Home / Publicaties / Depot. Aansprakelijkheid notaris. Zorgplicht. Wenk...

Depot. Aansprakelijkheid notaris. Zorgplicht. Wenk onder Hof Amsterdam, 8 december 2020

07/05/2021

Jasper Kampherbeek en Mariëlle de Blok zijn redactioneel medewerker van het tijdschrift Rechtspraak Notariaat (RN).

Is de notaris aansprakelijk voor het niet aanhouden van een depot voor de saneringskosten?

Wenk in RN 2021/45, ECLI:NL:GHAMS:2020:3341

Het komt geregeld voor dat cliënten de notaris vragen om geld onder zich te houden of nemen. Uit stukken blijkt onweersproken dat sprake was van een depotovereenkomst, en welke overeenkomst door de notaris niet is nagekomen. Op de notaris rust gelet op zijn positie in het maatschappelijke verkeer een zwaarwegende zorgplicht jegens degene die aan hem gelden toevertrouwt met een betalingsopdracht. De notaris kan worden aangesproken uit hoofde van wanprestatie wanneer deze een fout maakt bij de overeenkomst van opdracht tussen hem en de cliënt. Civiel rechtsgevolg is dat de notaris aansprakelijk is voor schade die hier uit voortvloeit.

In casu is opvallend dat de notaris zelf uitleg geeft aan de bedoeling van partijen ten tijde van het sluiten van de depotovereenkomst door te stellen dat het beoogde depot naar zijn mening ten behoeve van de verkoper zou worden gehouden. Uitgangspunt volgens de Hoge Raad is immers dat door het sluiten van een depotovereenkomst, het in depot geven van een geldbedrag en het vervolgens doen bijschrijven van dit bedrag door de notaris op zijn derdengeldenrekening een partij zijn onvoorwaardelijk recht op dat geldbedrag (eigenlijk: zijn vordering op de bank) prijsgeeft. Hij krijgt daarvoor in de plaats een voorwaardelijk recht op toedeling van de vordering op de bank. Derhalve houdt een notaris het depotbedrag voor beide partijen zo lang niet duidelijk is aan wie het depotbedrag toekomt, hetgeen ook in deze uitspraak wordt bevestigd gezien de zin die verkoper en koper in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de depotbepaling mochten toekennen, en wat zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. De verkoper en de koper hebben ieder recht op het depotbedrag onder de opschortende voorwaarde dat duidelijk is dat het bedrag aan hem toekomt, de verkoper recht heeft op het depotbedrag onder de ontbindende voorwaarde dat het bedrag moet worden vrijgegeven aan de koper in het geval de saneringsplicht niet wordt nagekomen, terwijl de koper recht heeft op het depotbedrag onder de ontbindende voorwaarde dat het bedrag moet worden vrijgegeven aan de verkoper nadat deze de saneringsplicht is nagekomen.

Voor partijen is het om die reden van cruciaal belang dat helder is wat de voorwaarde precies is waaronder zij recht hebben op toedeling. Goed om te realiseren dat de depotvoorwaarden bij voorkeur schriftelijk dienen te worden vastgelegd. De tuchtrechter accepteert niet het excuus dat er geen tijd is om een depotovereenkomst op te stellen of dat partijen niet willen dat er een depotovereenkomst wordt opgesteld (meestal omdat ze daar niet voor willen betalen). Als partijen aangeven dat zij zelf de voorwaarden hebben geformuleerd, moet de notaris de stukken opvragen waarin die voorwaarden zijn vastgelegd. Ook tuchtrechtelijk valt de notaris in casu het een en ander te verwijten nu immers sprake is van een beroepsfout van de notaris door de gehele verkoopopbrengst over te maken naar de verkoper casu quo het onverwijld uitkeren van de depotgelden aan verkoper. Partijen bij een depotovereenkomst behoren in beginsel voldoende en tijdig te worden geïnformeerd voordat een notaris tot uitkering van het depot over mag gaan, ook als door partijen overeengekomen is tot uitkering over te gaan na verloop van een bepaalde termijn. Aan de overige partij mag niet de mogelijkheid worden ontnomen om rechtsmaatregelen te treffen tegen de voorgenomen uitbetaling.

Auteurs

Portret vanJasper Kampherbeek
Jasper Kampherbeek
Partner
Amsterdam
Portret vanMariëlle Blok
Marielle de Blok
Counsel
Amsterdam