Home / Publicaties / Inbreuk op databankrechten

Inbreuk op databankrechten

25/03/2009

De Europese rechter heeft op 5 maart 2009, in de zaak Apis/Lakorda, verduidelijkt wanneer er sprake is van inbreuk op het databankrecht. Het Bulgaarse bedrijf Apis onderhoudt en exploiteert een juridisch informatiesysteem bestaande uit een tweetal modules met onder meer gedigitaliseerde rechtspraak en regelgeving, die tegen betaling toegankelijk zijn. Lakorda, opgericht door oud-medewerkers van Apis, is in de loop van 2006 soortgelijke producten gaan aanbieden. Apis beschuldigt Lakorda ervan inbreuk te maken op haar databankrechten.

Lakorda zou substantiële gedeelten van de databanken van Apis hebben overgezet naar haar eigen databanken. Van één van de modules (Wet en regelgeving) zou zelfs 82,5% zijn overgenomen. Lakorda verweert zich door te stellen dat zij de databanken zelf heeft samengesteld en dat de overeenstemming zou volgen uit het feit dat zij dezelfde bronnen (overheidsinstellingen) gebruiken om de gegevens te verwerven.

Opvraging van gegevens uit andermans databank
Het is in beginsel voor de inbreukvraag niet van belang of de opvrager de gegevens tijdelijk of permanent overbrengt. Wel is dit van belang voor bepaling van de ernst van de inbreuk en daarmee de hoogte van de schade.

Er is sprake van permanente overbrenging bij duurzame opslag van de gegevens op een andere dan de oorspronkelijke drager. Er is sprake van tijdelijke overbrenging bij opslag van de gegevens voor bepaalde tijd op een andere drager, bijvoorbeeld in het werkgeheugen van een computer. Tijdstip van opvraging is het tijdstip waarop de opgevraagde gegevens op een andere drager dan die van de oorspronkelijke databank worden vastgelegd, ongeacht of deze vastlegging permanent of tijdelijk is.

Het doel van de overbrenging is irrelevant voor de beoordeling of er sprake is van opvraging. Ook de aard van de gebruikte computerprogramma's speelt geen rol bij de beoordeling of er sprake is van opvraging en daarmee inbreuk.

Aanwijzing hetzij bewijs voor opvraging
De omstandigheid dat materiële en technische kenmerken (zoals redactionele aantekeningen en hyperlinks) in de inhoud van een databank ook zijn terug te vinden in de andere databank, kan worden opgevat als een aanwijzing dat er sprake is van overbrenging tussen deze twee databanken en dus van opvraging, tenzij andere factoren deze gelijkvormigheid kunnen verklaren. De aanwezigheid van gegevens die de fabrikant van een databank uit niet algemeen toegankelijke bronnen heeft verkregen, in de databank van een andere fabrikant, is op zich geen afdoende bewijs dat er sprake is van opvraging - deze gegevens kunnen immers eveneens rechtstreeks bij dezelfde bronnen verkregen zijn -, maar kan desondanks (ook) een aanwijzing vormen.

Kwantitatief substantieel deel: bescherming individuele onderdelen databank
Indien één of meerdere subgroepen van een databank zelfstandig kwalificeren als een beschermde databank dan moet, voor de vraag of een kwantitatief substantieel deel van de databank is overgenomen, steeds de van die subgroep opgevraagde en/of hergebruikte elementen, worden vergeleken met die subgroep. Is dit niet het geval, dan moeten de opgevraagde en/of hergebruikte elementen worden vergeleken met de gehele databank van de rechthebbende.

Kwalitatief substantieel deel: overnemen van niet publieke gegevens
Het feit dat de gegevens die zijn overgenomen uit niet algemeen toegankelijke bronnen zijn verkregen, kan meespelen bij de vraag of er een kwalitatief substantieel deel is overgenomen.

Conclusie
De Europese rechter heeft onderstreept dat het voor de inbreukvraag belangrijke begrip opvraging ruim moet worden opgevat. Deze beslissing lijkt daarmee gunstig voor databankrechthebbenden.

Auteurs

Portret vanRogier Vrey
Rogier de Vrey
Partner
Amsterdam