Home / Publicaties / Geen instemming ondernemingsraad vereist voor tijdelijk...

Geen instemming ondernemingsraad vereist voor tijdelijk stopzetten winstdelingsregeling

31/10/2012

Een in Nederland gevestigde werkgever ("Werkgever") heeft ongeveer 650 werknemers in dienst. Werkgever maakt deel uit van een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde, beursgenoteerde onderneming ("Moedermaatschappij"). Op de arbeidsovereenkomsten tussen Werkgever en haar werknemers is geen CAO van toepassing.
In 2002 is bij Werkgever als arbeidsvoorwaarde de zogeheten "Allshare regeling" geïntroduceerd. Dit is een bonusregeling die inhoudt dat werknemers aandelen verkrijgen bij het behalen van prestatiedoelstellingen (bedrijfsresultaat/winst) door de Moedermaatschappij. Vanaf 2002 tot 2011 heeft Werkgever haar werknemers ieder jaar een aanspraak op grond van de Allshare regeling toegekend. Per 2007 is de regeling voor de werknemers in het Verenigd Koninkrijk afgeschaft.
In juni 2011 heeft Werkgever het voorbeeld van de Moedermaatschappij gevolgd en deelt haar werknemers mede dat de laatste jaren de prestatiedoelstellingen niet zijn gehaald en dat daarom is besloten om tot nader order geen toekenningen meer te doen in het kader van deze regeling. De Ondernemingsraad ("OR") deelt het standpunt van Werkgever niet en legt de zaak, na bemiddeling door de bedrijfscommissie, voor aan de kantonrechter te Amsterdam.

Standpunt OR

De OR stelt zich op het standpunt dat de Allshare regeling als een winstdelingsregeling dient te worden gezien. De toekenning van een aanspraak op grond van de Allshare regeling is afhankelijk van resultaten op concern niveau. Als de prestatiedoelstellingen worden behaald, dan is de toekenning en de daarop volgende winstuitkering voor alle werknemers gelijk. De uitkering is daarmee niet afhankelijk van individuele prestaties, maar uitsluitend afhankelijk van de prestaties van de onderneming. Daarom is sprake van een winstuitkering. Nu Werkgever te kennen heeft gegeven om tot nader order geen uitkering meer toe te kennen, is sprake van een wijziging van het winstdelingssysteem aldus de OR.
Alvorens het besluit kan worden genomen om geen bonus uit te keren in het kader van de Allshare regeling, dient Werkgever ingevolge de Wet op de Ondernemingsraden ("WOR") dit voorgenomen besluit ter instemming aan de OR voor te leggen. Nu Werkgever het voorgenomen besluit niet ter instemming aan de OR heeft voorgelegd, acht de OR dit besluit nietig.

Standpunt Werkgever

Werkgever betwist dat de Allshare regeling als een winstdelingsregeling in de zin van de WOR kan worden aangemerkt, aangezien de werknemers geen recht wordt gegeven op een aandeel in de winst. Volgens Werkgever bestaat geen verplichting om daadwerkelijk een deel van de winst aan deze gratis aandelenregeling toe te kennen. De uitgifte van aandelen op basis van de Allshare regeling is een discretionaire bevoegdheid van Werkgever/Moedermaatschappij. Het opschorten van de toekenningen in het kader van de Allshare regeling tot nader order is geen wijziging of intrekking in de zin van de WOR, aldus Werkgever.

Beoordeling kantonrechter

De kantonrechter oordeelt dat alleen als sprake is van een positief resultaat een deel van dat positieve resultaat wordt toegewezen aan de Allshare regeling teneinde "gratis" aandelen toe te wijzen aan de werknemers, of, in alle landen buiten het Verenigd Koninkrijk, aan hen een geldsom gratis ter beschikking te stellen. De kantonrechter oordeelt dat de Allshare regeling tot doel heeft, dan wel de strekking heeft, een regeling te bieden waar de werknemers, onafhankelijk van individuele prestaties, meedelen in een jaarlijks vast te stellen deel van de winst. Er is dus wel degelijk sprake van een winstdelingsregeling in de zin van de WOR, aldus de kantonrechter.
De Allshare regeling is bedoeld om gedurende meerdere jaren van toepassing te zijn, waarbij de directie beslist hoeveel winst wordt gebruikt. Het feit dat de Moedermaatschappij de regeling heeft stopgezet, betekent niet dat de Nederlandse OR geen instemmingsrecht toekomt. Het niet toekennen van een uitkering over 2011 is echter niet instemmingsplichtig, nu de jaarlijkse beslissing om wel of geen winst aan de Allshare regeling toe te kennen buiten het instemmingsrecht valt. Wanneer er echter twee of drie jaar geen uitkering wordt gedaan, mag ervan worden uitgegaan dat de regeling is stopgezet. Dat besluit is wél instemmingsplichtig, aldus de kantonrechter.

Conclusie

Kortom, uit deze uitspraak volgt dat de jaarlijkse beslissing om wel of geen winst aan een winstdelingsregeling toe te kennen buiten het instemmingsrecht van de OR valt. Het volledig stopzetten van een dergelijke regeling is echter wel instemmingsplichting. In eerdere rechtspraak is een wijziging van een winstdelingsregeling echter wél regelmatig instemmingsplichtig geacht.

Tips

Gelet op het bovenstaande is het van belang om tijdig in kaart te brengen of een mogelijke wijziging van een winstdelingsregeling de instemming van de OR vereist, zeker als hier in het verleden met de OR afspraken over zijn gemaakt.

Auteurs

Frank Verlaan