Home / Publicaties / Decentralisatie Jeugdzorg: Wie heeft de regie per...

Decentralisatie Jeugdzorg: Wie heeft de regie per 1 januari 2015?

Gemeentelijke samenwerking

04/03/2014

De Transitiecommissie Stelstelherziening Jeugd liegt er niet om in haar vandaag verschenen derde rapportage over de transitie. Op 18 februari jl. heeft de Eerste Kamer de Jeugdwet aangenomen. Gemeenten krijgen met deze nieuwe wet de volledige verantwoordelijkheid voor de ondersteuning en hulp aan jeugd en gezin. Als de gemeenten echter in dit tempo doorgaan, dan is de invoeringsdatum van 1 januari 2015 niet verantwoord.

Gemeenten hebben nog maar 10 maanden tot de nieuwe Jeugdwet in werking treedt en er moet nog een hoop gebeuren. Volgens de commissie zijn de gemeenten daarbij zelf aan zet.

Ten behoeve van de inkoop van zorg- en ondersteuning kan gemeentelijke samenwerking gewenst zijn. Er is immers een juridische basis nodig. Het treffen van een "gemeenschappelijke regeling" (op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen), waarin afspraken omtrent de samenwerking kunnen worden gemaakt, kan daarmee één van de items op de "Jeugdzorg to do-lijst" van de gemeenten zijn.

Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr)
De Wgr biedt verschillende mogelijkheden voor gemeentelijke samenwerking via de publiekrechtelijke weg. De angst bestaat vaak dat een gemeente door het aangaan van een "gemeenschappelijke regeling" de grip op de samenwerking verliest. Zoals vaker het geval blijkt "angst" een slechte raadgever. De Wgr biedt namelijk verschillende mogelijkheden om de regie te behouden. Zo voorziet de Wgr onder andere in informatierechten voor individuele raadsleden en verantwoordingsplichten voor de bestuursleden van het openbaar lichaam. Daarnaast kunnen de samenwerkingsvormen op basis van de Wgr op verschillende manieren (van licht naar zwaar) worden ingericht. Het gaat daarbij om de volgende samenwerkingsvormen:

  • De Regeling Zonder Meer (lichtste vorm):
    Deze regeling staat niet expliciet genoemde in de Wgr, maar kan worden afgeleid uit artikel 1 Wgr. Alle op de Wgr gebaseerde samenwerkingsvormen die niet voortvloeien uit artikel 8 zijn Regelingen Zonder Meer. Het komt er op neer dat een Regeling Zonder Meer geen rechtspersoonlijkheid bezit. Er kunnen hierdoor geen zelfstandige overeenkomsten worden gesloten (zoals een openbaar lichaam wel kan). Ook is er geen vorm van bestuur. Het is een bestuurlijke afspraak, vastgelegd in een regeling met verwijzing naar de Wgr.
  • De Centrumregeling:
    Samenwerkingsvorm waarbij een of meerdere bestuursorganen of ambtenaren van aan de regeling deelnemende gemeenten bevoegdheden uitoefenen van bestuursorganen of ambtenaren van deelnemende gemeenten. Omdat er geen bestuur is wordt deze vorm als licht aangemerkt (artikel 8 lid 3 Wgr).
  • Een Gemeenschappelijk orgaan:
    Samenwerkingsvorm welke geen rechtspersoonlijkheid bezit, maar wel een bestuurslaag (artikel 8 lid 2 Wgr).
  • Het Gemeenschappelijk openbaar lichaam (zwaarste vorm):
    Samenwerkingsvorm welke rechtspersoonlijkheid bezit en dus kan deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Daarnaast bezit het openbaar lichaam een gelaagd bestuur (artikel 8 lid 1 Wgr). Hierdoor wordt deze vorm als bestuurlijk zwaar aangemerkt.

In het wetsvoorstel tot herziening van de Wgr wordt overigens nog een nieuwe variant geïntroduceerd namelijk de bedrijfsvoeringorganisatie. Deze variant krijgt rechtspersoonlijkheid en wel een bestuur.

Wat kunnen wij voor u betekenen?
Op 16 april 2014 organiseert CMS samen met Jeugdzorg Nederland het seminar "Decentralisatie Jeugdzorg", waarbij de problematiek vanuit verschillende invalshoeken zal worden belicht.

Organisaties die een presentatie zullen verzorgen, zijn:

  • Gemeente Alphen aan den Rijn – Michel du Chatinier, wethouder Financiën,Jeugd, Onderwijs, Sport en Vastgoed
  • CMS - Conny Delissen- Buijnsters, partner bestuursrecht
  • Jeugdzorg Nederland – Nicolet Epker, algemeen directeur
  • Stichting TriviumLindenhof – Arno Lelieveld, voorbeeld uit de praktijk
  • CMS - Jildau Yilmaz, advocaat aanbestedingsrecht
  • CMS - Allard Knook, advocaat staatssteun

Iedere deelnemer zal de uitdagingen die met de decentralisatie gepaard gaan vanuit eigen perspectief behandelen. Vanuit CMS zal er vooral aandacht zijn voor de juridische aspecten op het gebied van aanbestedingsrecht, staatssteun en bestuursrecht.

Het seminar zal plaatsvinden op ons kantoor in Utrecht. Indien u dit seminar wilt bijwonen, verzoeken wij u zich voor 9 april a.s. aan te melden via onze website. Aan deelname zijn geen kosten verbonden.

Met deze Newsflash brengen wij u in een notendop op de hoogte van de verschillende mogelijkheden die de Wgr biedt voor publiekrechtelijke samenwerking. Wellicht heeft u echter specifieke vragen over dit onderwerp en kunt u gezien de korte termijn van de 10 resterende maanden wel wat hulp gebruiken ter voorbereiding van de samenwerking. In dat geval kunt u contact opnemen met Conny Delissen-Buijnsters.