Home / Publicaties / Normeren in crisistijd: bezoldiging in de (semi-)...

Normeren in crisistijd: bezoldiging in de (semi-) publieke sector

07/11/2012

Het wetsvoorstel “normering bezoldiging topfunctionarissen (semi-) publieke sector” (“WNT”) ligt voor aan de Eerste Kamer. Onder de semi-publieke sector worden de organisaties begrepen die al dan niet gedeeltelijk door de overheid worden gefinancierd, zoals de provincies, gemeenten en de waterschappen, maar ook onderwijsinstellingen, ziekenhuizen en musea. De verwachting is dat de WNT spoedig zal worden aangenomen en de inwerkingtreding is voorzien per 1 januari 2013. Veelgehoord - en opgeschreven - is dat de WNT “haar schaduw” vooruitwerpt. Dit is niet onbegrijpelijk, omdat de WNT niet alleen gevolgen zal hebben voor “nieuwe” arbeidsovereenkomsten en aanstellingen, maar ook voor bestaande bezoldigingsafspraken.

De WNT voorziet in de normering van de bezoldiging van “topfunctionarissen”. Dit zijn de functionarissen die het hoogste uitvoerende gezag binnen een instelling vervullen, of degenen die aan dit gezag ondergeschikt zijn, maar wel leiding geven aan de gehele organisatie (bijvoorbeeld een algemeen directeur). De normering, is daarnaast niet alleen van toepassing op het basissalaris, maar ook op bonus- en winstdelingsaanspraken en de bedongen ontslagvergoeding. De belangrijkste maatregelen zijn de volgende:

  • De WNT heeft ook gevolgen voor private rechtspersonen, zoals woningcorporaties;
  • Het basissalaris wordt gemaximeerd op € 187.340,- bruto (“De Balkenendenorm”);
  • De belaste onkostenvergoeding mag maximaal € 7.559,- bruto per jaar bedragen;
  • Beloningen betaalbaar op termijn, zoals pensioenlasten en jubileumuitkeringen, mogen jaarlijks maximaal € 28.767,- bruto bedragen;
  • De beëindigingsvergoeding wordt gemaximeerd op € 75.000,- bruto;
  • Er is een verbod om een werknemer betaald vrij te stellen van het verrichten van werkzaamheden, als onderdeel van enige beëindigingsregeling;
  • Een verbod op bonusaanspraken en winstdeling;
  • Bezoldigingsafspraken die de bovenstaande maxima overschrijden, zijn niet rechtsgeldig: betalingen terzake zijn onverschuldigd betaald;
  • De minister heeft de bevoegdheid om betalingen boven het maximum van de instelling / topfunctionaris terug te vorderen (“claw back”);
  • De bezoldiging van topfunctionarissen wordt openbaar gemaakt.

Complicerend element in de WNT is, zoals hierna zal blijken, de overgangsregeling. Voor de toepassing van deze regeling is er aansluiting gezocht bij het moment waarop de beloningsafspraken met de topfunctionarissen zijn gemaakt, namelijk:

  1. Vóór de datum waarop het wetsvoorstel is ingediend - 6 december 2011;
  2. Tussen 6 december 2011 en de beoogde inwerkingtredingsdatum - 1 januari 2013;
  3. Ná 1 januari 2013.

Maar dat is niet alles. Het overgangsrecht verschilt voor afspraken die zijn gemaakt over (a) het bruto basissalaris en (b) over een beëindigingsvergoeding, winstdeling en bonusuitkering.

Voor het bruto basissalaris geldt dat afspraken die zijn gemaakt voor 6 december 2011 onverkort gelden, tot 4 jaar na de inwerkingtreding van de WNT. Na het verstrijken van die 4 jaar wordt het bedrag waarmee het maximum bruto basissalaris wordt overschreden in 4 gelijke delen, in een periode van 3 jaar afgebouwd. Afspraken die zijn gemaakt tussen 6 december 2011 en 1 januari 2013 en die boven het gestelde maximum uitkomen, zijn niet rechtsgeldig. Dit laatste geldt ook voor afspraken die worden gemaakt ná 1 januari 2013: betalingen die desondanks plaatsvinden, zijn onverschuldigd betaald.

Een beëindigingsvergoeding, hoger dan € 75.000,- die is bedongen vóór 6 december 2011 of in de periode tussen 6 december 2011 en 1 januari 2013 blijft 4 jaar van toepassing. Het overeenkomen van een dergelijke beëindigingsvergoeding ná 1 januari 2013, is van meet af aan ongeldig. Dit laatste geldt tevens voor zover in deze periode afspraken over bonus en/of winstdeling worden gemaakt, met dien verstande dat indien de afspraken ná 1 januari 2013 worden gemaakt, deze van rechtswege nietig zijn. Toegekende vergoedingen die desondanks worden uitgekeerd, zijn onverschuldigd betaald.

Het overgangsrecht is van toepassing op topfunctionarissen die al vóór 6 december 2011 in dienst zijn. Voor topfunctionarissen die ná die datum in dienst zijn getreden, maar met wie nog vóór 1 januari 2013 specifieke afspraken worden gemaakt over de hoogte van het bruto basissalaris, de beëindigingsvergoeding en/of bonus- en winstdeling geldt dat de aanspraak op de betaling van bedragen boven de gestelde maxima gedurende 4 jaar blijft bestaan. Wel dient dit bedrag in de 3 jaar daarna, in 4 gelijke delen te worden afgebouwd. Voor afspraken gemaakt ná 1 januari 2013 is het overgangsrecht niet van toepassing.

De praktijk zal in de komende tijd leren op welke wijze de WNT in het Nederlandse arbeidsrecht een plaats krijgt. Maar nu al roept de voorziene implementatie vragen op, zoals:

  • Zet de WNT de verhouding tussen de topfunctionaris en de Raad van Toezicht / Raad van Commissarissen (niet) noodgedwongen en extra onder druk?
  • Zorgt de maximering van de beëindigingsvergoeding er niet voor dat een topfunctionaris in een (dreigend) arbeidsconflict eerder naar de rechter stapt, in een poging om een hogere beëindigings- of schadevergoeding te krijgen?
  • Hoe gaat de rechter om met de bevoegdheid van de “werkgever” in de WNT om eenzijdig de kern-arbeidsvoorwaarden van de topfunctionaris te wijzigen?

Vragen die ons bezighouden en waar wij u graag nader over adviseren. Wordt vervolgd..