Home / People / Jeroen van Dijk
Portret vanJeroen Dijk

Jeroen van Dijk

Belastingadviseur

CMS
Atrium - Parnassusweg 737
1077 DG Amsterdam
Postbus 94700
1090 GS Amsterdam
Nederland
Talen Nederlands, Engels, Duits

Jeroen van Dijk is als belastingadviseur werkzaam binnen de fiscale praktijk van ons kantoor.

Jeroen heeft een sterke focus op indirecte belastingen (btw en overdrachtsbelasting) en fiscale procesvoering. Hij treedt op voor een breed scala aan cliënten, waaronder financiële instellingen, e-commerce retailers en cliënten in de Nederlandse vastgoedsector. Indien nodig, procedeert hij in belastinggerelateerde geschillen en fiscale procedures (in bezwaar, beroep of uiteindelijk in cassatie bij de Hoge Raad). Daarnaast is hij lid van de CMS ESG Committee en lid van de CMS Tax Disputes Subgroup.

Jeroen is afgestudeerd in fiscaal recht aan de Vrije Universiteit Amsterdam en heeft tevens de driejarige beroepsopleiding van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs afgerond.

Meer Minder

Opleidingen

  • LL.M. Fiscaal recht, Vrije Universiteit Amsterdam
  • LL.B. Rechtsgeleerdheid, Vrije Universiteit Amsterdam
Meer Minder

Feed

25/03/2024
Wetsvoorstel btw-herziening op vastgoeddiensten schiet zijn doel voorbij
Aan het onlangs gepubliceerde con­cept­wets­voor­stel over btw-herziening op diensten aan onroerende zaken kleven volgens Etienne Cox en Jeroen van Dijk nog wel wat haken en ogen. Er is volgens hen sprake...
10/03/2023
Splitsing koop-/aanneming werkt fiscaal
Bij een gesplitste koop-/aan­neemover­een­komst worden er vanuit fiscaal perspectief twee onderscheiden prestaties verricht. Enerzijds de levering van het vastgoed door de verkoper. Anderzijds de verbouwing of sloop/nieuwbouw door de aannemer. Indien het onroerend goed ten tijde van de overdracht als fiscaal oud gebouw kan worden aangemerkt, is de levering btw-vrijgesteld (en doorgaans belast met over­drachts­be­las­ting). Enkel de aanneming is dan btw-belast. Het Europese Hof van Justitie heeft deze fiscale splitsing onlangs expliciet goedgekeurd in de zaak Promo 54 (C‑239/22), waarbij zelfs een sa­men­wer­kings­over­een­komst was gesloten tussen de twee presterende partijen (de verkoper en aannemer). De Belgische casus In de onderhavige casus bij het Europese Hof ging het om een voormalige school die getransformeerd werd tot appartementen en kantoren. In juni 2008 hebben Promo 54 (aannemer) en Immo 2020 (eigenaar) hiertoe een sa­men­wer­kings­over­een­komst ("SOK") gesloten. Op grond van deze SOK is Promo 54 belast met zowel het toezicht op de verbouwing van deze school tot appartementen en kantoren als de verkoop van het onroerend goed. Bij akte van februari 2009 heeft Immo 2020 tevens afstand gedaan van het recht van natrekking ten gunste van Promo 54. Met de kopers werden op dezelfde dag twee overeenkomsten gesloten, te weten een overeenkomst ter zake van de koop van (een gedeelte van) het oude schoolgebouw met Immo 2020 en een aan­neemover­een­komst met Promo 54. De Belgische belastingdienst was van mening dat het ging om een kunstmatig opgesplitste handeling teneinde een onrechtmatig be­las­ting­voor­deel te verkrijgen. Deze handeling betrof volgens de Belgische fiscus in werkelijkheid één enkele levering van nieuwbouw appartementen (btw-belast) in plaats van een verkoop van een oud gebouw (btw-vrij­ge­steld) gevolgd door een renovatie van dat gebouw. Europese Hof keurt splitsing goed: levering oudbouw is btw-vrijgesteld Het Europese Hof oordeelt dat de btw-vrijstelling voor een gebouw tevens geldt voor de levering van een (oud) gebouw waarvan een eerste ingebruikneming reeds in het verleden heeft plaatsgevonden en de verbouwing nog niet is begonnen. Dat het gebouw na de overdracht wordt getransformeerd naar een fiscaal nieuw gebouw, doet daaraan niet af. Dat er een SOK is gesloten tussen de verkoper en de aannemer en de koop-/aan­neemover­een­komst op dezelfde dag wordt gesloten met de kopers lijkt evenmin relevant. Nederlandse vastgoedpraktijk Voor de Nederlandse vastgoedpraktijk is de uitspraak een welkome bevestiging dat de gesplitste koop-/aan­neemover­een­komst vanuit fiscaal perspectief voordelig kan zijn. Indien het eindgebruik van een gebouw niet btw-belast is (bijvoorbeeld bij woningen), dan is het voor de koper batig het object als oud gebouw en dus vrij van btw en belast met over­drachts­be­las­ting te verwerven. Wij benadrukken dat de verkoper dan niet (contractueel) mag instaan voor de realisatie van de (ver)nieuwbouw, maar louter voor de verkoop van de oudbouw. Om mogelijke discussies met de Nederlandse fiscus te voorkomen, raden wij bovendien aan om de aanneming enerzijds en de levering van de oudbouw anderzijds zoveel mogelijk gescheiden te houden. Wij merken vol­le­dig­heids­hal­ve op dat de fiscaal voordeligste route – naast het beoogde eindgebruik van het gebouw – ook van andere factoren kan afhangen, zoals de hoogte van de verschillende kosten (trans­for­ma­tie­kos­ten en aanschafkosten van de oudbouw). Wij raden daarom aan om op voorhand een fiscaal kostenplaatje te maken. Mocht u hierover vragen hebben aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.
27/02/2023
Sa­men­loop­vrij­stel­ling over­drachts­be­las­ting gaat mogelijk vervallen bij...
Vandaag heeft het Ministerie van Financiën een in­ter­net­con­sul­ta­tie gestart ten aanzien van de sa­men­loop­vrij­stel­ling over­drachts­be­las­ting bij aan­de­len­trans­ac­ties met nieuwe onroerende zaken. De consultatie betreft een con­cept­wets­voor­stel dat een einde maakt aan de sa­men­loop­vrij­stel­ling over­drachts­be­las­ting bij de verkrijging van nieuwe onroerende zaken via een (kwalificerend) aandelenbelang in vennootschappen aan wie de eigendom van die onroerende zaken toekomt. Aan­de­len­trans­ac­ties met nieuwe onroerende zaken worden daarmee in de heffing van over­drachts­be­las­ting getrokken (thans tegen een tarief van 10,4%). Btw-vrijgesteld gebruik Een aan­de­len­trans­ac­tie die verband houdt met nieuwe onroerende zaken is thans vanuit fiscaal perspectief met name interessant indien de btw een definitieve kostenpost vormt voor de koper, doordat de koper de onroerende zaak voor btw-vrijgestelde doeleinden gaat gebruiken en daardoor niet in staat is om de ter zake van de aankoop van vastgoed verschuldigde btw terug te vorderen. Btw-vrijgesteld gebruik is onder meer aan de orde bij de btw-vrijgestelde verhuur van woningen en verhuur aan zorg- en on­der­wijs­in­stel­lin­gen. Het is het Ministerie van Financiën klaarblijkelijk een doorn in het oog dat marktpartijen gebruik maken van aan­de­len­trans­ac­ties, waardoor zowel geen btw als over­drachts­be­las­ting verschuldigd is ter zake van de (indirecte) overdracht van het vastgoed. Overigens is van belang op te merken dat in een dergelijk geval meestal wel degelijk 'btw-schade' optreedt aan de zijde van de verkoper die ook aan de koper wordt doorbelast. Het Ministerie noemt deze be­las­ting­be­spa­ren­de structuur weliswaar mogelijk binnen het huidige wettelijk kader –  wegens de toepassing van de zogenoemde doorkijkarresten van de Hoge Raad uit 2007, 2011 en 2018 – maar ongewenst en onbedoeld. Het con­cept­wets­voor­stel In de concept toelichting bij het con­cept­wets­voor­stel geeft het Ministerie aan dat er is gekeken naar verschillende be­leids­al­ter­na­tie­ven in de btw-wetgeving om deze als ongewenst ervaren be­las­ting­be­spa­ring te bestrijden maar dat binnen de btw-regelgeving niet is uitgekomen bij sluitende en werkzame mogelijkheden. Aanpassing van de sa­men­loop­vrij­stel­ling in de over­drachts­be­las­ting wordt het meest doelmatig en doeltreffend geacht. De voorgestelde oplossing – het volledig buitenwerking stellen van de sa­men­loop­vrij­stel­ling in geval van aan­de­len­trans­ac­ties - gaat verder dat het uitsluitend opheffen van het verschil in belastingdruk tussen de directe overdracht van nieuwe onroerende zaken en de overdracht van nieuwe onroerende zaken door middel van aandelen. Op basis van de thans ter consultatie voorgelegde regelgeving is de sa­men­loop­vrij­stel­ling evenmin van toepassing indien de onroerende zaken voor volledig btw-belaste activiteiten gebruikt gaan worden. Het Ministerie merkt op dat deze nadelige gevolgen kunnen worden vermeden door de transactie als een 'sten­en­trans­ac­tie' te structureren. Wij raden aan dat in een vroegtijdig stadium een analyse wordt gemaakt voor lopende projecten om te bepalen of een 'sten­en­trans­ac­tie' voordeliger kan uitpakken indien de voorgestelde aanpassing inderdaad doorgaat. Ook wordt opgemerkt dat het besluit ten aanzien van de sa­men­loop­vrij­stel­ling zal worden gewijzigd: de goedkeuring ten aanzien van deelgerechtigden in niet-rechts­per­so­nen (zoals commanditaire vennootschappen) zal worden geschrapt. In dit stadium gaat we hier niet verder op in. In een recente Newsflash Tax wezen wij op een arrest van het Europese Hof van Justitie waarin is geoordeeld dat de overdracht van een verhuurde onroerende zaak voor de btw kan worden aangemerkt als de overgang van een algemeenheid van goederen. Dit brengt kort gezegd met zich mee dat een verkoper van verhuurde onroerende zaak geen btw in rekening hoeft te factureren over de verkoopprijs, hetgeen voordelig is als het (deels) btw-vrijgesteld wordt verhuurd. In de in­ter­net­con­sul­ta­tie is expliciet benoemd dat dit wetsvoorstel geen wijziging beoogt van deze trans­ac­tie­struc­tuur. Er kunnen twijfels worden geuit of dit resultaat inderdaad wordt bereikt op basis van de ter consultatie voorgelegde regels. Beoogde ingangsdatum: 1 januari 2024 Het wetsvoorstel is nog afhankelijk en onder voorbehoud van politieke besluitvorming, de uitkomsten van de in­ter­net­con­sul­ta­tie en de uit­voe­rings­toets, maar voorgesteld wordt wel deze aanpassing in werking te laten treden met ingang van 1 januari 2024, zonder dat voorzien wordt in een over­gangs­re­ge­ling voor lopende projecten. Reageren op de in­ter­net­con­sul­ta­tie kan nog tot 27 maart 2023.
20/02/2023
Geen btw bij overname verhuurd vastgoed
In de van oorsprong Poolse zaak "W" (C-729/21) heeft het Europese Hof van Justitie onlangs geoordeeld dat de overdracht van een verhuurd vastgoedobject voor de btw kan worden aangemerkt als de overgang van een algemeenheid van goederen. Dit brengt mee dat de verkoper geen btw in rekening hoeft te factureren over de verkoopprijs, hetgeen met name voordelig is als het vastgoed (deels) btw-vrijgesteld wordt verhuurd. De koper neemt wel lopende her­zie­nings­ter­mij­nen over. In de onderhavige zaak had een koper een verhuurd winkelcentrum verworven, met alle daartoe behorende aanhorigheden en de ermee samenhangende rechten, waaronder de huur­over­een­kom­sten, niet vervallen bouwgaranties, intellectuele eigendomsrechten en websites. De verkoper had evenwel niet zijn gehele onderneming overgedragen; bepaalde overeenkomsten bleven achter. Zo moest de koper onder meer nieuwe contracten sluiten voor het beheer en de verzekering van het object. In de zaak stond centraal of noodzakelijk is dat alle activa en passiva worden overgedragen die betrekking hebben op de onderneming die wordt verkocht, of dat volstaat dat alleen de wezenlijke elementen worden geleverd die noodzakelijk of voldoende zijn voor de uitoefening van de overgedragen onderneming. Volgens het Europese Hof is sprake van de overdracht van een algemeenheid van goederen, als de koper met het geheel van de overgedragen ver­mo­gens­be­stand­de­len een zelfstandige economische activiteit kan uitoefenen. Tevens herinnert het Hof van Justitie dat de overnemer het voornemen moet hebben gehad om de overgedragen onderneming of het overgedragen deel ervan te exploiteren en niet alleen om de betrokken activiteit onmiddellijk te beëindigen en eventueel de voorraden te verkopen. Dat de koper voor de btw-heffing in de plaats treedt van de verkoper is geen voorwaarde voor toepassing van het al­ge­meen­heids­re­gime, maar juist een gevolg daarvan. Uit de verwijzing van de Poolse rechter lijkt te kunnen worden opgemaakt dat de verkoper een pro­ject­ont­wik­ke­laar was die het winkelcentrum had laten realiseren en – ter bevordering van de verkoop – in verhuur had genomen. In de beschikking van het Hof van Justitie wordt daarentegen in het geheel niet ingegaan op de algehele be­drijfs­ac­ti­vi­teit van de verkoper. Daaruit leiden we af dat voor de beoordeling van de vraag of sprake is van de overdracht van een algemeenheid, de aard van de be­drijfs­ac­ti­vi­tei­ten van verkoper en koper niet relevant is (of in ieder geval niet doorslaggevend). Dit temeer omdat niet vereist blijkt dat alle activa en passiva worden overgedragen. Nederland In Nederland is in 2018 door het Gerechtshof Arn­hem-Leeu­war­den geoordeeld dat de verkoop van (kortstondig) verhuurd vastgoed door een pro­ject­ont­wik­ke­laar aan een belegger niet onder de reikwijdte van het begrip algemeenheid van goederen valt. De ontwikkelaar houdt het vastgoed immers niet als belegging maar als voorraad aan en de belegger zet de ont­wik­kel­ac­ti­vi­tei­ten van de pro­ject­ont­wik­ke­laar niet voort. De Hoge Raad heeft dit oordeel van Gerechtshof Arn­hem-Leeu­war­den in 2020 in stand ge­la­ten. In­mid­dels was Hof Arn­hem-Leeu­war­den al op haar uitspraak uit 2018 teruggekomen. In twee zaken uit 2022 oordeelde zij dat juist wel sprake was van de overdracht van een algemeenheid bij de verkoop van een verhuurd pand door een ontwikkelaar aan een belegger. De pro­ject­ont­wik­ke­laar hoefde dus geen btw in rekening te brengen ter zake van de verkoop. Deze zaken liggen nu voor bij de Hoge Raad. Conclusies en aanbevelingen Op basis van de beschikking van het Europese Hof van Justitie en de meest recente uitspraken van Hof Arn­hem-Leeu­war­den, lijkt de overdracht van een verhuurd vastgoedobject door een pro­ject­ont­wik­ke­laar aan een belegger zonder btw te kunnen plaatsvinden. Aan het begrip 'algemeenheid van goederen' moet waarschijnlijk een ruimere betekenis worden gegeven dan blijkt uit de nationale jurisprudentie uit 2018 en 2020. Ont­wik­ke­laars die op basis van laatstgenoemde jurisprudentie btw in rekening hebben gebracht, kunnen deze mogelijk (ambtshalve) terugvragen. Voor een kopende belegger is het van belang om contractueel goed vast te leggen dat niet-aftrekbare btw door de pro­ject­ont­wik­ke­laar wordt gecompenseerd, als komt vast te staan dat de ontwikkelaar onterechte btw heeft gefactureerd. Mocht u hierover vragen hebben aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.
08/02/2023
CMS begeleidt DIF Capital Partners bij verkoop van haar portfolio van goederenwagons
CMS heeft DIF Capital Partners geadviseerd bij de verkoop van 564 goederenwagons aan Wascosa AG, een toonaangevende asset manager van goederenwagons. De transactie zal stapsgewijs in de eerste helft van...
02/02/2023
ESG Ontbijtsessie: ESG & Belastingen
CMS organiseert op donderdag 2 februari 2023 een ontbijtsessie over ESG & Belastingen. Een ron­de­ta­fel­ge­sprek over fiscale advisering & fiscaal ethisch beleid, met als deelonderwerpen de nieuwe Tax Principles...
11/11/2022
Overzicht ESG-interviews
ESG: Environmental, Social & Governance
11/11/2022
ESG & Belastingen
ESG: Environmental, Social & Governance
09/11/2022
Dutch Supreme Court: real estate conversion rarely results in new buildings...
In a preliminary ruling, the Dutch Supreme Court has ruled on the tax classification of substantial modifications and conversions of real estate. Under certain circumstances, such modifications and conversions...
04/11/2022
Hoge Raad: verbouwing leidt zelden tot een fiscaal nieuw gebouw
In een prejudiciële beslissing heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de fiscale kwalificatie van ingrijpende verbouwingen en transformaties. Onder omstandigheden kan daarbij sprake zijn van de vervaardiging...
06/12/2021
Over­drachts­be­las­ting­vrij­stel­ling voor interne netwerken
De Hoge Raad heeft recentelijk een arrest gewezen over de heffing van over­drachts­be­las­ting bij de verkrijging van bronnetten van een warm­te-kou­de-op­slag­in­stal­la­tie (WKO). In de zaak voor de Hoge Raad...
19/04/2021
Verkrijging aandelen in opslagbedrijf mogelijk toch belast met over­drachts­be­las­ting
Afgelopen vrijdag is een arrest van de Hoge Raad verschenen over de heffing van over­drachts­be­las­ting bij de verkrijging van aandelen in een opslagbedrijf (ook wel self-storage of soms zelfs goederenhotel...