Home / Publicaties / Douane-optreden tegen namaak – meer mogelijk

Douane-optreden tegen namaak – meer mogelijk

21/11/2013

Namaakproducten blijven in de huidige economie een groot probleem voor de producenten en verkopers van originele (merk)producten. Er wordt flink aan fake verdiend. Ten koste van de rechthebbende, wiens merk, model of octrooi zonder zijn toestemming en zonder vergoeding wordt gebruikt. In de strijd tegen de invoer van counterfeit (met name uit China) blijkt de douane een doeltreffende bondgenoot te kunnen zijn, wiens bevoegdheden per 1 januari 2014 bovendien verder worden uitgebreid.

Namaak tegenhouden aan de grens

In Nederland, en ook in andere lidstaten van de EU, heeft de houder van een intellectueel eigendomsrecht uitstekende juridische mogelijkheden om hier tegen de verhandeling van inbreukmakende producten op te treden. Maar liever nog zal die rechthebbende willen voorkomen dat namaakproducten überhaupt in Nederland op de markt komen.

Namaak tegenhouden aan de grens. Dat kan, en wel met de hulp van de douane. Om Europa tegen productpiraterij uit China (en andere landen) te beschermen heeft de Europese wetgever namelijk de douaneautoriteiten een aantal bevoegdheden gegeven om de import van counterfeit tegen te gaan, en zo de rechthebbenden op originele producten van dienst te zijn. Deze bevoegdheden zijn neergelegd in de zogeheten Anti-Piraterij Verordening (‘APV’). De APV stelt voorwaarden waaronder de douane kan optreden wanneer zij bij controle van een zending die bijvoorbeeld op Schiphol of in de Rotterdamse haven aankomt, het vermoeden krijgt dat de zending inbreukmakende goederen bevat.

Verzoek om optreden

De APV biedt aan rechthebbenden, bijvoorbeeld een merkhouder, de mogelijkheid om bij de douane op voorhand een verzoek in te dienen om handhavend op te treden ten aanzien van een bepaald merk (en/of ander IE-recht). Steeds meer (bekende) merkhouders en andere IE-rechthebbenden maken hiervan gebruik.

Wanneer de douane een zending aantreft waarvan zij vermoedt dat het namaakproducten zijn, informeert de douane de betreffende merkhouder en zendt zij deze enkele gegevens en foto’s van de goederen om te beoordelen of het namaak betreft. Zo ja, dan kan de merkhouder bij de douane de gegevens opvragen van de verzender, vervoerder en geadresseerde van de zending. De merkhouder sommeert hen vervolgens schriftelijk om de inbreukmakende goederen vrijwillig af te staan ter vernietiging.

Afgifte en vernietiging

De zending wordt door de douane 10 werkdagen vastgehouden (te verlengen met nogmaals 10 werkdagen). Wanneer de eigenaar of houder van de goederen binnen die termijn inderdaad schriftelijk verklaart in te stemmen met afgifte, stelt de merkhouder de douane daarvan op de hoogte en worden de namaakproducten vervolgens vernietigd. Indien echter de eigenaar of houder van de goederen uitdrukkelijk weigert in te stemmen, dan zal de douane de zending vrij moeten gegeven. In dat geval zal de merkhouder, om te voorkomen dat de namaakproducten hem ontglippen, direct over moeten gaan tot beslaglegging en/of een procedure starten bij de rechter waarin hij vernietiging van de goederen kan vorderen. Doet hij dit niet, dan laat de douane de zending door.

Maar ook wanneer de merkhouder helemaal geen reactie krijgt op zijn sommaties, kan hij de namaak vernietigen: in dat geval bepaalt de APV namelijk dat (stilzwijgende) toestemming wordt verondersteld te zijn gegeven.

Vernieuwde Verordening, nieuwe mogelijkheden

Per 1 januari 2014 wordt de huidige APV vervangen door een nieuwe versie. De nieuwe APV blijft in grote lijnen hetzelfde, maar wordt op enkele punten uitgebreid.

Zo is het aantal IE-rechten op grond waarvan de douane kan optreden uitgebreid. De douane kon al actie ondernemen bij een vermoeden van inbreuk op merk-, model-, auteurs-, naburig, octrooi- en kwekersrechten, op aanvullende beschermingscertificaten voor geneesmiddelen of gewasbeschermingsmiddelen, en op beschermde herkomstaanduidingen voor landbouwproducten of levensmiddelen. Daar komen nu bij: handelsnamen, (computer)chips, gebruiksmodellen en andere (dan alleen agrarische) herkomstaanduidingen.

Ook nieuw is de mogelijkheid voor rechthebbenden om aan de douane vooraf toestemming te geven om onderschepte ‘kleine zendingen’ te vernietigen, zonder nader overleg (mits er een vermoeden van namaak bestaat en er geen protest van de eigenaar/houder is). Het gaat dan om (expres)post zendingen van maximaal 3 stuks of minder dan 2 kg.

Ten slotte verdient vermelding dat de ‘vereenvoudigde procedure’ (de vernietiging op grond van stilzwijgende toestemming) nu verplicht is gesteld in alle EU-landen. Deze (voorheen optionele) procedure werd al toegepast door de Nederlandse douane, maar de rechthebbende die EU-wijde handhaving wenst weet zich vanaf 2014 dus verzekerd van deze mogelijkheid in alle lidstaten.

Parallelhandel en transitohandel ongemoeid

Helaas voor de rechthebbenden heeft de Europese wetgever er niet aan gewild – in navolging van de uitspraken van het Europese Hof van Justitie – om de handhavingsmogelijkheden van de douane uit te breiden naar parallelimport en transitohandel. Onder parallelimport wordt verstaan: de invoer van producten die buiten de EU met toestemming zijn vervaardigd, maar door de rechthebbende niet bestemd zijn voor de EU. Transitohandel betreft de doorvoer (over het grondgebied van de EU) van producten die (inbreukmakend zouden zijn in de EU, maar) een bestemming hebben buiten de EU. Klein lichtpuntje voor rechthebbenden is dat de douane onder de vernieuwde APV meer informatie aan rechthebbenden dient te verstrekken over de douanestatus en de bestemming van transitozendingen. Informatie die later van pas kan komen in een eventuele inbreukprocedure bij de rechter.

Behulpzame bondgenoot

Het ‘douane-beslag’, zoals de hiervoor beschreven procedure ook wel wordt genoemd, heeft zich in de praktijk bewezen als een snelle, eenvoudige en effectieve procedure. In de namaakbestrijding blijkt de douane daarmee voor de IE-rechthebbende een behulpzame bondgenoot te kunnen zijn, wiens mogelijkheden bovendien vanaf 1 januari 2014 nog wat verder worden uitgebreid.