Home / Publicaties / De gevolgen van de “robuuste EHS” voor boeren

De gevolgen van de “robuuste EHS” voor boeren

01/02/2013

De Ecologische hoofdstructuur (EHS) is een netwerk van grote en kleine natuurgebieden waarin de natuur (plant en dier) voorrang heeft en wordt beschermd.

De provincies hebben eind 2011 met de toenmalige staatsecretaris Henk Bleker in het onderhandelingsakkoord afgesproken dat de EHS zou worden teruggebracht van 728.500 hectare naar 600.000 hectare. Daarnaast was ook de grondverwerving ten behoeve van het realiseren van ecologische verbindingen tussen natuurgebieden gestopt en zouden er na 2021 geen investeringen meer plaatsvinden in de EHS.

Inmiddels is echter in het regeerakkoord van het kabinet Rutte II opgenomen dat de EHS, inclusief verbindingen, alsnog wordt gerealiseerd. Wel is de einddatum van 2021 voor het realiseren van de EHS losgelaten en is er nog geen nieuwe deadline. Tevens vindt premier Rutte dat bij de evaluatie in 2016 dient te worden bekeken of deze nieuwe plannen geen onevenredige gevolgen voor de economie hebben.

De agrarische sector wordt in het regeerakkoord ‘een belangrijke economische motor’ genoemd, dat klinkt gunstig, maar daarnaast vergroot dit zelfde regeerakkoord voor agrarische ondernemers ook het risico van onteigening ten behoeve van de natuur.

De ambtsvoorganger van Staatssecretaris Dijksma schrijft in een brief aan de Tweede Kamer ( 30825, nr. 186) dat er een maximum aan de jaarlijks te realiseren hectares natuur (inrichting en verwerving) zit, maar het kabinet zet daarbij wel in op een “robuuste” EHS waarbij de internationale doelen leidend zijn. Dat wil zeggen: een kop op de eerdere afspraken van het Natuurakkoord inzake de herijkte EHS.

Het Rijk beschikt over gronden die gelegen zijn binnen de EHS en ruilgronden die gelegen zijn buiten de EHS. Over deze gronden zijn door het vorige kabinet afspraken gemaakt met de provincies. De kern van deze afspraken is dat de gronden benut kunnen worden om te ruilen, als dekking voor nieuwe aankopen en voor de inrichting van verworven gronden als natuurgebieden.

Net als haar ambtsvoorganger geeft ook Staatssecretaris Dijksma aan (30825, nr. 187) in overleg te willen gaan met alle betrokkenen, in het bijzonder de provincies. Er zullen afspraken worden gemaakt over het tempo, tijdpad, begrenzing en de inzet van de middelen. De “robuuste” EHS resulteert in een duidelijke «plus» ten opzichte van het natuurbeleid van het voorgaande kabinet.

Voor meer informatie over de realisering van de EHS en de gevolgen daarvan voor uw specifieke situatie kunt u contact opnemen met Robbert van Opstal en/of Susanne van der Linden.

Auteurs

Janneke van Loenen - de Wild