Home / Publicaties / Leden van windcoöperaties zijn alsnog energiebelasting...

Leden van windcoöperaties zijn alsnog energiebelasting verschuldigd

09/08/2013

Op 8 augustus 2013 is een belangwekkende uitspraak van de Rechtbank Den Haag bekend geworden die ziet op een coöperatieve vereniging die in eigen beheer windturbines plaatst en exploiteert voor haar leden. Deze coöperatie wenst een deel van de door de windturbines opgewekte elektriciteit aan te wenden voor eigen gebruik van haar leden en het resterende deel via een tussenpersoon aan een energieleverancier te verkopen. In dit verband zijn de coöperatie en haar tussenpersoon met een energieleverancier overeengekomen dat de energieleverancier het eigen gebruik van de leden tot 3.500 kWh faciliteert en dat de coöperatie de resterende elektriciteit via de tussenpersoon verkoopt aan de energieleverancier. De leden van de coöperatie zijn verder in dit verband ieder afzonderlijk een ‘overeenkomst van levering van energie aan kleinverbruikers’ aangegaan met de energieleverancier.

Het geschil in deze uitspraak betreft de vraag of de tussengeschoven energieleverancier energiebelasting verschuldigd is over het verbruik van elektriciteit door de leden van de coöperatie tot 3.500 kWh en zo ja, of artikel 50 lid 2 Wbm (de salderingsregeling voor eigen gebruik) kan worden toegepast.

In de beoordeling van dit geschil maakt de rechtbank duidelijk dat zij voor de energiebelasting met betrekking tot het begrip levering meent te moeten aansluiten bij het civiele recht en dat de energiebelasting dus geen eigen leveringsbegrip hanteert. De door de coöperatie, de energieleverancier en de leden gesloten overeenkomsten beschouwt de rechtbank als overeenkomst van verkoop en levering van elektriciteit via de energieleverancier. De rechtbank concludeert vervolgens dat de energieleverancier energiebelasting verschuldigd is over het verbruik van de elektriciteit door de leden tot 3.500 kWh.

Verder concludeert de rechtbank dat geen beroep gedaan kan worden op de de salderingsregeling voor zelf opgewekte stroom van artikel 50 lid 2 Wbm omdat de leden van de coöperatie die de stroom afnemen/gebruiken niet degenen zijn geweest die de elektriciteit op het distributienet hebben ingevoed

Nu er volgens de rechtbank sprake is van een normale levering van elektriciteit door de tussenpersoon aan de leden van de windcoöperatie, is de vrijstellingsregeling voor door de leden zelf opgewekt groene stroom ook niet van toepassing.

De uitspraak van de rechtbank is deugdelijk gemotiveerd. Toch veronderstellen wij dat de windcoöperatie en haar leden teleurgesteld zijn met de uitspraak en onderzoeken of ze in hoger beroep moeten gaan. Dan kan door een gerechtshof getoetst worden of de veronderstelling van de rechtbank wel juist is dat er sprake is van de normale civielrechtelijke levering van stroom door de energieleverancier aan de leden van de coöperatie.

Klik hier voor de integrale tekst van de uitspraak van de Rechtbank Den Haag.

Auteurs

Willie Ambergen