op enig moment van zijn loopbaan wel eens één moeten maken op weg naar die ene felbegeerde baan. In de boekhandel zijn uiteraard goede boeken te krijgen die de kandidaat een deugdelijke voorbereiding bieden. De ervaring leert echter dat de te maken test toch op essentiële punten afwijkt, net op die punten die niet in het boek beschreven stonden. Met alle gevolgen van dien. Het zou toch zo handig zijn als de gehele test - met vraag en antwoord - bewaard kon worden, om in het vervolg niet meer dezelfde fouten te maken! Maar hoe deze te verkrijgen?

Een maas in de wet?
De Wet Bescherming Persoonsgegevens (hierna: WBP) lijkt uitkomst te bieden. Op grond van het daarin geformuleerde inzagerecht, heeft iedere betrokkene het recht zijn persoonsgegevens op te vragen bij degene die deze verwerkt.

Deze zomer heeft het College Bescherming Persoonsgegevens (hierna: CBP) zich hierover gebogen: geldt het recht op inzage ook voor de vragen en bijbehorende antwoorden van psychologische tests?

Betrouwbaarheid van psychologische tests in het geding
Deze vraag was ingediend door het Nederlands Instituut van Psychologen (hierna: NIP). Het NIP zag hiertoe reden nadat zij van verschillende zijden uit de beroepsgroep erop gewezen was dat het verstrekken van testmateriaal aan cliënten ernstig afbreuk doet aan de professionele belangen van de beroepsgroep. Immers, als cliënten beschikking krijgen over testmateriaal van de door hen afgelegde tests, vergroot dit de kans dat de betreffende vragenlijsten in de openbaarheid komen. Het zou dan mogelijk zijn de vragenlijsten van tevoren te oefenen, waardoor de betrouwbaarheid van de testuitslag afneemt. Daarom is het van belang dat de vragen die als grondslag dienen voor een psychologische test niet in de openbaarheid worden gebracht.

Voorts hebben de auteurs van psychologische tests erop gewezen dat het testmateriaal beschermd is door het auteursrecht. Als een afschrift van een test aan de betrokkene wordt verstrekt zonder de toestemming van de testauteurs, dan maakt dat inbreuk op een auteursrecht.

De vraag komt er dus op neer aan welk recht meer belang moet worden toegekend: aan het belang van betrouwbare psychologische tests en het daarop rustende auteursrecht, of aan het recht van de betrokkene inzage te krijgen in de eigen persoonsgegevens die zijn verwerkt.

Als oplossing stelt het NIP voor dat de betrokkene desgevraagd inzage krijgt in zijn gegevens daaronder ook begrepen het ruwe testmateriaal. Het verstrekken van een afschrift mag echter niet plaatsvinden. Het NIP stelt daarom voor als gedragsregel vast te stellen dat een betrokkene die om inzage vraagt de mogelijkheid krijgt zijn persoonsgegevens onder begeleiding van een psycholoog in te zien, die desgewenst een toelichting kan geven.

Wettelijk kader
Zoals gezegd heeft ieder natuurlijk persoon wiens persoonsgegevens worden verwerkt op grond van artikel 35 WBP het recht zich vrijelijk en met redelijke tussenpozen tot de verantwoordelijke gegevensverwerker te wenden met het verzoek hem mee te delen of zijn persoonsgegevens worden verwerkt. In beginsel heeft dit recht vrijelijk en zonder beperkingen te gelden. Niettemin kan het recht op inzage worden beperkt voor zover dit noodzakelijk is in het belang van de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen (waaronder eveneens begrepen de verantwoordelijke).

Het CBP weegt de belangen af
In dit geval overweegt het CBP dat het verstrekken van een afschrift van het ruwe testmateriaal op termijn nadelige gevolgen kan hebben voor de validiteit van een psychologische test. De betrokkene die de gegevens ontvangt wordt daarmee in staat gesteld de test te oefenen, wat direct gevolgen heeft voor de betrouwbaarheid als hij de test nogmaals zou maken. Ook bestaat de kans dat gegevens verder worden verspreid, wat de betrouwbaarheid ernstig zou beïnvloeden.

Bovendien valt het hier bedoelde testmateriaal meestal te kwalificeren als auteursrechtelijk beschermd werk. De Europese wetgever had reeds rekening gehouden met een mogelijk conflict tussen het auteurs- en privacyrecht en daarover bepaald dat het inzagerecht geen afbreuk mag doen aan de intellectuele eigendomsrechten van derden. Dit mag er overigens niet toe leiden dat de betrokkene alle informatie wordt geweigerd. Een zeker evenwicht moet dus worden gevonden tussen beide, botsende, regimes. Een dergelijk evenwicht acht het CBP gevonden in het voorstel van het NIP, waarbij de betrokkenen wel inzage krijgen, maar geen afschrift.

Conclusie
Het CBP komt tot de conclusie dat de beperking van het inzagerecht in deze situatie noodzakelijk is om de rechten en vrijheden van anderen te beschermen. Het beperken van het inzagerecht door het enkel bieden van inzage tijdens gesprekken, in combinatie met het schriftelijke eindrapport waar de uitslag van de test in beschreven staat, leidt tot redelijk evenwicht tussen het recht op inzage aan de ene kant en het behoud van de waarde van de tests en de auteursrechtelijke bescherming van de psychologische tests aan de andere kant.

U kunt dus inzage krijgen in de door u afgelegde psychologische test, maar geen kopie daarvan meekrijgen. Helaas zult u het voorlopig nog met de oefenboeken moeten doen.