Home / Publicaties / Algemene Wet Gelijke Behandeling / Grondbeginsel van...

Algemene Wet Gelijke Behandeling / Grondbeginsel van Gelijke Behandeling

24/05/2011

Niet rekening houden met duur van de arbeidsrelatie vóór de leeftijd van 25 jaar bij berekening van de opzeggingstermijn van de arbeidsovereenkomst - geen bescherming van gewettigd vertrouwen voor werkgevers

Thans werd ook door het "Bundesarbeitsgericht (BAG)"[Duitse federale rechtbank van arbeidszaken] bekrachtigd: voor werkgevers, die § 622, lid 2, zin 2 van het (Duits) Burgerlijk Wetboek ["Burgerliches Gesetzbuch (BGB)"] vóór het besluit van het Europese Hof van Justitie in 2010 hebben toegepast, geldt geen bescherming van gewettigd vertrouwen.
Achterliggende feiten: op 19 januari 2010 heeft het Europese Hof van Justitie § 622, lid 2, zin 2 BGB niet meer van toepassing verklaard, omdat dit in strijd zou zijn met het Europees recht. Deze norm bepaalt dat de duur van de arbeidsrelatie van een werknemer, die gelegen is voor de leeftijd van 25 jaar, niet worden meegenomen bij de berekening van de opzegtermijn van de arbeidsovereenkomst met deze medewerker. Volgens het Europees Hof van Justitie vormde dit een discriminatie op grond van leeftijd. In tal van gevallen hebben werkgevers in het verleden echter opzegtermijnen bij ontslag berekend zonder rekening te houden met het besluit van het Europees Hof van Justitie omdat de betreffende gevallen gelegen waren vóór de dag van dit rechtelijk oordeel. Aan die bedrijven komt in dat opzicht geen bescherming toe van gewettigd vertrouwen. De rechtbanken (nu ook de BAG) zijn nu van oordeel dat in dat geval de opzegtermijnen te kort zijn.

Bron: CMS Hasche Sigle, Update Arbeitsrecht