Home / Publicaties / Wettelijke norm voor beloningsregime publieke en semipublieke...

Wettelijke norm voor beloningsregime publieke en semipublieke sector

04/12/2009

Het kabinet wil de topinkomens in de publieke en semipublieke sector aan banden leggen. In dat kader heeft minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties op 27 oktober 2009 het wetsvoorstel 'Wet normering uit publieke middelen gefinancierde beloning topfunctionarissen' voor een consultatieronde verzonden aan de betrokken organisaties, zoals brancheverenigingen en vakbonden (in dit artikel zal kortweg verwezen worden naar 'het wetsvoorstel'). Het kabinet streeft ernaar om het wetsvoorstel met ingang van 2011 in werking te laten treden. In dit artikel wordt kort ingegaan op de totstandkoming van het wetsvoorstel en de rol van accountants bij de uitvoering van het wetsvoorstel.

Publiek en semipubliek
Het wetsvoorstel beoogt de beloning van bestuurders en commissarissen in de publieke en semipublieke sector te regelen. Een belangrijke vraag die daarbij in het wetgevingstraject aan de orde is gekomen, is hoe de semipublieke sector te definiëren en af te bakenen.

Onder leiding van Hans Dijkstal heeft de Adviescommissie Rechtspositie Politieke Ambtsdragers een aantal adviezen uitgebracht over aan het wetsvoorstel gerelateerde onderwerpen. Onder meer heeft de commissie zich gebogen over de afbakening van de semipublieke sector en heeft geprobeerd om aan de hand van de volgende criteria tot een afbakening komen.

  • de status van rechtspersoon met een wettelijke taak
  • de mate waarin de organisatie inkomsten uit publieke middelen ontvangt
  • het publieke belang dat een organisatie vertegenwoordigt

Binnen de semipublieke sector vallen volgens de commissie onderwijs, cultuur, media, water, woningcorporaties, zorg- en welzijn, openbaar vervoer, infrastructuur, regionale ontwikkelingsmaatschappijen, en medefinancieringsorganisaties.

De levering van energie, de vrije beroepsbeoefenaren binnen de zorg, het taxi- en scheepvaartvervoer, de luchtvaartmaatschappijen, en de goede doelenorganisaties vallen volgens de commissie buiten de semipublieke sector.

Het advies van de commissie is in het wetsvoorstel verwerkt. Bovendien is in een bijlage bij het wetsvoorstel een uitputtende lijst opgenomen met organisaties die tot de semipublieke sector behoren.

Beloningsregimes
Het wetsvoorstel hanteert voor de normering van de bezoldiging van topfunctionarissen drie beloningsregimes.

In het eerste regime mag de beloning van bestuurders en hoogste leidinggevenden niet uitstijgen boven een beloningsmaximum, gebaseerd op een brutosalaris van €‘1.773. Dit regime geldt voor de publieke sector en voor semipublieke instellingen als de publieke omroep, drinkwaterbedrijven en woningbouwcorporaties. Uitzonderingen op de norm zijn alleen mogelijk na een vooraf vastgestelde procedure, voor de publieke sector alleen met instemming van de ministerraad.

In het tweede regime mag de beloning niet uitstijgen boven de voor die sector geldende norm. Deze norm wordt door de desbetreffende minister vastgesteld en geldt bijvoorbeeld voor verzorgingstehuizen en ziekenhuizen. Daarnaast zijn er instellingen waarvan het kabinet de beloning niet normeert, zoals zorgverzekeraars.

Het wetsvoorstel kent tevens een normering van de uitkering wegens beëindiging van het dienstverband van een topfunctionaris. Zowel voor de bezoldiging van topfunctionarissen als de ontslagvergoedingen voor topfunctionarissen kent het wetsvoorstel openbaarmakingverplichtingen.

Rol van de accountant
Wat zijn de consequenties van het wetsvoorstel voor accountants?

Voor iedere instelling die onder het wetsvoorstel valt geldt dat alle beloningen die uitstijgen boven het voor die instelling geldende beloningsmaximum, per functie openbaar gemaakt moeten worden in het jaarverslag van de desbetreffende instelling. Deze verplichting bestaat al op grond van de huidige Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens, die in het wetsvoorstel is geïntegreerd. Nieuw is dat topfunctionarissen, ook als zij minder verdienen dan het beloningsmaximum, zowel met functie als met naam in het jaarverslag moeten worden vermeld. Het wetsvoorstel omschrijft welke functies moeten worden gerekend tot 'topfuncties' in deze zin.

Bij de naleving van de in het wetsvoorstel vervatte regels is een belangrijke rol weggelegd voor de accountant. Het wetsvoorstel bepaalt dat de accountant een verklaring met beperking moet afgeven, indien hij constateert dat het jaarverslag niet de volgens het wetsvoorstel voorgeschreven gegevens bevat. De accountant meldt een verklaring met beperking aan de minister van Binnenlandse Zaken.

De accountant dient een verklaring met beperking af te geven als uit het jaarverslag blijkt dat de rechtspersoon heeft gehandeld in strijd met (een van) onderstaande beperkingen:

  • De beloning van een topfunctionaris bedraagt per kalenderjaar maximaal €181.773 aan bezoldiging, vermeerderd met (1) de door de werkgever wettelijk verschuldigde verzekeringspremies, (2) € 15.685 wegens belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen en (3) € 28.771 wegens het door de werkgever verschuldigde deel van de voorzieningen voor beloningen betaalbaar op termijn.
  • De onder het voorgaande punt genoemde bedragen worden jaarlijks bij ministeriële regeling vastgesteld. Bovendien wordt het bedrag van €181.773 aangepast met het percentage waarmee de beloning van overheidspersoneel in dat jaar is verhoogd.
  • Voor deeltijddienstverbanden en dienstverbanden korter dan een jaar wordt het beloningsmaximum naar evenredigheid van het dienstverband berekend.
  • De in het wetsvoorstel opgenomen regels gelden ook als de functie wordt vervuld anders dan op grond van een aanstelling of een arbeidsovereenkomst.
  • Voor bepaalde, in een bijlage bij de wet aangewezen sectoren wordt door de voor die sector verantwoordelijke minister jaarlijks een maximum bedrag vastgesteld (de sectorale beloningsnorm)
  • Beëindigingvergoedingen mogen niet meer bedragen dan de som van de totale beloning (inclusief voorzieningen) over de twaalf maanden voorafgaand aan de beëindiging van het dienstverband.
  • Het jaarverslag meldt van iedere topfunctionaris en iedere gewezen topfunctionaris de naam, de beloning, de functie of functies en de duur en omvang van het dienstverband in het boekjaar.

Voor een volledige uitwerking van bovenstaande verplichtingen verwijzen wij u naar paragraaf 2 en paragraaf 3 van het wetsvoorstel. Daarvoor kunt u klikken op onderstaande link:

http://internetconsultatie.nl/wettopinkomens/document/27

Daarnaast moet de accountact een verklaring met beperking afgeven indien in het jaarverslag is nagelaten:
(1) van iedere topfunctionaris en iedere gewezen topfunctionaris de naam, de beloning, de functie of functies en de duur en omvang van het dienstverband op te nemen, zowel over het boekjaar waarop de verslaggeving betrekking heeft als het boekjaar daarvoor
(2) de in het boekjaar aan topfunctionarissen verrichte uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband, de functie of functies die tijdens het dienstverband zijn bekleed en het jaar waarin het dienstverband is geëindigd op te nemen, indien het totaal van die uitkeringen meer bedraagt dan de maximumbeloning volgens het wetsvoorstel
(3) indien sprake is van overschrijdingen van de maximumbeloning volgens het wetsvoorstel: te motiveren waarom deze hebben plaatsgevonden

Uiterlijk op 1 juli van ieder jaar dienen de hiervoor onder (1) bedoelde gegevens aan de minister van binnenlandse zaken te worden verstrekt.

Conclusie
Op basis van het voorliggende wetsvoorstel lijkt het erop dat het beloningsregime in de publieke en semipublieke sector ingrijpend gaat veranderen. Voor accountants is onder het wetsvoorstel een belangrijke taak weggelegd bij de controle op de naleving. Zo zal de accountant een verklaring met beperking moeten geven, indien bepaalde in het wetsvoorstel voorgeschreven gegevens niet zijn opgenomen in het jaarverslag en niet de juiste gegevens bevat zoals die zijn voorgeschreven in het wetsvoorstel.

Wij houden u uiteraard op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen rond het wetsvoorstel.

Auteurs

Bart Essink