Home / Publicaties / Ondanks huwelijkse voorwaarden valt huis toch in failliete...

Ondanks huwelijkse voorwaarden valt huis toch in failliete boedel!

28/10/2009

Onlangs heeft de rechtbank te Rotterdam uitspraak gedaan waarin nog eens het belang wordt onderstreept dat echtgenoten ook tijdens het huwelijk bewust moeten blijven van hun vermogensrechtelijke positie ten opzichte van elkaar. Als een echtgenoot failliet gaat kan een curator namelijk ondanks de huwelijkse voorwaarden rechten claimen op het privé-vermogen van de andere echtgenoot. Hoe kunnen dergelijke claims worden voorkomen?

Gehuwd met huwelijkse voorwaarden
Het volgende geval speelde. Man en vrouw zijn gehuwd met het maken van huwelijkse voorwaarden. Op grond van deze huwelijkse voorwaarden zijn de echtgenoten buiten iedere gemeenschap van goederen gehuwd. Tijdens het huwelijk koopt de vrouw de echtelijke woning, waarna de woning uitsluitend op haar naam wordt gesteld. De financiering van de woning geschiedt door middel van een hypothecaire geldlening die door beide echtelieden wordt aangegaan. De vrouw voldoet de maandelijkse rentebetalingen uit haar salaris. Er wordt niet afgelost op de hypothecaire lening. Na enkele jaren huwelijk gaat de man failliet. De curator die belast is met de afwikkeling van het faillissement stelt vervolgens dat de echtelijke woning die op naam van de vrouw staat tot de failliete boedel behoort.

Financiering met privé-gelden
Op grond van de Faillissementswet mag een echtgenoot van de gefailleerde alle goederen uit de failliete boedel terugnemen die hem toebehoren en niet in de huwelijksgemeenschap vallen. De vrouw uit de casus heeft dus in beginsel het recht om de echtelijke woning buiten het faillissement te houden. In een faillissement gelden echter bijzondere bewijsregels, op grond waarvan de vrouw die van het terugnemingrecht gebruik wenst te maken, wordt opgezadeld met een tweeledige en spijkerharde bewijslast.

In eerste instantie dient zij te bewijzen dat de woning inderdaad niet behoort tot een huwelijksgemeenschap. Zolang zij dit bewijs niet kan leveren, mag de curator de woning beschouwen als behorende tot de failliete boedel. Deze bewijslast levert voor de vrouw uit de casus geen problemen op. Zij kan immers door middel van de kadastrale gegevens aantonen dat zij de enige eigenaar is van de woning.

Maar pas op! De vrouw uit de casus is er nu nog niet. De Faillissementswet bepaalt daarnaast dat zij met schriftelijke bescheiden moet bewijzen dat de privé-goederen (grotendeels) gefinancierd zijn met privé-gelden. Volgens de rechtbank te Rotterdam heeft de vrouw niet voldoende bewezen dat de woning ook daadwerkelijk met privé-gelden gefinancierd zijn. De rechtbank oordeelde dan ook dat de woning in de failliete boedel viel.

Conclusie
Deze recente uitspraak van de rechtbank te Rotterdam laat zien dat de bijzondere regels uit de Faillissementswet de huwelijkse voorwaarden kunnen doorkruisen. Als een echtgenoot van een gefailleerde niet kan slagen in het bewijs dat een privé-goed ook met privé-gelden is gefinancierd dan valt dit goed zonder enig pardon in de failliete boedel. Om zeker te zijn dat deze goederen 'faillissementsproof' zijn, is het van groot belang dat zij grotendeels gefinancierd zijn met eigen middelen. Wees hiervan bewust als een privé-goed wordt aangekocht.