Home / Publicaties / Wijziging van het jaarrekeningenrecht

Wijziging van het jaarrekeningenrecht

15/05/2009

Met de recente wetswijziging van het jaarrekeningenrecht van 11 december 2008 is weer een stap voorwaarts gezet om de jaarrekening en het jaarverslag van een onderneming transparanter en vollediger te maken, zodat derden meer inzicht kunnen verkrijgen in de financiële situatie van een onderneming. Naast de verplichting van bestuurders, leidinggevenden en andere toezichthoudende organen binnen de onderneming om bepaalde transacties of niet uit de balans blijkende verplichtingen van de onderneming, te openbaren in de jaarrekening, dient de accountant (voortaan) gebleken tekortkomingen in het jaarverslag of tekortkomingen in de toevoeging van de overige gegevens ex art. 2:392 lid 1 sub (b) tot en met (g) expliciet te vermelden in zijn accountantsverklaring.

De wetswijziging is gebaseerd op de Europese Richtlijn 2006/46/EG en is van toepassing op jaarrekeningen en jaarverslagen die worden opgesteld over de boekjaren die zijn aangevangen op of na 1 januari 2008. Het doel van deze Richtlijn is de vergelijkbaarheid van jaarrekeningen te verbeteren en het vertrouwen van het publiek in jaarrekeningen en jaarverslagen te vergroten door meer, consequente en specifieke informatie te verschaffen. De Richtlijn is een uitvloeisel van het actieplan dat door de Europese Commissie op 21 mei 2003 is geformuleerd. Een van de prioriteiten uit dit actieplan is ‘vergroting van de transparantie bij transacties met verbonden partijen en buiten de balans vallende regelingen’. Zo is het wenselijk dat, naast de verplichting tot informatieverstrekking over transacties tussen een onderneming en daarmee verbonden ondernemingen, ook transacties met andere verbonden partijen worden geopenbaard in jaarrekeningen. Onder verbonden partijen kan worden gedacht aan managers in een sleutelpositie of echtgenoten van leden van bestuurders, leidinggevende en andere toezichthoudende organen.

Het spreekt voor zich dat niet alle transacties met verbonden partijen even relevant zijn voor een gebruiker van jaarrekeningen. Het dient, kort gezegd, te gaan om transacties van enige betekenis die niet onder normale marktvoorwaarden worden verricht, waarvan openbaarmaking noodzakelijk is voor de beoordeling van of het verkrijgen van inzicht in de financiële positie van de onderneming. Dit is nader uitgewerkt in de nieuwe leden 2 en 3 van artikel 2:381 BW. Op grond van deze wijziging zullen bestuurders en accountants nauwgezet transacties met verbonden partijen dienen te beoordelen om na te gaan of bepaalde transacties moeten worden geopenbaard in de jaarrekening.

Uit het nieuwe sub (e) lid 5 van artikel 2:393 BW volgt dat de accountant in zijn verklaring melding dient te maken van gebleken tekortkomingen naar aanleiding van zijn onderzoek naar de jaarrekening, of het jaarverslag overeenkomstig de wet is opgesteld, en of de in artikel 2:392 BW lid 1, onder sub (b) tot en met (g), vereiste gegevens zijn toegevoegd. Deze bepaling stond reeds vanaf 1984 tot en met 2005 in het Burgerlijk Wetboek als uitvloeisel van Europese Richtlijnen. In 2005 is het jaarrekeningenrecht, waaronder artikel 2:393 lid 5 BW, naar aanleiding van de IAS Verordening/Richtlijn aangepast. Hierbij is ten onrechte sub (e) niet expliciet opgenomen. Om onduidelijkheid over de toepasselijkheid hieromtrent weg te nemen, is dit bij de recente wetswijziging alsnog hersteld.

De recente wetswijziging is in lijn met de maatschappelijke discussie over transparantie en disclosure. Het groeiende belang van jaarrekeningen en jaarverslagen in het handelsverkeer is een gegeven. Afhankelijk van het soort onderneming, beursgenoteerd of niet-beursgenoteerd, groot of klein, zal het relatief moeilijker of makkelijker zijn voor bestuurders en accountants om te beoordelen welke transactie wel en welke niet geopenbaard dient te worden. Voor derden zoals banken, toeleveranciers en afnemers zal de jaarrekening en het jaarverslag echter nog meer inzicht geven in de financiële situatie van een onderneming, waardoor zij beter in staat worden gesteld om te besluiten om wel of niet met een bepaalde onderneming in zee te gaan. Vanuit deze optiek is verdere transparantie en disclosure alleen maar gewenst en toe te juichen.

Auteurs

Herman van Aerts