Home / People / Nicole Kuijer
Portret vanNicole Kuijer

Nicole Kuijer

Advocaat

Contact
CMS
Atrium - Parnassusweg 737
1077 DG Amsterdam
Postbus 94700
1090 GS Amsterdam
Nederland
Talen Engels, Nederlands

Nicole Kuijer is als advocaat werkzaam binnen de Praktijkgroep Commercial Law. 

Nicole is actief op verschillende gebieden van het ondernemings- en verbintenissenrecht waaronder distributieovereenkomsten, franchiseovereenkomsten, groothandelsovereenkomsten, agentuurovereenkomsten, algemene voorwaarden, levering van diensten, e-commerce, bescherming van persoonsgegevens, ontwerp en productie, marketing en consumentenrecht binnen de advies- en procespraktijk van ons kantoor. Nicole adviseert cliënten bij een groot aantal van deze overeenkomsten, waaronder de herstructurering van commerciële contracten, onderhandelen over contracten of het behartigen van hun belangen in juridische procedures voor de rechtbank, het hof of andere geschilleninstanties.

Nicole is vanaf 2007 als advocaat werkzaam bij CMS, met een onderbreking in 2015-2016. In de tussenliggende periode is zij werkzaam geweest bij de Sociaal-Economische Raad, waar zij zich heeft beziggehouden met de herziening van de Fusiegedragsregels. In 2016 is Nicole teruggekeerd naar CMS.

Meer Minder

Awards & Rankings

  • The Legal 500 EMEA, 2023, Nicole Kuijer is Recommended
Meer Minder

Opleidingen

  • Vennootschaps- en ondernemingsrecht, Grotius Academie
  • Nederlands recht (bedrijfsrecht), Erasmus Universiteit
  • Nederlands recht, Universiteit van Amsterdam
Meer Minder

Expertise

Feed

18/09/2023
Is een au­to­dea­le­rover­een­komst een fran­chi­se­over­een­komst?
Sinds de inwerkingtreding van de Wet Franchise zijn de regels die van toepassing zijn op fran­chi­se­over­een­kom­sten dwingend recht en vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De bepalingen hebben met name tot doel om het natuurlijke overwicht dat de franchisegever volgens de wetgever heeft op de franchisenemer meer in balans te brengen met de positie van de franchisenemer. Als een overeenkomst alle elementen bevat zoals in de wet wordt voorgeschreven, is het een fran­chi­se­over­een­komst. Het is dan niet van belang of partijen ook daadwerkelijk een fran­chi­se­over­een­komst hebben willen sluiten. De feitelijke inhoud van de samenwerking is bepalend. Rechtbank Amsterdam heeft in haar vonnis van 24 mei 2023 de vraag beantwoord of de voorgelegde overeenkomsten met autodealers kwalificeren als fran­chi­se­over­een­komst. In deze uitspraak ging het om Stellantis Nederland B.V. (“Stel­lan­tis”) die verantwoordelijk is voor de verkoop, het onderhoud en de reparatie van voertuigen van onder meer de merken Opel, Citroën, DS en Peugeot in Nederland. Stellantis heeft overeenkomsten gesloten met dealers en reparateurs, waarmee hen het recht wordt toegekend om als erkend dealer c.q. reparateur op te treden onder de voorwaarden die Stellantis daaraan stelt. De dealers en reparateurs hebben hun krachten gebundeld in be­lan­gen­be­har­ti­gings­ver­e­ni­gin­gen en vorderen dat de rechtbank voor recht verklaart dat zowel de dealer- als re­pa­ra­teu­ro­ver­een­kom­sten kwalificeren als fran­chi­se­over­een­kom­sten. Daar hebben zij belang bij gelet op de bescherming die het franchiseregime hen kan bieden. Volgens Stellantis vallen de overeenkomsten echter niet onder de wettelijke definitie van fran­chi­se­over­een­komst.  De Wet Franchise Voor de kwalificatie van een overeenkomst als fran­chi­se­over­een­komst is op grond van de wet (artikel 7:911 BW) vereist dat is voldaan aan alle daarin genoemde elementen, namelijk: (i) er is sprake van een fran­chi­se­ver­goe­ding, (ii) de franchisenemer heeft het recht en de verplichting om de franchiseformule op de door de franchisegever aangewezen wijze te exploiteren (iii) voor de productie of verkoop van goederen of het verrichten van diensten. Ten aanzien van de “fran­chi­se­ver­goe­ding” is in de parlementaire geschiedenis toegelicht dat zo’n vergoeding kan bestaan uit: (i) een rechtstreekse betaling in geld, (ii) een andere tegenprestatie, of (iii) een meer indirecte vorm van financiële compensatie voor de exploitatie van de fran­chi­se­for­mu­le. Zo komt het voor dat een vergoeding aan de franchisegever wordt voldaan in de vorm van een opslag op de inkoopprijs die de franchisenemer betaalt voor goederen die hij inkoopt bij de franchisegever en die hij in het kader van de franchiseformule op de markt brengt. Aanwezigheid van het ver­goe­dings­ele­ment  Het begrip “fran­chi­se­ver­goe­ding” staat in deze uitspraak centraal. Volgens de dea­lers/re­pa­ra­teurs bestaan de vergoedingen die zij aan Stellantis betalen, in zowel de dealer- als de re­pa­ra­teur­con­trac­ten, uit tegenprestaties, rechtstreekse betalingen en uit een opslag op de in­koop­prij­zen.  Een van de posten die de dea­lers/re­pa­ra­teurs expliciet benoemen is de prijs die zij betalen voor de inkoop van de voertuigen. Deze prijs ligt namelijk hoger dan de prijs die andere zakelijke klanten normaliter voor dezelfde voertuigen betalen. Volgens Stellantis is de prijs die aan de dea­lers/re­pa­ra­teurs wordt berekend gebaseerd op de consumentenprijs minus een korting. Vervolgens is een deel van die korting (de dealermarge) afhankelijk van geleverde prestaties. Dit vormt tezamen een mechanisme om de kwaliteit te controleren, althans te bewaken en dea­lers/re­pa­ra­teurs te stimuleren de beste kwaliteit te leveren, aldus Stellantis. De dea­lers/re­pa­ra­teurs vinden dat dit verschil geen “prikkel tot het leveren van de beste kwaliteit” is, maar een opslag/indirecte vorm van een vergoeding is die moet worden bestempeld als “fran­chi­se­ver­goe­ding”. De rechtbank is het daar niet mee eens, omdat zij vindt dat de dea­lers/re­pa­ra­teurs daarvoor te weinig hebben aangevoerd. Uit het betoog van de dea­lers/re­pa­ra­teurs maakt de rechtbank niet op waarom dit verschil bijvoorbeeld niet als indirecte bonus voor het realiseren van bepaalde verkoopaantallen kan worden aangemerkt. De dea­lers/re­pa­ra­teurs hebben ook nog een aantal andere posten aangevoerd op basis waarvan zij vinden dat sprake zou zijn van een fran­chi­se­ver­goe­ding. De dea­lers/re­pa­ra­teurs wijzen op de door Stellantis verplicht gestelde aanpassing van IT-systemen en processen. Hierdoor missen de dea­lers/re­pa­ra­teurs syn­er­gie­voor­de­len. Een volgend element waar de dea­lers/re­pa­ra­teurs op wijzen, zijn de be­drijfs­ac­ti­vi­tei­ten van de dea­lers/re­pa­ra­teurs die door Stellantis worden overgenomen en waarvan de opbrengsten ten goede komen aan Stellantis. Een laatste factor waar de dea­lers/re­pa­ra­teurs op wijzen is de verplichte afname van bepaalde goederen en diensten. Zij moeten daarvoor een hogere vergoeding voldoen dan de kosten daarvan voor Stellantis. Stellantis stelt dat deze vergoedingen uiteenvallen in twee categorieën: (i) vergoedingen voor producten en diensten die dealers en reparateurs bij Stellantis afnemen enerzijds en (ii) producten en diensten waar Stellantis zelf in voorziet, maar die aan de dea­lers/re­pa­ra­teurs ten goede komen en daarom in rekening worden gebracht anderzijds. De rechtbank gaat niet mee in de argumentatie van de dea­lers/re­pa­ra­teurs. De rechtbank ziet niet in waarom het niet kan gaan om “gewone” winst voor Stellantis of waarom de aangevoerde posten zouden moeten worden aangemerkt als “fran­chi­se­ver­goe­ding”.  Het oordeel over de kwa­li­fi­ca­tie­vraag Kortom, de rechtbank stelt vast dat er geen sprake is van “een vergoeding”, zoals vereist op grond van de wet om tot de kwalificatie van een fran­chi­se­over­een­komst te komen. Het oordeel van de rechtbank is tot op zekere hoogte begrijpelijk. De rechtbank vindt dat de dea­lers/re­pa­ra­teurs niet voldoende duidelijk hebben gemaakt waarom de genoemde kosten of prestaties tegenover het recht om een franchiseformule te exploiteren staan. Toch is de motivering van de rechtbank niet op elk punt duidelijk. Zoals gezegd hoeft een fran­chi­se­ver­goe­ding namelijk niet te bestaan uit een rechtstreekse betaling in geld of andere tegenprestatie, maar kan deze ook uit een indirecte financiële compensatie bestaan. Een veelvoorkomend voorbeeld daarvan is een opslag op de inkoopprijs. Van een opslag op de inkoopprijs is, zo hebben de dea­lers/re­pa­ra­teurs gesteld, sprake bij de goederen en diensten die zij verplicht moeten afnemen voor een hoger bedrag dan de kosten voor Stellantis. Volgens de rechtbank hebben de dea­lers/re­pa­ra­teurs niet aannemelijk gemaakt dat deze post een vergoeding is voor de exploitatie van een franchiseformule en niet bijvoorbeeld winst voor Stellantis. Een opslag op de inkoopprijs is echter een vorm van winst en wordt juíst als voorbeeld van een fran­chi­se­ver­goe­ding genoemd in de parlementaire geschiedenis. Dat deze prestatie tegenover de exploitatie van een franchiseformule staat, moet nog nader worden bepaald aan de hand van de overige elementen die zijn opgenomen in de wet. De rechtbank is daar niet aan toegekomen, omdat de discussie al bleef “steken” bij de vraag of sprake was van een “fran­chi­se­ver­goe­ding”. Tot slot Sinds de inwerkingtreding van de Wet Franchise is de vraag wanneer sprake is van een fran­chi­se­over­een­komst nog niet eerder in de jurisprudentie behandeld. Als de dea­lers/re­pa­ra­teurs in hoger beroep zijn gegaan – waar gezien het voorgaande wel aan­kno­pings­pun­ten voor lijken te zijn – biedt dat het hof een mooie gelegenheid om daar haar licht over te laten schijnen. We volgen deze procedure en verdere ontwikkelingen met belangstelling.
12/04/2023
CMS gerankt in de nieuwe Legal 500 EMEA
De nieuwste rankings van de Legal 500 Europe, Middle East & Africa (EMEA) zijn uit. Wij danken onze cliënten voor hun vertrouwen in ons en hun feedback. Onze advocaten worden beschreven als 'personal...
17/06/2022
CMS begeleidt CF Group bij overname Starline Group
CMS heeft CF Group, een internationaal Duits familiebedrijf, bijgestaan bij de koop van de in 1974 opgerichte Starline Group. Starline Group is een toonaangevende producent van zwembaden en zwem­bad­af­dek­kin­gen...
26/11/2020
Goodwill en non-concurrentie onder de Wet Franchise: wat moet er geregeld...
De Wet Franchise is bedoeld om de franchisenemer bescherming te bieden vóór het aangaan van de fran­chi­se­over­een­komst, tijdens de looptijd daarvan én bij het einde van de fran­chi­se­re­la­tie. De wetgever...
24/08/2020
Overleg- en in­stem­mings­ver­plich­tin­gen onder de Wet Franchise: wat betekent...
De nieuwe Wet Franchise beoogt franchisegevers ertoe te bewegen om franchisenemers niet alleen te informeren, maar hen ook te betrekken bij belangrijke besluitvorming. Daarom heeft de wetgever overleg-...
17/07/2020
In­for­ma­tie­ver­plich­tin­gen op basis van de Wet Franchise: wat betekent dit...
De Wet Franchise komt in sneltreinvaart op ons af. De wet legt vooral aan franchisegevers veel nieuwe in­for­ma­tie­ver­plich­tin­gen op. Als deze verplichtingen niet worden nagekomen, kan dit grote gevolgen...
23/06/2020
De Wet Franchise komt er (snel) aan!
Ondanks het feit dat de wereld in de greep is van het coronavirus staat de invoering van de Wet Franchise hoog op de politieke agenda. De wet zal grote gevolgen hebben voor de franchisesector in het algemeen...
20/03/2020
CMS begeleidt Nederlands bedrijf bij de verkoop en distributie van goedgekeurde...
Wereldwijd is er een grote behoefte aan coronatesten. Het Nederlandse CMS Life Sciences & Healthcare team heeft onder uiterst tijdskritische omstandigheden – met het oog op het aanpakken van de pandemie...
31/01/2019
Consultatie voorstel Wet franchise
Anita Canta, Nicole Kuijer, Annemieke Hazelhoff en Charlotte van Heijst hebben namens CMS gereageerd op het con­sul­ta­tie­do­cu­ment over de (invoering van de) Wet franchise. Het wetsvoorstel houdt in dat...
07/11/2018
CMS adviseert Virto bij koop Oerlemans Foods Group
CMS heeft Ultracongelados Virto S.A. geadviseerd bij de koop van Oerlemans Foods Group van private equity firm H2. Oerlemans produceert diepvriesgroente en -fruit met circa 700 werknemers in Nederland...
01/05/2018
CMS adviseert Cinven bij de aankoop van Partner in Pet Food
CMS heeft private equity-huis Cinven geadviseerd bij de aankoop van Partner in Pet Food (PPF) van Pamplona Capital Ma­na­ge­ment.  PPF is een marktleider in de productie van huis­dier­voe­dings­mid­de­len en...
25/10/2016
CMS begeleidt Albron bij de totstandkoming van de partnership met Facilicom
CMS heeft Albron en haar aandeelhouder, Stichting Albron, begeleid bij de totstandkoming van de samenwerking tussen Albron en Facilicom. In het kader van deze samenwerking is het cateringbedrijf van Facilicom...