Home / Publicaties / Aftrekbeperking voor overname holdings en buitenlandse...

Aftrekbeperking voor overname holdings en buitenlandse filiaalverliezen

09/12/2009

Tijdens de parlementaire behandeling in de Tweede Kamer van het belastingpakket 2010 heeft staatssecretaris van Financiën, Jan Kees de Jager, toegezegd in een brief de stand van zaken van mogelijke maatregelen in de vennootschapsbelasting te schetsen. Hieronder volgt een korte samenvatting van de mogelijke maatregelen.

Aftrekbeperking voor overnameholdings
Een belangrijk probleem - ook in de publieke opinie - zijn overnames van Nederlandse ondernemingen door (buitenlandse) investeerders, waarbij de overname bovenmatig is gefinancierd met schulden (groeps- en derdenleningen). Van deze schulden wordt de rente ten laste gebracht van het fiscale resultaat van de overgenomen onderneming. Financieel gezonde ondernemingen torsen na zo'n overname een grote schuldenlast met zich mee. Dit gaat ten koste van de schatkist en leidt tot een verstoring van de concurrentieverhouding tussen overgenomen ondernemingen en ondernemingen die op eigen kracht staande moeten blijven. De Jager is dan ook voornemens om een aftrekbeperking voor overnameholdings in te voeren. De vormgeving zal gericht zijn op het bestrijden van excessieve renteaftrek en tegelijkertijd reële financieringsverhoudingen ontzien.

Beperking verliesverrekening buitenlandse filialen
Een element dat de laatste maanden naar voren is gekomen, betreft de mogelijkheid voor internationaal opererende ondernemingen om verliezen van buitenlandse filialen (vaste inrichtingen) te verrekenen met Nederlandse winsten. Deze verliesverrekening wordt teruggenomen als het filiaal later winsten behaalt. Hoewel er in beginsel dus slechts sprake is van een timingvoordeel, kan het terugnemen van verliezen bijvoorbeeld door het omzetten van het filiaal in een dochtervennootschap, zeer lang worden uitgesteld. Verder kan de vraag gesteld worden of het reëel is om buitenlandse verliezen ten laste te laten komen van de Nederlandse grondslag. De Jager overweegt dan ook om te komen tot een meer gelijke behandeling van vaste inrichtingen en deelnemingen. Dat zou betekenen dat buitenlandse verliezen, net als nu al het geval is bij buitenlandse winsten van dochterondernemingen, buiten de Nederlandse grondslag blijven. In dat geval acht De Jager het ook consequent de zogenoemde onderworpenheidseis voor actieve vaste inrichtingen te laten vervallen.

Aftrekbeperking voor deelnemingsrente en 'earningsstripping'
Een aftrekbeperking voor deelnemingsrente zou een bestaande mismatch in de vennootschapsbelasting wegnemen. Hierbij geldt als randvoorwaarde dat de vennootschapsbelasting internationaal gezien concurrerend moet blijven. Daarom gaat de voorkeur van De Jager er nu naar uit om geen aftrekbeperking voor deelnemingsrente of 'earningsstripping'-regeling voor te stellen.

Verplichte groepsrentebox
Ook wat betreft de verplichte rentebox is sprake van een dilemma. De voorkeur van De Jager gaat er dan ook naar uit om een verplichte groepsrentebox alleen in te voeren als het klimaat voor (buitenlandse) investeringen voldoende kan worden gespaard. Op basis van de huidige inzichten is het zeer de vraag of dit mogelijk is.