Home / Publicaties / De Fiod op de stoep

De Fiod op de stoep...

03/12/2009

Als iemand wordt verdacht van het opzettelijk doen van een onjuiste belastingaangifte, dan is het vrij gebruikelijk dat de Fiod ook een bezoek brengt aan de accountant van de verdachte. Bij de accountant kan immers materiaal te vinden zijn dat van belang kan zijn voor de waarheidsvinding. Ook u kunt dus in het kader van een strafrechtelijk onderzoek tegen één van uw cliënten bezoek krijgen van de Fiod.

Zo´n bezoek kan verschillende vormen aannemen. In de 'lichtste' variant komen twee Fiod-ambtenaren een 'bevel tot uitlevering' afgeven. Die bevat een omschrijving van de schriftelijke stukken die de opsporingsambtenaren in beslag willen nemen. In zwaardere gevallen vindt een 'doorzoeking' van het accountantskantoor plaats. In dat geval zal in beginsel een Officier van Justitie het Fiod-team begeleiden.

Geen status van 'geheimhouder'
Voor accountants is meestal de eerste zorg de vertrouwelijkheid in de relatie met de klant. Maar anders dan bijvoorbeeld advocaten of artsen hebben accountants niet de wettelijke status van 'geheimhouder'. Zij mogen niet weigeren mee te werken met een strafrechtelijk onderzoek. Een bezoek van de Fiod creëert dan ook spanning tussen de verplichting om met het opsporingsonderzoek mee te werken en de wens om de vertrouwelijke relatie met de klant zoveel mogelijk te beschermen.

In dit spanningsveld moet in het algemeen het advies zijn om niet verder mee te werken dan waartoe de wet u verplicht. Alleen dan staat immers vast dat de schending van de vertrouwelijkheid op geen enkele wijze het gevolg is van een vrijwillige keuze uwerzijds. Dat voorkomt scheve gezichten en eventuele klachten of claims van uw klant.

Dit maakt het voor de accountant van belang om te weten waartoe de wet verplicht. Wij geven een paar voorbeelden:

· Stel: twee Fiod-ambtenaren melden zich, en bevelen u schriftelijk de uitlevering van 'de administratie' van de BV´s X en Y. U bent verplicht naar vermogen aan dit bevel te voldoen. U zal in dat verband de originele administratie van deze rechtspersonen aan de Fiod moeten overhandigen.
Eventuele correspondentie of fiscale adviezen vallen niet onder het begrip 'administratie'. U bent niet verplicht om ook deze stukken uit te leveren.
U weet daarnaast dat beide BV´s volledig eigendom zijn van de heer J., en dat de heer J. nog een derde BV bezit. U bent niet verplicht de ambtenaren te wijzen op deze derde BV U bent evenmin verplicht het dossier dat ziet op deze derde BV aan de Fiod-ambtenaren over te dragen.

· Stel: een Fiod-team komt uw kantoor doorzoeken. Op uw vraag wat men precies zoekt, krijgt u als antwoord: 'Wij zoeken naar alles wat betrekking heeft op de heer A. en op BV Q., en wat ziet op de periode van 1 januari 2006 t/m 31 december 2007'.
Bij uw begeleiding van de doorzoeking bent u niet verplicht de Fiod de dossiers te wijzen die betrekking hebben op de periode vóór 1 januari 2006 of de periode ná 31 december 2007. U kunt protest aantekenen tegen inbeslagneming van materiaal dat buiten de onderzochte periode valt, of dat betrekking heeft op andere (rechts)personen dan in de verdenking genoemd.

· Stel: De Fiod meldt zich met een bevel tot uitlevering, maar wil u daarnaast wat vragen stellen over uw relatie met de klant, uw werkzaamheden voor de klant en de aard van de bedrijvigheid die de klant onderneemt.
Het is een veel voorkomend misverstand dat een burger verplicht zou zijn om vragen van de politie of de Fiod te beantwoorden. Dat is niet het geval. De wet kent alleen de verplichting om tegenover een rechter een verklaring af te leggen. Dit betekent dat het beantwoorden van vragen van de Fiod welbeschouwd vrijwillig gebeurd. Om deze reden is het beleid van menig accountantskantoor dat tegenover de Fiod geen verklaringen worden afgelegd.

Voor meer informatie over uw rechten en plichten bij een bezoek van de Fiod, verwijs ik u graag naar onze brochure , 'Goedemorgen, wij zijn van de Fiod...'

Conclusie
De overheid heeft concrete wettelijke bevoegdheden om documenten en bescheiden te verkrijgen die men in het belang van de waarheidsvinding noodzakelijk acht. Maar uw kantoor is daarmee geen zelfbedieningswinkel voor de Fiod. Hun bevoegdheid wordt begrensd door de tekst van hun bevel tot uitlevering, en de precieze formulering van hun verdenking in geval van een doorzoeking. In het belang van uw vertrouwelijke relatie met uw klant is het zaak deze grenzen zoveel mogelijk te bewaken.

Auteurs

Dian Brouwer