Home / Publicaties / Schade aan de (lease-)auto: voor wiens (eigen) ri...

Schade aan de (lease-)auto: voor wiens (eigen) risico?

16/05/2013

Regelmatig rijst de vraag of bij schade aan de leaseauto of de bedrijfsauto een eigen risico mag worden doorberekend aan werknemers. Dit is toegestaan, indien aan bepaalde wettelijke voorschriften wordt voldaan. Helaas volgt uit de praktijk dat werkgevers vaak niet de juiste maatregelen treffen om het eigen risico voor rekening van de werknemer te laten komen. Dit kan tot discussies met werknemers en de ondernemingsraad leiden, met mogelijk juridische procedures tot gevolg. In dit artikel geven wij praktische tips om dergelijke discussies te voorkomen.

De hoofdregel

In het Burgerlijk Wetboek is bepaald dat de werknemer ten opzichte van zijn werkgever niet aansprakelijk is als hij tijdens werktijd schade toebrengt aan eigendommen van zijn werkgever of aan een derde jegens wie de werkgever tot vergoeding van de schade gehouden is, bijvoorbeeld de leasemaatschappij.

Op basis van het Burgerlijk Wetboek is de werknemer wel aansprakelijk voor schade die door zijn toedoen buiten werktijd is ontstaan. Alhoewel uit de rechtspraak volgt dat “werktijd” ruim wordt uitgelegd (hier valt bijvoorbeeld ook het rijden naar een personeelsfeest onder), zal er doorgaans geen sprake zijn van “werktijd” tijdens woon-werkverkeer.

Uitzonderingen

Er is in de wet een drietal uitzonderingen op deze hoofdregel opgenomen:

  • Opzet of bewuste roekeloosheid: bijvoorbeeld rijden onder invloed. Uit rechtspraak volgt dat deze uitzondering niet snel wordt aangenomen.
  • Uitzonderlijke gevallen: verkeersboetes kunnen onder bepaalde omstandigheden bijvoorbeeld wel op de werknemer worden verhaald. Eenzelfde uitzondering is (nog) niet gemaakt voor het doorberekeningen van het eigen risico.
  • Bij schriftelijke overeenkomst (bijvoorbeeld de arbeidsovereenkomst, cao, autoregeling) is afwijken van de hoofdregel mogelijk maar slechts voor zover de werknemer tegen de doorberekening daadwerkelijk verzekerd is. De werknemer uitsluitend (financieel) in de gelegenheid stellen om zich te verzekeren is niet voldoende. Het is lastig om aan deze voorwaarde te voldoen, aangezien verzekeringsproducten die werknemers verzekeren tegen het (beperkte) eigen risico verzekeringstechnisch ongebruikelijk zijn.

Eigen risico voor werkgever

Op grond van de huidige rechtspraak kan gesteld worden dat op grond van het Burgerlijk Wetboek het eigen risico, behoudens opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer, niet aan de werknemer doorbelast mag worden als de schade aan de (lease)auto tijdens werktijd is ontstaan. Een beding in de auto- of leaseregeling dat de werknemer, bij schade aan de auto ontstaan tijdens werktijd, het eigen risico dient te betalen, is dan ook doorgaans niet geldig. Achtergrond is de beschermingsgedachte ten behoeve van de werknemer. Deze beschermingsgedachte gaat zo ver, dat deze regel in recente rechtspraak ook is doorgetrokken naar situaties buiten werktijd. De werknemer wiens auto buiten werktijd werd gestolen door zijn onzorgvuldig handelen, hetgeen op basis van de polisvoorwaarden niet onder de dekking van de verzekering viel, kon een analoog beroep op de relevante wetgeving doen omdat het rijden in een leaseauto anders te risicovol zou worden voor de werknemer.

In feite ontstaat er door deze hoofdregel een vreemde situatie: door het eigen risico niet aan de werknemer te mogen doorbelasten, heeft de werknemer nauwelijks een prikkel om tijdens werktijd voorzichtig met de (lease-)auto om te gaan. Opzet of bewuste roekeloosheid wordt immers bijna nooit aangenomen. Het is dan ook niet ondenkbaar dat de Hoge Raad – zodra deze vraag zich zal voordoen – de parallel zal trekken met verkeersboetes, waardoor onder omstandigheden het eigen risico wel aan de werknemer zou kunnen worden doorberekend.

Voor nu moeten we het echter doen met de rechtspraak die voorhanden is. Om die reden doet de werkgever er verstandig aan om het zekere voor het onzekere te nemen. Het is namelijk mogelijk om de lastige discussie of het eigen risico al dan niet mag worden doorberekend, te beperken, of nog beter, te voorkomen.

Tips voor de praktijk:

Om problemen te voorkomen, zijn onder andere de volgende alternatieven denkbaar:

  • De werkgever kan, al dan niet via de leasemaatschappij, een casco allrisk verzekering afsluiten, waarbij geen eigen risico geldt voor schades tijdens werktijd. Een eventuele hogere premie kan worden meegenomen in de leasevergoeding. Sommige verzekeraars rekenen geen hogere premie, als de auto bij schade naar door hun aangewezen schadeherstelbedrijven wordt gebracht.
  • In de arbeidsovereenkomst en/of het personeelshandboek duidelijke afspraken opnemen, bijvoorbeeld:

- wanneer schade wordt aangemerkt als ontstaan “buiten werktijd”;

- wanneer schade gemeld dient te worden;

- wat de afspraken zijn indien schade wordt gereden door familieleden/partner/derden van de werknemer;

- de werknemer adequaat informeren over de dekking onder de verzekering voor schade buiten werktijd.

  • Om de prikkel voor de werknemer te laten bestaan, kan de werkgever er ook voor kiezen om de autoregeling ongewijzigd te laten. Zodra zich een conflict met de werknemer voordoet over het eigen risico, dient de werkgever zich er evenwel van bewust te zijn dat zijn regeling waarschijnlijk – vooralsnog – onvoldoende juridische houvast biedt.

Auteurs

Portret vanEva Schothorst - Gransier
Eva Schothorst
Portret vanViola Zanetti
Viola Zanetti