Home / Publicaties / Staatsaansprakelijkheid voor misgelopen vakantied...

Staatsaansprakelijkheid voor misgelopen vakantiedagen

26/11/2015

De Hoge Raad heeft 18 september jl. definitief bevestigd dat de Nederlandse staat aansprakelijk kan worden gehouden voor misgelopen vakantiedagen van arbeidsongeschikte werknemers vanwege het feit dat de wet vóór 1 januari 2012 niet was aangepast aan de Europese Arbeidstijdenrichtlijn.

Nederlandse vakantiewetgeving vóór 2012

Tot 1 januari 2012 bouwde een arbeidsongeschikte werknemer alleen vakantiedagen op gedurende de laatste zes maanden waarin hij of zij geen arbeid verrichte. Een arbeidsongeschikte werknemer had hierdoor betrekkelijk minder vakantiedagen dan een arbeidsgeschikte werknemer. Met name bij langdurige ziekte liepen de verschillen erg uiteen.

De Arbeidstijdenrichtlijn en Europese jurisprudentie

De Arbeidstijdenrichtlijn legt lidstaten de verplichting op om de nodige maatregelen te treffen, zodat werknemers jaarlijks minstens vier weken vakantie kunnen genieten. In 2001 heeft het Hof van Justitie het recht op vakantie onderstreept, onder meer vanwege de bescherming van veiligheid en gezondheid van werknemers. Het recht op vakantie mag niet afhangen van voorwaarden die werknemers beletten dit recht te verwerven. Vervolgens oordeelde het Hof van Justitie in 2009 dat een werknemer recht heeft op vakantiedagen ongeacht de gezondheidstoestand van de werknemer. Daarnaast mag het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon niet op enig moment vervallen, als de werknemer de vakantie door ziekte niet heeft kunnen opnemen.

Nederlandse wetgeving na 2012

Pas in 2012 is de Nederlandse wet, naar aanleiding van de uitspraak van het Hof van Justitie van 2009, aangepast. Zieke werknemers hebben vanaf 2012 dezelfde aanspraken op minimumvakantie als andere werknemers, omdat het verwerven van vakantieaanspraak gekoppeld is aan het recht op loon welk recht ook ingeval van ziekte bestaat. Daarnaast geldt dat de wettelijke vakantiedagen zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar vervallen, tenzij de werknemer niet in staat is geweest om zijn vakantie op te nemen door bijvoorbeeld ziekte. Met deze wijzigingen is de Nederlandse vakantiewetgeving in overeenstemming gebracht met de Arbeidstijdenrichtlijn. Er zijn werknemers die vóór de wetswijziging vakantiedagen zijn misgelopen.

Aansprakelijkheid Nederlandse Staat

Twee werknemers hebben de Staat aansprakelijk gesteld voor het niet tijdig implementeren van de Arbeidstijdenrichtlijn. Doordat zij arbeidsongeschikt waren hebben zij geen vakantiedagen opgebouwd en dus schade geleden. De kantonrechter oordeelde dat de Staat door het niet implementeren van de Arbeidstijdenrichtlijn de grenzen van zijn discretionaire bevoegdheid "kennelijk en ernstig heeft miskend". Kort en goed had de Staat zijn wetgeving moeten aanpassen na het eerste arrest van het Hof van Justitie in 2001. De Hoge Raad oordeelde in gelijke zin en voegde daaraan toe dat werknemers een mogelijke aanspraak op vakantiedagen is ontnomen, met als gevolg dat de Staat de schade aan de arbeidsongeschikte werknemers dient te vergoeden.

Gevolgen voor de praktijk

Werknemers die vóór 1 januari 2012 gedurende een lange tijd arbeidsongeschikt zijn geweest, hebben mogelijk minder vakantiedagen opgebouwd dan arbeidsgeschikte werknemers en kunnen een claim indienen bij de Staat. Sinds het gewezen arrest op 18 september 2015 zijn er al ruim 1.300 schadeclaims binnengekomen bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Momenteel wordt er bij het Ministerie gewerkt aan een opzet voor de wijze van afhandeling van de claims. Vanzelfsprekend houden wij u op de hoogte van de ontwikkelingen op dit gebied.

Auteurs

Bibiche van Berkel, van