Home / Publicaties / Nieuwe regels in de autosector

Nieuwe regels in de autosector

23/02/2010

Per 1 juni 2010 verliest de autosector een groot deel van haar uitzonderingspositie voor wat betreft Europese mededingingsregels. Voor deze sector treden dan nieuwe Europese regels in werking voor aftersalesdiensten en onderdelendistributie. Deze aftersalesactiviteiten vallen dan onder hetzelfde regime als de distributie van andere producten en diensten. Per 1 juni 2013 geldt dit ook voor de distributie van nieuwe auto's. In aanvulling op deze algemene regels zal voor aftersalesactiviteiten nog een aantal aanvullende regels gelden.  Voor de verkoop van nieuwe auto's acht de Europese Commissie geen aanvullende regeling nodig.

Nieuwe distributieregels per 1 juni 2010

Per 1 juni 2010 geldt voor de distributie van alle producten binnen de Europese Unie een nieuwe Europese 'groepsvrijstellingsverordening' op grond waarvan bepaalde mededingingsbeperkende afspraken in overeenkomsten zijn toegestaan. Voorwaarde is dat de marktpositie van de betrokken partijen niet te sterk is. Als grens geldt dat beide partijen een marktaandeel hebben dat niet hoger is dan 30%.

Thans geldt voor de automotive sector een sectorspecifieke regeling die van kracht is tot 1 juni 2010. Vanaf dat moment geldt voor overeenkomsten met betrekking tot aftersalesdiensten voormelde nieuwe groepsvrijstellingsverordening aangevuld met een nieuwe sectorspecifieke regeling. Voor overeenkomsten voor de verkoop van auto's blijven de voorwaarden tot 1 juni 2013 van kracht, zoals opgenomen in de huidige regeling , waarna ook de nieuwe algemene regeling zal gelden, zij het zonder aanvullende sectorspecifieke verordening. Indien bovengenoemde marktaandeeldrempels van 30% niet worden overschreden, zijn een aantal beperkingen toegestaan die nieuw zijn voor de automotive sector.

Door de toepasselijkheid van de nieuwe algemene regeling zijn de belangrijkste wijzigingen voor de automotive sector:

- Combinatie van selectieve en exclusieve distributie

Onder de huidige regeling kunnen autofabrikanten en autoleveranciers kiezen tussen een selectief distributiesysteem en een exclusief distributiesysteem. Bij een selectief distributiesysteem is het dealers niet toegestaan aan niet-erkende wederverkopers te verkopen. Bij een exclusief distributiesysteem wordt dealers een exclusief gebied toegewezen waarbinnen andere dealers niet actief mogen verkopen. Onder de algemene groepsvrijstelling kunnen beide systemen ook worden gecombineerd, met dien verstande dat ook actieve verkoop buiten een toegewezen gebied moet zijn toegestaan.

- Mogelijkheid van koppeling autoverkoop en aftersales

Onder de huidige regelgeving moet een dealer de mogelijkheid hebben aftersalesdiensten uit te besteden aan een erkende aftersalesdealer. Onder de nieuwe regelgeving kunnen autodealers echter worden verplicht ook aftersaleswerkzaamheden zelf te verrichten.

- Merkexclusiviteit

De grootste wijziging ten opzichte van de huidige automotive-regeling zit in de mogelijkheid multibranding te beperken. Zo kunnen afnameverplichtingen van 100% worden overeengekomen gedurende een maximale looptijd van vijf jaar, of van 80% van de totale behoefte voor overeenkomsten die voor onbepaalde tijd zijn aangegaan. Onder het oude regime zijn in de automotive-sector slechts afnamebedingen toegestaan tot 30% van de totale behoefte.

- Non-concurrentiebeding na afloop overeenkomst

Tenslotte kan ook een non-concurrentiebeding worden overeengekomen betreffende verkoop van concurrerende goederen/diensten vanuit dezelfde locatie en dit met een looptijd van maximaal één jaar na afloop van de overeenkomst, mits een dergelijk beding onmisbaar is om overgedragen knowhow te beschermen.

De huidige regeling voor de automotive sector betreft voorts een aantal bepalingen over de looptijd van de overeenkomst en de opzegtermijnen. Deze bepalingen zijn niet meer in de nieuwe Europese regeling opgenomen. Wel hebben de fabrikantenverenigingen ACEA (Europese fabrikanten) en JAMA (Japanse fabrikanten) dezelfde bepalingen opgenomen in een 'Code of Good Practice' waaraan hun leden gebonden zullen zijn. Gezien deze code zullen desbetreffende afspraken niet worden gewijzigd en blijft nog steeds de reguliere opzegtermijn minimaal twee jaar of één jaar in geval van een noodzaak tot reorganisatie en dient een partij die een overeenkomst voor bepaalde tijd niet wenst voort te zetten, dat minimaal zes maanden voor afloop daarvan aan de andere partij te berichten. De minimale looptijd van vijf jaar is echter niet overgenomen in deze 'Code of Good Practice', zodat onder de nieuwe regelgeving ook overeenkomsten voor korter dan vijf jaar kunnen worden aangegaan. Ook de overdracht van het dealerschap aan derden kan onder de nieuwe regels worden beperkt. Het is dan niet meer zo dat verkoop binnen het netwerk altijd moet zijn toegestaan.

Voor het overige leidt de nieuwe regelgeving niet tot wijzigingen. Zo blijven verticale prijsbinding en exportbelemmeringen verboden en moeten voertuigen met buitenlandse specificaties gelijkelijk beschikbaar blijven.

Specifieke regels voor de automotive sector

- Marktaandeeldrempels verkoop nieuwe auto's

Zoals aangegeven, stelt de nieuwe regelgeving als eerste voorwaarde dat de marktaandelen van beide partijen niet meer dan 30% bedragen. De Europese Commissie stelt zich evenwel op het standpunt dat een kwantitatief selectief distributiesysteem van nieuwe auto's naar verwachting ook nog kan profiteren van de vrijstelling, als de marktaandelen van partijen niet meer dan 40% bedragen.

- Marktaandeeldrempels aftersales

Voor de distributie van aftersales-producten en -diensten geldt voormelde versoepeling van de marktaandeeldrempel tot 40% niet. Aangezien de marktaandelen op de aftersalesmarkt doorgaans hoger zijn dan de drempels van 30%, zal de vrijstellingsverordening veelal geen soelaas bieden voor aftersalescontracten in de automotive sector. Enkel voor bepaalde reparaties en onderhoudsdiensten zal sprake zijn van meer concurrentie en daardoor lagere marktaandelen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij snelreparaties. Hetzelfde kan gelden voor bepaalde eenvoudige reparaties. Indien een fabrikant/leverancier voor dergelijke reparaties een apart netwerk opzet, zouden die werkzaamheden volgens kwantitatieve selectieve distributie of in combinatie met exclusieve distributie kunnen worden georganiseerd. Bij hogere marktaandelen zal een individuele beoordeling moeten worden gemaakt voor de al dan niet toelaatbaarheid van mededingingsbeperkingen in overeenkomsten. Meestal kan dan gebruik worden gemaakt van kwalitatieve selectieve distributie. In dergelijke systemen zijn enkel kwalitatieve criteria toegestaan. Kwalitatieve criteria zijn criteria die uitsluitend van kwalitatieve aard zijn, noodzakelijk zijn wegens de aard van het contractgoed of de contractdienst, eenvormig zijn neergelegd voor alle distributeurs/reparateurs, niet discriminerend worden toegepast en niet direct of indirect het aantal distributeurs/reparateurs beperken.

- Aanvullende regels voor aftersales

Ten slotte heeft de Europese Commissie in een sectorspecifieke verordening nog drie aanvullende verboden - zogenaamde 'hardcore' - beperkingen uiteengezet, die niet als zodanig in de algemene regelgeving zijn opgenomen. Het betreft het verbod reserveonderdelen te verkopen aan onafhankelijke partijen die dat nodig hebben voor herstel of onderhoud aan een voertuig, het verbod leveranciers van onderdelen of apparatuur te beperken in hun verkoop aan derden en, het verbod voor een fabrikant of leverancier hun merk of logo te vermelden op onderdelen of componenten. Deze verboden gelden echter ook al onder de huidige automotive-regelgeving en zijn dus voor deze sector niet nieuw.

Conclusie

De nieuwe Europese regelgeving voor de automotive-sector biedt met name voor de verkoop van nieuwe auto's meer mogelijkheden dan de huidige regeling. De meest in het oog springende wijziging is de mogelijkheid om merkexclusiviteit overeen te komen. Voor aftersales zijn de verruimde mogelijkheden veelal in de praktijk beperkt door de hogere marktaandelen op de aftersalesmarkten. Voor zover de distributieactiviteiten binnen een bepaald systeem zich echter beperken tot activiteiten waar de marktaandelen de drempels van 30% niet overschrijden, kan ook op aftersalesgebied van de verruimingen worden geprofiteerd. Bij de meeste merken zal dat een opsplitsing vergen van de aftersalesnetwerken.

Auteurs

Portret vanElisabeth Elias
Elisabeth Elias
Advocaat
Amsterdam