In de literatuur bestond discussie omtrent het antwoord op de vraag aan wie de resterende, maar nog niet verdeelde, executieopbrengst toebehoort na het faillissement van de geëxecuteerde. Op 29 april 2011 heeft de Hoge Raad zich over deze vraag uitgelaten en voor het eerst geoordeeld dat de executie van een aan de schuldenaar toebehorende zaak is voltooid op het moment dat de zaak aan de executiekoper wordt geleverd. Na de levering, en dus na voltooiing van de executie, valt de (restant-)executieopbrengst buiten het vermogen van de geëxecuteerde en derhalve buiten diens faillissement.
Meeliften op de executie opbrengst bij faillissement
