Home / Publicaties / Prijsaanpassing wegens kostenverhogende omstandig...

Prijsaanpassing wegens kostenverhogende omstandigheden

03/03/2011

In het geval van aanneming van werk komen opdrachtgever en aannemer een aanneemsom met elkaar overeen. De aannemer verplicht zich ertoe om voor deze aanneemsom een werk tot stand te brengen en op te leveren. Dient de aannemer echter genoegen te nemen met de overeengekomen aanneemsom indien zich na het sluiten van de overeenkomst kostenverhogende omstandigheden hebben voorgedaan? Een aannemer die zich geconfronteerd ziet met kostenverhogende omstandigheden zal in beginsel geen genoegen nemen met de overeengekomen aanneemsom.

Wil de aannemer echter aanspraak kunnen maken op aanpassing van de aanneemsom dan dient de aannemer de opdrachtgever wel gewaarschuwd te hebben voor de kostenverhogende omstandigheden. De op de aannemer rustende plicht tot waarschuwen bij kostenverhogende omstandigheden wordt nog eens benadrukt in de uitspraak van het hof Arnhem van 28 september 2010* . Alvorens deze uitspraak te behandelen zal eerst kort het juridische kader worden geschetst van de kostenverhogende omstandigheden.

Juridisch kader
Artikel 7:753 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat het overeenkomen van een vaste aanneemsom niet uitsluit dat deze aanneemsom kan worden aangepast aan kostenverhogende omstandigheden.

Aanpassing van aanneemsom door rechter
Zo bepaalt lid 1 van artikel 7:753 BW dat indien zich (i) na het sluiten van de overeenkomst kostenverhogende omstandigheden hebben voorgedaan of (ii) kostenverhogende omstandigheden aan het licht zijn gekomen die niet in de aanneemsom zijn verwerkt, de rechter de aanneemsom op vordering van de aannemer zal aanpassen. Voorwaarde is hierbij wel dat de aannemer bij het bepalen van de aanneemsom geen rekening behoefde te houden met de kans op zulke omstandigheden.

Aanpassing door aannemer
Lid 2 van artikel 7:753 BW bepaalt dat de aannemer zonder tussenkomst van de rechter de aanneemsom mag aanpassen indien de kostenverhoging het gevolg is van door de opdrachtgever onjuist verschafte gegevens welke voor de prijsbepaling wel van belang waren. Indien de aannemer echter de onjuistheid van de gegevens voor het vaststellen van de aanneemsom had behoren te ontdekken dient hij de kostenverhoging voor eigen rekening te nemen. Het oordeel of de aannemer op de hoogte diende te zijn van de onjuistheid van de gegevens is afhankelijk van vele omstandigheden. Een bespreking van deze omstandigheden gaat de omvang van dit newsflash-bericht te boven.

Melden prijsverhoging
Lid 3 van artikel 7:753 BW stelt als voorwaarde voor het aanpassen van de aanneemsom aan kostenverhogende omstandigheden door de rechter of door de aannemer zelf dat de aannemer de opdrachtgever spoedig heeft gewaarschuwd voor de noodzaak van een verhoging van de aanneemsom. Door de spoedige waarschuwing van de aannemer is de opdrachtgever nog in de gelegenheid om de overeenkomst op te zeggen of aanpassingen van het werk voor te stellen.

Uitspraak van het hof Arnhem
Een onderaannemer is met de hoofdaannemer overeengekomen dat zij gevelbeplating zou aanbrengen aan appartementsgebouwen van een woningcorporatie. Partijen zijn overeengekomen dat de onderaannemer voor de uitvoering van haar werkzaamheden een hangbak zou gebruiken. Om het gebruik van de hangbak mogelijk te maken zou de hoofdaannemer het balkonstaal verwijderen.

De situatie die de onderaannemer vervolgens aantrof op de bouwplaats was een andere dan zij was overeengekomen met de hoofdaannemer. De hoofdaannemer had het balkonstaal namelijk niet verwijderd. De onderaannemer kon hierop geen gebruik maken van een hangbak maar moest gebruik maken van een hoogwerker. Bij het bepalen van de hoogte van haar aanneemsom is de onderaannemer er echter vanuit gegaan dat zij gebruik kon maken van een hangbak waardoor zij was uitgekomen op een lagere aanneemsom.

Het hof merkt op dat het gebruik moeten maken van een hoogwerker door de onderaannemer een kostenverhogende omstandigheid is die niet aan de onderaannemer is toe te rekenen, noch had de onderaannemer met deze omstandigheid bij de vaststelling van haar aanneemsom rekening kunnen houden.

Het hof bekijkt vervolgens of de onderaannemer heeft voldaan aan de op haar rustende plicht tot het waarschuwen van de hoofdaannemer voor de noodzaak van een prijsverhoging door het gebruik maken van een hoogwerker in plaats van een hangbak. De onderaannemer kan niet aantonen dat hij de hoofdaannemer heeft gewaarschuwd. Het hof is voorts van oordeel dat het achteraf versturen van een factuur door de onderaannemer voor het gebruik van een hoogwerker niet als een waarschuwing kan worden aangemerkt in de zin van artikel 7:753 lid 3 BW.

Conclusie
Uit het bovenstaande volgt dat strikt de hand wordt gehouden aan de op de aannemer rustende plicht tot het waarschuwen voor kostenverhogende omstandigheden. Ook al is het duidelijk dat de kostenverhogende omstandigheden voor rekening van de opdrachtgever dienen te komen.

* Hof Arnhem 28 september 2010, LJN BN9466.

Auteurs

Portret vanJildau Yilmaz
Jildau Yilmaz
Advocaat
Amsterdam