Home / Publicaties / Het kabinet Rutte-Asscher presenteert de plannen voor...

Het kabinet Rutte-Asscher presenteert de plannen voor 2014

18/09/2013

In deze newsflash informeren wij u in hoofdlijnen over de voorgenomen maatregelen op het gebied van sociale zaken en werkgelegenheid. Tevens besteden wij aandacht aan de voorgestelde belastingmaatregelen die van belang kunnen zijn voor werkgever en werknemer.

In het sociaal akkoord zijn op het terrein van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 11 april 2013 al afspraken gemaakt over de toekomst van de arbeidsmarkt. Hieromtrent zijn op 17 september 2013, Prinsjesdag 2013, de kabinetsplannen voor het komende jaar gepresenteerd waaruit volgt dat wordt ingezet op het nemen van maatregelen die de economie en werkgelegenheid op korte termijn zullen stimuleren. In het algemeen zijn de redenen voor het nieuwe beleid te vinden in maatschappelijke ontwikkelingen zoals vergrijzing en internationalisering en wordt niet alleen ingezet op toekomstige betaalbaarheid van voorzieningen, maar ook solidariteit tussen generaties en evenwicht tussen verschillende inkomensgroepen. Tegen die achtergrond presenteert het kabinet Rutte-Asscher in de Miljoenennota 2014 een scala aan maatregelen die een besparing van 6 miljard euro moet opleveren, voornamelijk gericht op de zorg, de sociale zekerheid en de collectieve sector. Er is voor gekozen om bij de samenstelling van de maatregelen de gevolgen voor de werkgelegenheid en het ondernemerschap zoveel mogelijk te beperken en het onderwijs zoveel mogelijk te ontzien.

Sociale zaken en werkgelegenheid

Er wordt 600 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de medefinanciering van plannen van werkgevers en werknemers die bijdragen aan behoud en krijgen van werk. Daarnaast zal er speciale aandacht worden besteed aan de arbeidsmarktpositie van ouderen en jongeren. Werkgevers en werknemers zullen met sectorplannen komen die gericht zijn op meer banen en stageplaatsen voor jongeren, behoud van vakkrachten en betere begeleiding van werk naar werk. Met het doel om de arbeidsmarkt toekomstbestendig te maken zullen de maatregelen inhouden dat de positie van flexwerkers zal worden versterkt. Dit volgt ook uit het sociaal akkoord. Voor het jaar 2014 kunnen de volgende maatregelen verwacht worden:

Flexibiliteit en zekerheid

  • Er wordt beoogd werknemers met een tijdelijk contract eerder aanspraak te laten maken op een vast dienstverband. Daarnaast zijn de aanpassing van de WW en het ontslagrecht, en de invoering van de participatiewet (gericht op de re-integratie van mensen met een bijstandsuitkering en gedeeltelijk arbeidsongeschikten). Het kabinet werkt samen met sociale partners aan een nieuwe balans tussen vast en flexibel.
  • Het Rijk, de gemeenten, sociale partners en andere organisaties zullen in 2014 de beoogde invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015 voorbereiden. Deze wet zal ondersteuning bieden aan mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt waarbij het uitgangspunt is dat iedereen de kans krijgt om volwaardig mee te doen in de samenleving, bij voorkeur via een reguliere baan.
  • In 2014 komen de eerste 5000 banen vrij voor mensen met een arbeidsbeperking. Dit is op basis van afspraken uit het sociaal akkoord inhoudende dat er 125.000 banen beschikbaar gemaakt moeten worden voor mensen met een arbeidsbeperking. Het kabinet laat de mogelijkheid tot het invoeren van een extra wettelijke regeling open, indien de maatregelen niet geleid hebben tot een voldoende aantal banen.

Ontslagrecht en werkloosheid

  • Het ontslagrecht moet volgens het kabinet activerender, eerlijker en eenvoudiger worden. Afhankelijk van de reden van ontslag komt er één ontslagroute. Er wordt sneller zekerheid geboden aan werknemers en werkgevers, en de ontslagvergoeding gaat geleidelijk omlaag. Werknemers die ontslagen dreigen te worden, ontvangen een scholingsbudget. Daarnaast zal het kabinet vanaf 1 januari 2015 verschillende wijzigingen in het arbeidsrecht doorvoeren om de positie van flexwerkers te versterken en schijnconstructies tegen te gaan.
  • De Werkloosheidswet zal worden hervormd. Door in te zetten op van-werk-naar-werkbegeleiding en de maximale duur van de (publiek gefinancierde) WW te beperken wordt de WW activerender. Een activerende WW kan bijdragen aan een zo snel mogelijke terugkeer op de arbeidsmarkt van de mensen die werkloos worden. Op deze manier worden mensen voor de arbeidsmarkt behouden en wordt verwacht de (langdurige) werkloosheid te zullen terug dringen.
  • Op het terrein van de sociale zekerheid wordt in het kader van de hervorming van de WW en het ontslagrecht, volgens afspraken uit het sociaal akkoord, de WW-premie verhoogd. Dit zal een additionele opbrengst van 1,3 miljard euro op moeten leveren.
  • De hervormingen van de WW en het ontslagrecht zullen worden later ingevoerd.

Arbeidskorting

  • De arbeidskorting gaat per 1 januari 2014 omhoog met 250 euro. De arbeidskorting is een percentage van het loon tot een maximumbedrag van 1.723 euro (in 2013) waarover geen loonheffingen verschuldigd zijn. Hiermee komt de arbeidskorting in 2014 uit op maximaal 1.973 euro. Werknemers met een loon hoger dan 69.573 euro krijgen nu een arbeidskorting van 550 euro, maar in 2014 wordt deze korting verlaagd naar 250 euro.

Ouderdom

  • De AOW-leeftijd wordt in stappen verhoogd naar 67 jaar om de AOW op langere termijn betaalbaar te houden. Het wetsvoorstel dat deze leeftijdsverhoging nader regelt zal naar verwachting in het voorjaar van 2014 bij de Tweede Kamer worden ingediend.
  • Het kabinet wil ervoor zorgen dat ons pensioenstelsel ook in de toekomst bestand is tegen financiële klappen. Hierbij moeten de belangen van zowel jong als oud goed worden gewaarborgd. Staatssecretaris Klijnsma stuurt nog dit jaar de nieuwe pensioenregels in het zogenoemde Financieel Toetsingskader naar de Tweede Kamer.

Fiscale maatregelen

Op het gebied van de voorgestelde belastingmaatregelen die van belang kunnen zijn voor werkgever en werknemer, kunnen voor het jaar 2014 de volgende maatregelen verwacht worden:

  • Werkgevers kunnen in 2014 toch nog geconfronteerd worden met de werkgeversheffing (loonbelasting) van 16% voor zover het loon van een werknemer in 2013 meer bedraagt dan 150.000 euro. Deze crisisheffing was in eerste instantie aangekondigd als een eenmalige crisisheffing voor 2013, maar de regering heeft er toch voor gekozen om deze met één jaar te verlengen.
  • Zoals hierboven al aangegeven gaat de arbeidskorting per 1 januari 2014 omhoog met 250 euro.
  • De stamrechtvrijstelling (voor nieuwe ontslagvergoedingen) vervalt per 1 januari 2014. Nieuwe ontslagvergoedingen zullen per 1 januari 2014 bij uitbetaling direct aan heffing worden onderworpen. Een bruto uitkering bij een bank, verzekeraar of eigen stamrecht BV is dus vanaf 2014 niet meer mogelijk. Werknemers hoeven de ontslagvergoeding die in een aparte B.V. zijn ondergebracht, niet meer in periodieke termijnen te laten uitkeren. De regering wil de opname van alle soorten bestaande stamrechten stimuleren door een tijdelijke belastingvrije opname van 20% van het stamrecht te introduceren. De overige 80% wordt zoals gebruikelijk belast bij opname. Daarnaast is er geen revisierente verschuldigd, dat is de rente die men berekent over de afkoopsom van de stamrecht. De voorwaarde daarbij is dat het volledige stamrecht ineens wordt opgenomen.
  • De afdrachtvermindering onderwijs vervalt. Dat is de verzamelnaam voor verschillende afdrachtverminderingen die gerelateerd zijn aan onderwijs zoals de beroepsbegeleidende leerweg of het leerwerktraject vmbo. Deze wordt vervangen door een (nog niet uitgewerkte) nieuwe subsidieregeling.
  • De inkomensafhankelijke bijdrage van werkgevers die geldt voor een zorgverzekering in het buitenland die gelijk wordt gesteld met een zorgverzekering uit de Zorgverzekeringswet, zal in 2014 niet meer tot het loon behoren. De Nederlandse inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet behoorde al sinds 2013 niet meer tot het loon.
  • De eerste schijf van de afdrachtvermindering speur- en ontwikkeling wordt verhoogd tot 250.000 euro. Werkgevers kunnen deze afdrachtvermindering van loonbelasting krijgen voor werknemers die (gekwalificeerd) speur- en ontwikkelingswerk (S&O) verrichten. Het percentage voor de eerste schijf wordt daarbij verlaagd van 38% naar 35%.

Tekst gebaseerd op informatie van de Rijksoverheid

Auteurs

Portret vanKatja Kranenburg - Hanspians
Katja van Kranenburg-Hanspians
Partner
Amsterdam
Robert Jan Dil