Home / Publicaties / Q&A's: Sanctierecht

Q&A's: Sanctierecht

11/03/2010

1) Welke strafbare feiten kent het belastingrecht?
2) Welke beboetbare feiten kent het belastingrecht?
3) Wat is het verschil tussen een verzuimboete en een vergrijpboete?
4) Wanneer is sprake van opzet?
5) Wat is grove schuld?
6) Hoe werkt boeteoplegging?
7) Hoe wordt de hoogte van de boete bepaald?
8) Wat is een pleitbaar standpunt?
9) Wat is afwezigheid van alle schuld?
10) Wanneer is iemand dader, medepleger of medeplichtige?
11) Wanneer is iemand feitelijk leiding- of opdrachtgever?
12) Wat betekent una via?
13) Wat is vrijwillig inkeren en hoe doe je dat?
14) Wat te doen bij een inval van de NMa of de FIOD/ECD?
15) Wat gebeurt er als je als getuige wordt gehoord?v
16) Wat gebeurt er als je aangehouden wordt?
17) Wat is witwassen?
18) Wanneer is sprake van valsheid in geschrift?
19) Wat is een criminele organisatie?
20) Wie is aansprakelijk voor de belastingschulden van de BV?
21) Hoe wordt iemand aansprakelijk gesteld en wat dan?
22) Wanneer krijg ik geen Verklaring omtrent het gedrag (VOG) meer?
23) Kan ik nog een vennootschap oprichten?
24) Wat is de wet Bibob en wat kunnen de gevolgen van een Bibob-onderzoek voor mij zijn?

1) Welke strafbare feiten kent het belastingrecht?

De belangrijkste fiscale strafbare feiten zijn te vinden in de volgende bepalingen van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR):

Artikel 68 lid 2AWR
Degene die ingevolge de belastingwet verplicht is tot:

a. het verstrekken van inlichtingen, gegevens of aanwijzingen, en deze niet, onjuist of onvolledig verstrekt;
b. het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden, andere gegevensdragers of de inhoud daarvan, en deze niet voor dit doel beschikbaar stelt;
c. het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden, andere gegevensdragers of de inhoud daarvan, en deze in valse of vervalste vorm voor dit doel beschikbaar stelt;
d. het voeren van een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de belastingwet gestelde eisen, en een zodanige administratie niet voert;
e. het bewaren van boeken, bescheiden of andere gegevensdragers, en deze niet bewaart;
f. het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 52, zesde lid, en deze niet verleent;
g. het uitreiken van een factuur of nota, en een onjuiste of onvolledige factuur of nota verstrekt;
wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.

Artikel 69 AWR:

1. Degene die opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte niet doet, niet binnen de daarvoor gestelde termijn doet, dan wel een der feiten begaat, omschreven in artikel 68, tweede lid, onderdeel a, b, d, e, f of g wordt, indien het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie of, indien dit bedrag hoger is, ten hoogste eenmaal het bedrag van de te weinig geheven belasting.
2. Degene die opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doet, dan wel het feit begaat, omschreven in artikel 68, tweede lid, onderdeel c, wordt, indien het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie of, indien dit bedrag hoger is, ten hoogste eenmaal het bedrag van de te weinig geheven belasting, met dien verstande dat voor zover de onjuistheid in of onvolledigheid van de aangifte betrekking heeft op belastbaar inkomen als bedoeld in artikel 5.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 de geldboete ten hoogste driemaal het bedrag van de te weinig geheven belasting bedraagt.

Ook in andere fiscale wetten (bijv. de Douanewet) komen strafbepalingen voor.

2) Welke beboetbare feiten kent het belastingrecht?

De vele beboetbare feiten zijn te vinden in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR) maar ook in aparte heffingswetten en zelfs in de Wet op de Invordering. Boetes kunnen het gevolg zijn van het niet, niet tijdig of onjuist doen van een aangifte of het niet tijdig betalen van de belasting daarop. Daarnaast kunnen boetes worden opgelegd voor administratieve nalatigheden als het niet of onjuist doen van bepaalde meldingen of het niet opmaken van documenten zoals facturen en dividendnota's.
Sinds 1 juli 2009 zijn niet alleen de belastingplichtigen en de inhoudingsplichtigen beboetbaar maar ook de medeplegers of feitelijke leidinggevers aan de beboetbare gedraging. Die beboetbare gedraging van de medeplegers moeten zich dan wel na 1 juli 2009 hebben voorgedaan.

3) Wat is het verschil tussen een verzuimboete en een vergrijpboete?

Verzuimboetes zien op administratieve nalatigheden maar ook op niet of te laat aangifte doen of niet of niet tijdig betalen.
Vergrijpboetes zien m.n. op:
- het opzettelijk niet,onjuist of onvolledig doen van aangiftes (primaire aangiftes IB en VPB);
- situaties waarin door opzet of grove schuld de oorspronkelijke aanslag te laag is vastgesteld (navorderingsaanslagen IB en VPB);
- situaties waarin door opzet of grove schuld op aangifte te betalen belasting de te betalen of af te dragen belasting niet of niet tijdig is voldaan (naheffingsaanslagen B.T.W., Loonheffing, dividendbelasting en overdrachtsbelasting)
Het verschil tussen verzuim- en vergrijpboetes ligt kortom in de aanwezigheid van opzet of grove schuld.
In de douanewetgeving bestaat overigens een overeenkomstige regeling.

4) Wanneer is sprake van opzet?

Opzet is "willens en wetens" handelen. In de rechtspraak heeft het opzet een ruimere invulling gekregen: als iemand zich bewust is van het risico dat een bepaald verboden gevolg zal intreden, maar dat risico op de koop toe neemt, dan heeft hij "opzet" op dat gevolg. Dit wordt "voorwaardelijk opzet" of "kansopzet" genoemd.
In theorie zou dit opzetbegrip in fiscale boetezaken en in strafzaken hetzelfde moeten worden ingevuld en uitgelegd, maar in de praktijk komen we hier nog wel eens verschillen tussen de fiscale rechter en de strafrechter tegen.

5) Wat is grove schuld?

Bij grove schuld moet gedacht worden aan ernstige nalatigheid of verregaande slordigheid, die zo laakbaar is dat het verwijt dat de belastingplichtige daarvan gemaakt kan worden bijna net zo erg is als een geval van voorwaardelijke opzet. Het theoretische verschil met voorwaardelijke opzet is, dat de betrokkene hetzij zich het risico op het verboden gevolg niet heeft gerealiseerd (maar hij had het zich wel moeten realiseren), hetzij het risico heeft onderschat (en dus niet heeft aanvaard)
In de (fiscale) praktijk raakt dit theoretische onderscheid vrij gemakkelijk uit het zicht, zodat soms moeilijk is aan te geven waarom in een bepaald geval voor opzet dan wel grove schuld gekozen is - terwijl de bijbehorende boetepercentages toch fors verschillen.

6) Hoe werkt boeteoplegging?

De boete wordt opgelegd door de belastingdienst zelf en mag opgelegd worden door dezelfde ambtenaar die de overtreding constateert. Voor het opleggen van boetes aan medeplegers en feitelijk leidinggevers is toestemming van de dienstleiding nodig. Bij het opleggen van de boete moet ook de reden voor de boete worden genoemd. In de verdere procedure moet een onderscheid worden gemaakt tussen vergrijpboetes en verzuimboetes.
In het geval van de (relatief zwaardere) vergrijpboetes moet de oplegging van de boete worden voorafgegaan door een kennisgeving dat de belastingdienst het voornemen heeft zo'n boete op te leggen. Dan kan de betrokkene verzoeken om inzage in het boetedossier van de belastingdienst, voorafgaand aan een hoorgesprek waarin de betrokkene zijn standpunt over de voorgenomen boete (of de aangekondigde hoogte daarvan) uiteen kan zetten.

Na het hoorgesprek kan de belastingdienst afzien van het opleggen van een boete of deze toch al dan niet tegen een lager bedrag opleggen. Als een boete wordt opgelegd, gebeurt dit meestal gelijktijdig met het opleggen van de aanslag. Boetes die opgelegd worden aan medeplegers of feitelijk leidinggevers moeten los van een aanslag worden opgelegd. Het is immers niet hun aanslag in verband waarmee de boete ontstaat.
Als de boete wordt opgelegd kan daartegen (schriftelijk) bezwaar worden gemaakt. Indien het bezwaar tegen de boetebeschikking wordt afgewezen kan tegen die beslissing beroep worden ingesteld bij de bestuursrechter, sectie fiscaal.
De (relatief lichtere) verzuimboetes worden tamelijk automatisch opgelegd. Als er bezwaar wordt gemaakt tegen die aanslag wordt daarmee automatisch ook bezwaar gemaakt tegen de bijbehorende boete.

7) Hoe wordt de hoogte van de boete bepaald?

De maxima van de boetes die kunnen worden opgelegd staan in de Wet. Verder is er een besluit (het Besluit Bestuurlijke Boetes Belastingdienst, het BBBB), waarin de Staatssecretaris de Belastingdienst voorschrijft wanneer welke boetes tot welke bedragen dienen te worden opgelegd. Omdat het besluit veelal lagere boetes voorschrijft dan de maximale boetes uit de wet vormt het BBBB in feite het plafond voor de boetes die de belastingdienst kan opleggen.

Verzuimboetes worden meestal naar vaste bedragen opgelegd, waarbij die bedragen hoger uitvallen als al eens eerder een verzuimboete is opgelegd. Vergrijpboetes zijn een percentage van het belastingbedrag (maximaal 100% en soms zelfs 300%). Bij grove schuld wordt meestal uitgegaan van een boete van 25% en bij opzet van een boete van 50%. Bijzondere omstandigheden van het geval kunnen daarbij boeteverhogend of boeteverlagend werken. In de praktijk wordt echter door de belastingdienst vastgehouden aan het BBBB. De rechter is echter niet gebonden aan de regels van het BBBB en mag (verder) matigen als hij de boetes ''disproportioneel'' vindt.

8) Wat is een pleitbaar standpunt?

Het begrip "pleitbaar standpunt" geldt vooral voor fiscale boetes.
Een pleitbaar standpunt is een standpunt dat weliswaar onjuist is maar waarvan de belastingplichtige redelijkerwijs kon menen dat het wel juist was op het moment dat het beboetbare feit zich voordeed. Pleitbaarheid is objectief. D.w.z. dat het er niet om gaat welke interessante meningen de belastingplichtige er feitelijk op na heeft gehouden maar of aan de hand van rechtspraak, gezaghebbende auteurs en andere rechtsbronnen tot het ingenomen standpunt kon worden gekomen. Als een standpunt onjuist maar wel pleitbaar is, wordt geen boete opgelegd. Net als bij AVAS (zie 8) geldt dit zowel voor verzuim- als voor vergrijpboetes.

In het strafrecht is minder ruimte voor een pleitbaar standpunt. Strafrechtelijk is vereist dat het pleitbare standpunt ook daadwerkelijk is ingenomen op het moment dat het strafbare feit is begaan.

Accountants en belastingadviseurs doen er goed aan zich ervan te overtuigen dat discutabele posten in de aangifte ten minste goed pleitbaar zijn en dit te documenteren voordat zij deze verwerken in de jaarrekeningen en aangiftes. Laten ze dit na dan kunnen zij vrij snel tot mededader bestempeld worden van een beboetbaar of strafbaar feit.

9) Wat is afwezigheid van alle schuld?

Afwezigheid van alle schuld ("AVAS") is een juridische conclusie, die er toe leidt dat een verdachte niet kan worden veroordeeld (die wordt vervolgens niet vrijgesproken, maar "van rechtsvervolging ontslagen"). Van AVAS is slechts sprake als de verdachte in redelijkheid geen verwijt kan worden gemaakt van het intreden van een verboden gevolg.

10) Wanneer is iemand dader, medepleger of medeplichtige?

Iemand is dader als hij zelf het strafbare of beboetbare feit (in al zijn onderdelen) begaat. Iemand is medepleger als hij samen meteen of meer anderen (die dan ook medeplegers zijn) het strafbare of beboetbare feit begaat. Iemand is medeplichtige als hij opzettelijk behulpzaam is bij het begaan van het strafbare feit, zonder dat zijn bijdrage zo groot is dat hij als medepleger kan worden beschouwd.

11) Wanneer is iemand feitelijk leiding- of opdrachtgever?

Iemand is feitelijk leidinggever als hij wetenschap heeft van de omstandigheid dat door of binnen de onderneming strafbare feiten gepleegd, maar vervolgens nalaat adequate maatregelen te nemen om die feiten te voorkomen of te beëindigen, terwijl hij daartoe wel de bevoegdheid of de mogelijkheden heeft.

12) Wat betekent una via?

Una via betekent dat de belastingdienst en het OM niet beiden hetzelfde feit mogen vervolgen en bestraffen. Er moet dus een keuze worden gemaakt tussen het opleggen van een fiscale boete of het opstarten van een strafrechtelijke vervolging. Is er een boete opgelegd - of is expliciet afgezien van beboeting - dan kan voor dat zelfde feit niet meer strafrechtelijk worden vervolgd. Als een zaak als strafzaak ter zitting wordt aangebracht, kan voor dat zelfde feit niet meer beboet worden. Daarbij moet bedacht worden dat iedere foute aangifte en/of afdracht een zelfstandig feit oplevert, zodat het kan voorkomen dat voor bepaalde aangiften een fiscale boete wordt opgelegd, terwijl voor andere aangiften van dezelfde belastingplichtige het strafrechtelijke traject wordt bewandeld

13) Wat is vrijwillig inkeren en hoe doe je dat?

Inkeren houdt in het verstrekken van gegevens aan de Inspecteur waardoor deze de juiste navorderingsaanslag kan opleggen, in geval de oorspronkelijke aanslag opzettelijk of grof nalatig fout is geweest. De inkeer moet vrijwillig zijn. Dat betekent dat de Inspecteur nog niet bekend mag zijn (of zal worden) met de onjuistheid van de oorspronkelijk aanslag. Als een boekenonderzoek is aangekondigd of anderszins verwacht moet worden dat de Inspecteur bekend is of zal raken met de ontoereikende betalingen of afdrachten is men te laat.

Inkeer kan boetevrij gebeuren binnen 2 jaren nadat de oorspronkelijke aanslag is of moest worden ingediend. Daarna leidt inkeer wel tot een lagere boete maar nog steeds tot boete. Voor oude feiten geldt de oude regeling die geen beperking had tot 2 jaren. Ook in het strafrecht geldt de 2 jaarstermijn niet.
Inkeer is persoonlijk. Iedere belastingplichtige moet zelf inkeren. Medeplegers en feitelijk leidinggevers profiteren niet automatisch van de inkeer van de belastingplichtige.

Het boeterecht kent ook vrijwillige verbetering. Vergrijpboetes (bij naheffingsaanslagen) blijven achterwege indien een belastingplichtige of inhoudingsplichtige vrijwillig de juiste gegevens verstrekt waardoor het te betalen of af te dragen bedrag alsnog kan worden vastgesteld. Bij vrijwillige verbetering blijven ook de verzuimboete achterwege of wordt gematigd indien de bedragen absoluut of relatief niet al te hoog zijn.

14) Wat te doen bij een inval van de NMa of de FIOD/ECD?

Zie onze brochure "Goedemorgen, wij zijn van de Fiod", en bel uw advocaat.

15) Wat gebeurt er als je als getuige wordt gehoord?

Uw verplichting om mee te werken hangt af van wie de vragen stelt. Bestuursrechtelijke handhavers als de fiscus of de Nma kunnen inlichtingen van u vorderen. U bent in het algemeen verplicht aan zo´n vordering te voldoen. Opsporingsinstanties als de Fiod of de Siod kunnen u als getuige aanmerken. U bent dan niet verplicht om mee te werken of antwoord te geven. Als u door een rechter wordt gehoord bent u weer wel verplicht op vragen te antwoorden.

16) Wat gebeurt er als je aangehouden wordt?

De aangehouden persoon wordt overgebracht naar een "plaats van verhoor" - meestal een politiebureau. Daar kan hij 6 uur worden opgehouden voor verhoor. Daarna kan hij door een hogere politieambtenaar "in verzekering" worden gesteld, wat betekent dat de vrijheidsbeneming nog 3 dagen langer kan duren. Daarna beslist de rechter over het voorduren van de vrijheidsbeneming.

17) Wat is witwassen?

Iemand is aan het witwassen als hij op zijn klompen aanvoelt dat geld (of een ander goed) door een misdrijf is verkregen (dit omvat ook geld dat voor de fiscus is verzwegen!), maar dat geld voorhanden heeft, overdraagt, de herkomst verbergt of verhult, verhult wie de rechthebbende op dat geld is, of daaraan verwante handelingen verricht.

18) Wanneer is sprake van valsheid in geschrift?

Een "geschrift" is elke weergave in min of meer duurzame vorm van leesbare tekens. Ook een bedrijfsadministratie als geheel wordt als een geschrift aangemerkt. Als het geschrift niet in alle opzichten is wat het pretendeert te zijn (het is b.v. niet afkomstig van de ondertekenaar, niet op de voorgespiegelde datum ondertekend, of een contract of factuur reflecteert geen werkelijke prestatie), dan is het vals.

19) Wat is een criminele organisatie?

Een criminele organisatie is een samenwerkingsverband van 2 of meer personen (of ondernemingen) die een zekere bestendigheid heeft (enkele maanden is voldoende) en enige structuur, die tot doel heeft het plegen van misdrijven. Die misdrijven hoeven (nog) niet te zijn begaan om van een criminele organisatie te kunnen spreken. Degene die bewust feitelijk participeert in zo'n criminele organisatie is strafbaar.

20) Wie is aansprakelijk voor de belastingschulden van de BV?

Uitgangspunt is dat alleen de B.V. verantwoordelijk is voor haar schulden. In geval van faillissement van de B.V. kan de curator bestuurders aansprakelijk stellen voor het tekort in de boedel. Dan moet er wel sprake zijn van "kennelijk onbehoorlijk bestuur" door de bestuurder.

De Ontvanger kan ook buiten faillissement bestuurders of personen die feitelijk leiding hebben gegeven aan de vennootschap aansprakelijk stellen voor B.T.W., Loonheffing en premies die onbetaald zijn gebleven door de B.V. Voormalige bestuurders kunnen aansprakelijk worden gesteld voor belastingschulden die zijn opgekomen in zijn bestuursperiode. De Ontvanger kan onder bijzondere omstandigheden een bestuurder van een vennootschap ook uit hoofde van onrechtmatige daad aansprakelijk stellen voor onbetaald gebleven belastingschulden.

21) Hoe wordt iemand aansprakelijk gesteld en wat dan?

Categorie 19a. Als de Ontvanger een bestuurder aansprakelijk stelt voor onbetaald gebleven B.T.W., Loonheffing of premies zal hij dit aankondigen en motiveren. Vervolgens volgt een beschikking waarin hij de aansprakelijkstelling vastlegt. De Ontvanger zal nagaan of de B.V. tijdig en schriftelijk de betalingsonmacht gemeld heeft. Is er tijdig gemeld dan moet de Ontvanger bewijzen dat het onbetaald blijven van de belastingschulden te wijten is aan kennelijk onbehoorlijk bestuur van de bestuurder. Daarbij wordt wel uitgegaan van een zekere collectieve verantwoordelijkheid van het bestuur. Als er niet tijdig gemeld is moet de bestuurder bewijzen dat het niet aan hem ligt dat er niet tijdig gemeld is. Slaagt de bestuurder hierin niet dan wordt ervan uitgegaan dat hij kennelijk onbehoorlijk bestuurd heeft en mag hij het tegendeel niet meer bewijzen.

De aansprakelijkheid is hoofdelijk. D.w.z. dat ieder van de bestuurders voor het geheel van de schulden van de B.V. aansprakelijk worden gesteld.

Categorie 19b. Bestuurders die vallen onder deze categorie krijgen ook een beschikking van de Ontvanger waartegen bezwaar en beroep open staat. Ook deze aansprakelijkheid is hoofdelijk en ook hier heeft de Ontvanger weer in principe de vrijheid te kiezen wie hij waarvoor aansprakelijk stelt binnen de grenzen van behoorlijk bestuur. Hier geldt echter niet de meldingsplicht. De bestuurder mag altijd bewijzen dat het niet aan hem te wijten is dat de belastingschulden niet zijn voldaan.

Categorie 19c. Bestuurders die door de Ontvanger aansprakelijk worden gesteld uit hoofde van onrechtmatige daad krijgen net als degenen die door de curator aansprakelijk worden gesteld voor het tekort in de boedel te maken met de normale regels van het civiele recht. Zij zullen dus op enig moment gedagvaard worden en bij de burgerlijke rechter zich moeten verdedigen.

22) Wanneer krijg ik geen Verklaring omtrent het gedrag (VOG) meer?

Een VOG wordt altijd afgegeven met het oog op een bepaald doel. Het Ministerie van Justitie beoordeelt aan de hand van de beschikbare justitiële gegevens (het "strafblad" en de daarmee samenhangende informatie) of de persoonlijke geschiedenis van de aanvrager een risico oplevert, gelet op het doel waarvoor de VOG wordt gevraagd. Dat betekent dat bijvoorbeeld een strafrechtelijke transactie voor het ene doel wél, voor het andere doel geen reden tot weigering van een VOG kan zijn.

23) Kan ik nog een vennootschap oprichten?

Voor het oprichten van een vennootschap is een "verklaring van geen bezwaar" vereist. Deze wordt afgegeven door het Ministerie van Justitie. Zo´n verklaring kan echter worden geweigerd als de geregistreerde gegevens van een (mede)beleidsbepaler van de op te richten vennootschap reden geven om aan te nemen dat er gevaar bestaat dat de vennootschap wordt gebruikt voor ongeoorloofde doeleinden of benadeling van schuldeisers. Op dit moment kunnen eerdere faillissementen, betalingsachterstanden bij belastingdienst of UWV, eerdere strafrechtelijke veroordelingen of eerdere strafrechtelijke transacties (schikkingen) worden meegewogen. Aannemelijk is dat ook fiscale boete´s bij deze afweging een rol kunen spelen.

24) Wat is de wet Bibob en wat kunnen de gevolgen van een Bibob-onderzoek voor mij zijn?

Op grond van de Bibob-procedure kan door een overheid "zachte" informatie worden verzameld over de persoonlijke geschiedenis van een burger (meestal een ondernemer), zijn familie en zijn relaties. Op grond van dit onderzoek kan aan de onderzochte burger een vergunning worden geweigerd of kan (de onderneming van) de burger van overheidsopdrachten worden uitgesloten, namelijk als er naar het oordeel van de overheid gevaar bestaat dat de vergunning of de opdracht mede wordt gebruikt voor witwassen of het plegen van strafbare feiten.

Auteurs

Dian Brouwer