Home / Publicaties / Eerste voorlopige uitspraak exploitatieplan; zijn...

Eerste voorlopige uitspraak exploitatieplan; zijn verzoekers om schorsing belanghebbenden bij exploitatieplan?

18/08/2009

In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is een nieuw instrument voor kostenverhaal geïntroduceerd: het exploitatieplan. Het doel hiervan is om het kostenverhaal voor gemeenten te verbeteren. Evenals dit het geval was onder de oude Wet op de ruimtelijke ordening, zal doorgaans worden getracht om de grondexploitatiekosten zoveel mogelijk te verhalen door middel van het sluiten van een privaatrechtelijke overeenkomst. Voor het geval dit niet lukt, verplicht de Wro tot het vaststellen van een exploitatieplan. De kosten worden uiteindelijk in rekening gebracht bij de verlening van de bouwvergunning.

Koppeling exploitatieplan en bestemmingsplan in Wro
In de Wro is het vaststellen van een exploitatieplan gekoppeld aan het vaststellen van een bestemmingsplan of een projectbesluit. Beide plannen moeten tegelijkertijd worden vastgesteld. Niettemin voorziet de Wro maar in een eenzijdige koppeling; bij vaststelling van een exploitatieplan moet ook het bestemmingsplan op dezelfde dag worden vastgesteld. Een vergelijkbare bepaling ten aanzien van de vaststelling van een bestemmingsplan of een projectbesluit komt niet voor in de Wro. In het kader van de rechtsbescherming worden alleen het vastgestelde exploitatieplan en het bestemmingsplan aangemerkt als één voor beroep vatbaar besluit. Het gevolg is dat het beroep tegen een bestemmingsplan in feite ook het exploitatieplan raakt. De vraag die hierover in de vakliteratuur is gerezen, is wat het lot is van het bestemmingsplan als het exploitatieplan wordt vernietigd. Deze vraag geldt ook voor de omgekeerde situatie dat het bestemmingsplan wordt vernietigd. Gaat het bestemmingsplan ook onderuit als het exploitatieplan onrechtmatig wordt bevonden en vice versa? De meningen hierover lopen uiteen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zal dus in toekomstige rechtspraak moeten aangeven hoe zij de samenhang tussen een exploitatieplan en een bestemmingsplan ziet.

Recent voorbeeld niet-belanghebbende exploitatieplan
Recent heeft de voorzitter van de Afdeling nog niet een voorlopig standpunt over deze vraag ingenomen, maar wel over een kwestie die daarmee indirect samenhangt. Het betreft de vraag of degenen die beroep hebben ingesteld tegen het vaststellingsbesluit van een bestemmingsplan en een exploitatieplan, rechtstreeks in hun belangen worden getroffen door het exploitatieplan. Alleen als daarvan sprake is worden zij ontvangen in de procedure tot schorsing. De voorzitter constateert dat deze verzoekers noch eigenaar zijn van gronden in het betrokken gebied, noch contractspartijen zijn bij een gesloten grondexploitatieovereenkomst. Onder die omstandigheden vindt de voorzitter dat zij geen belanghebbenden zijn bij het exploitatieplan en verklaart hen niet-ontvankelijk in hun verzoek om schorsing. Daarbij overweegt de voorzitter dat hun grief dat het bestemmingsplan financieel niet uitvoerbaar zal zijn, hen nog niet tot belanghebbenden bij het exploitatieplan maakt.

De voorzitter rondt de uitspraak af met een overweging van algemene aard. Hij overweegt dat schorsing van delen van het bestemmingsplan niet reeds met zich brengt dat ook het exploitatieplan geheel of gedeeltelijk wordt geschorst. Of daarvan sprake zal zijn hangt af van de feiten en omstandigheden van het geval.

Deze uitspraak biedt een bruikbare vingerwijzing voor de praktijk. In vergelijkbare juridische situaties kan een beroep worden gedaan op niet-ontvankelijkheid van de procespartij. Het verweer zal slagen als die partij geen grondpositie heeft in het plangebied en ook geen exploitatieovereenkomst heeft gesloten met de gemeente. Evenwel is het houden van een slag om de arm hierbij geboden. Afgewacht moet worden of de Afdeling dit standpunt in de bodemprocedure overneemt.