Home / People / Jonathan van Ee
Portret vanJonathan Ee

Jonathan van Ee

Advocaat

CMS
Atrium - Parnassusweg 737
1077 DG Amsterdam
Postbus 94700
1090 GS Amsterdam
Nederland
Talen Nederlands, Engels

Jonathan van Ee is als advocaat werkzaam binnen de Praktijkgroep Banking & Finance van CMS. Hij is gespecialiseerd in het (internationaal) insolventie-, financierings- en zekerheidsrecht en herstructureringen. Hij adviseert en procedeert voor Nederlandse en internationale bedrijven en staat regelmatig naast of tegenover een curator of bewindvoerder. Jonathan wordt zelf ook regelmatig als curator aangesteld door de rechtbank Amsterdam.

Jonathan is lid van INSOL Europe, de Nederlandse Vereniging voor Herstructurering (the Dutch Restructuring Association) en van de Nederlandse Vereniging voor Rechtsvergelijkend en Internationaal Insolventierecht (the Netherlands Association for Comparative and International Insolvency Law). Daarnaast is hij bestuurslid bij de Vereniging voor Jonge InsolventieRecht Advocaten (Vereniging JIRA). Hij schrijft als bewerker op regelmatige basis korte stukjes (WENK) bij uitspraken voor het tijdschrift Rechtspraak Insolventierecht (RI) van Wolters Kluwer.

Meer Minder

Opleidingen

  • Beroepsopleiding Advocaten, 2021, Orde van Advocaten
  • Insolventierecht Verdiept, 2019, CPO
  • Recht & Onderneming (LL.M.), 2018, Universiteit Utrecht
  • European & Insolvency Law (LL.M.), 2018, Radboud Universiteit
  • Corporate & Insolvency Law (LL.M.), 2018, Nottingham Trent University
  • Nederlands recht (LL.B.), 2015, Universiteit Utrecht
Meer Minder

Feed

23/10/2023
De Nederlandse curator en zijn Belgische confrater
Het jaarcongres van INSOLAD 2023 is gewijd aan het onderwerp 'De Taak van de Curator'.  In de afgelopen periode is de taak van de curator breder geworden. De curator dient met (steeds) meer belangen...
03/04/2023
Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie
Op 15 november 2023 is de 'Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie' in werking getreden. Deze wet heeft een aantal wijzigingen aangebracht in de regels voor het ontbinden en beëindigen van rechtspersonen zonder baten, zogenaamde 'tur­bo­li­qui­da­ties'. Zo'n turboliquidatie is ook mogelijk als de rechtspersoon nog wel verplichtingen heeft. Er was kritiek op het voormalige systeem omdat dat systeem te weinig waarborgen tegen misbruik bood. Malafide bestuurders konden te gemakkelijk toewerken naar een situatie waarin de baten ontbraken op het moment van ontbinding zonder dat zij verantwoording hoefden af te leggen en schuldeisers (gedeeltelijk) onbetaald achter bleven. Schuldeisers hadden vervolgens vrijwel geen informatie tot hun beschikking om te beoordelen of de liquidatie wel op de juiste wijze had plaatsgevonden. De nieuwe wet laat de mogelijkheid om een rechtspersoon via turboliquidatie te beëindigen nadrukkelijk intact maar beoogt tegelijkertijd de positie van schuldeisers bij turboliquidaties te verbeteren door de transparantie te vergroten en misbruik tegen te gaan door de invoering van een ver­ant­woor­dings­plicht en een uitbreiding van het civielrechtelijk bestuursverbod. De invoering van de wet is door de wetgever in een stroom­ver­snel­ling gebracht in verband met de COVID-19 pandemie. De wetgever wil namelijk met de wet ook ondernemers tegemoet komen die door de COVID-19 pandemie in zwaar weer terecht zijn gekomen en die buiten een faillissement hun onderneming willen beëindigen. De maatregelen kennen vooralsnog een tijdelijke aard en zullen in principe gelden voor twee jaar (vervalt in principe op 15 november 2025). De wet bevat echter ook de mogelijkheid om de toepasselijkheid van de maatregelen bij Koninklijk Besluit te verlengen. Ver­ant­woor­dings­plicht (2:19b BW) Financiële verantwoording; de­po­ne­rings­plicht Om misbruik van de turboliquidatie zoveel mogelijk te voorkomen, heeft de wetgever een financiële ver­ant­woor­dings­plicht voor het bestuur geïntroduceerd. Het bestuur zal bij de registers waar de te liquideren rechtspersoon is ingeschreven moeten deponeren:een balans en een staat van baten en lasten met betrekking tot:o het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden; eno het voorafgaande boekjaar als er op het moment van de ontbinding nog geen jaarrekening over dat boekjaar openbaar is gemaakt;een beschrijving van:o de oorzaak van het ontbreken van baten;o de wijze waarop de baten te gelde zijn gemaakt en de wijze waarop de opbrengsten zijn verdeeld;o de redenen waarom een of meerdere schuldeisers (gedeeltelijk) onbetaald zijn gebleven;de jaarrekeningen ten aanzien van de voorafgaande boekjaren waarvoor al een publicatieplicht bestond (2:394 lid 3 BW). De verplichting om deze stukken te deponeren heeft als doel schuldeisers beter in staat te stellen na te gaan of de baten van de ontbonden rechtspersoon op rechtmatige wijze te gelde zijn gemaakt en geldt ook als alle schuldeisers zijn voldaan. Als er geen baten (meer) waren, kan de schuldeiser op basis van deze stukken nagaan waarom dat het geval was. De schuldeiser kan de redenen van het bestuur om bepaalde schuldeisers wel en andere schuldeisers niet te voldoen zelf toetsen. Het bestuur van de ontbonden rechtspersoon zal deze informatie binnen veertien dagen na de ontbinding moeten deponeren. Communicatie richting schuldeisers Het bestuur dient de schuldeisers van de ontbonden rechtspersoon zo snel mogelijk ("onverwijld") schriftelijk mededeling te doen van de deponering van de hiervoor bedoelde stukken, zodat zij daarvan tijdig kennis kunnen nemen. Met deze regel wil de wetgever voorkomen dat schuldeisers er bij toeval en dus mogelijk te laat achter komen dat hun schuldenaar niet meer bestaat. De term "schriftelijk" omvat ook mededelingen langs elektronische weg (bijvoorbeeld via e-mail). Civielrechtelijk bestuursverbod In het geval van een turboliquidatie van een rechtspersoon waarbij schulden (gedeeltelijk) onbetaald zijn gebleven, kan het Openbaar Ministerie de rechtbank verzoeken een bestuursverbod op te leggen aan een bestuurder als deze:niet aan de de­po­ne­rings­ver­plich­ting van 2:19b BW heeft voldaan; ofin aanloop naar de ontbinding doelbewust een of meer schuldeisers aanmerkelijk heeft benadeeld; often minste tweemaal eerder betrokken was bij een faillissement of een ontbinding zonder baten met achterlating van schulden van een rechtspersoon en hem daarvan een persoonlijk verwijt treft. Het civielrechtelijk bestuursverbod beoogt te voorkomen dat bestuurders onwenselijke activiteiten voortzetten of herhalen in een nieuw op te richten rechtspersoon en op deze manier opnieuw schuldeisers benadelen. Het bestuursverbod bij turboliquidaties sluit nauw aan bij de regeling voor het bestuursverbod in geval van een faillissement (artikel 106a tot en met 106d Fail­lis­se­ments­wet), onder meer van toepassing op bestuurders die zich – kort gezegd – schuldig hebben gemaakt aan (fail­lis­se­ments)frau­de of kennelijk onbehoorlijk bestuur in de periode van drie jaar voorafgaand aan een faillissement. De gevolgen van een dergelijk civielrechtelijk bestuursverbod kunnen dus ook toepassing vinden bij een turboliquidatie waarbij niet alle regels goed zijn opgevolgd. Het verbod kan op verzoek van het Openbaar Ministerie worden opgelegd voor maximaal vijf jaren en vormt een beletsel voor de uitoefening van een functie als bestuurder of commissaris bij rechtspersonen. Een benoeming in strijd met het verbod is nietig. Feitelijk beleidsbepalers Ook ten aanzien van personen die feitelijk het beleid van de ontbonden rechtspersoon (mede) hebben bepaald, kan om het opleggen van een civielrechtelijk bestuursverbod worden verzocht als het bestuur van de ontbonden rechtspersoon niet aan de hiervoor bedoelde verplichtingen heeft voldaan. Economisch delict; inzagerecht schuldeisers Niet-naleving van de financiële ver­ant­woor­dings­plicht wordt tevens strafrechtelijk gesanctioneerd als een economisch delict, waarvoor een maximum straf van zes maanden hechtenis, taakstraf of geldboete van de vierde categorie (dat wil zeggen maximaal € 25.750,-) geldt. Als het bestuur van de rechtspersoon de financiële ver­ant­woor­dings­plicht niet is nagekomen, verkrijgen de schuldeisers een recht op inzage in de bewaarde administratie van de ontbonden rechtspersoon. Zij kunnen dit recht alleen met machtiging van de kantonrechter uitoefenen. Afsluiting Met de invoering van de nieuwe regeling heeft de wetgever antwoord gegeven op de kritische geluiden die in de praktijk klonken ten aanzien van de voormalige wetgeving voor tur­bo­li­qui­da­ties. Tegelijkertijd hoopt de wetgever een helpende hand toe te reiken aan bestuurders die hun onderneming willen beëindigen als gevolg van de (vertraagde) effecten van de COVID-19 pandemie. De wet is sinds 15 november 2023 in werking getreden voor een periode van twee jaar van kracht en wordt daarna mogelijk verlengd. Indien u een be­drijfs­be­ëin­di­ging buiten faillissement overweegt, voelt u zich vrij om contact op te nemen met één van onze experts. U vindt hun contactgegevens aan de rechterzijde van deze pagina.
07/07/2022
Hoge Raad: on­o­ver­draag­baar­heids­be­ding met goe­de­ren­rech­te­lij­ke werking leidt...
Op 1 juli 2022 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen (ECLI:NL:HR:2022:984) over de gevolgen van een on­o­ver­draag­baar­heids­be­ding met goe­de­ren­rech­te­lij­ke werking. In dit arrest beantwoordt de Hoge Raad de...
08/06/2020
Parliamentary adoption of the act on confirmation of private restructuring...
On 26 May 2020, the Act on the confirmation of private restructuring plans (Wet homologatie onderhands akkoord or WHOA) was adopted by the Dutch parliamentary House of Representatives (Tweede Kamer)...