Home / Publicaties / CMS Green Guidance - Subsidies zijn katalysator bij...

CMS Green Guidance - Subsidies zijn katalysator bij duurzame investeringen

Duurzaamheid in financiële dienstverlening is een vakgebied waarin expertises op het gebied van financiering, duurzaamheid, compliance en legal elkaar vinden. In CMS Green Guidance delen we maandelijks wat urgent is vanuit juridisch perspectief. Een groene gids over (nieuwe) regelgeving en trends.

Subsidies zijn katalysator bij duurzame investeringen

We spreken met Cecilia van der Weijden, partner en hoofd van het Dutch Energy & Climate Change Team en Simon Hardonk, advocaat in de Praktijkgroep Corporate Restructuring & Insolvency over de SDE++ subsidie. Een stimuleringsmaatregel waar grote bedragen in omgaan met als doel: het versnellen van de energietransitie in Nederland én het verminderen van CO₂-uitstoot.

Kan je iets meer vertellen over deze subsidieronde?

Van der Weijden: ‘SDE staat voor stimulering duurzame energieproductie. Die stimulering was nodig omdat de productie van duurzame energie over het algemeen niet rendabel was. Omdat de kostprijs van de duurzame energieproductie aan het dalen is, kan dat deel bijna op eigen benen staan.

Daarom zijn we na SDE+ nu bij SDE++, die naast duurzame energieproductie ook focust op projecten voor de vermindering van de uitstoot van CO₂. Dus waar aanvankelijk  ontwikkelaars van windturbines en zonnepanelen in aanmerking kwamen, doen nu ook technieken mee die op een andere manier CO₂ reduceren. Waterstof is daar een van. Nieuw is ook CCS, carbon capture and storage. Daar zijn echter nog weinig subsidieaanvragen voor, maar wel voor hoge bedragen: ruim twee miljard euro in totaal.'

Hardonk: ‘Positief aan deze toevoeging is dat je bij hetzelfde ‘loket’ terechtkunt. Het is niet onnodig gecompliceerd gemaakt door iets nieuws voor CO₂-reductie op te tuigen. Niemand zit te wachten op een oerwoud aan regelingen en instanties als de expertise en ervaring al beschikbaar is.’

Gaat de subsidie van de energie-opwekkers nu meer naar de CO₂-uitstoters?

Van der Weijden: ‘Er gaat beslist meer naar de industrie en dat is ook wel een mogelijke issue. Nu is wel de scope verbreed naar die nieuwe technologieën, maar de subsidie wordt nog steeds gefinancierd uit een opslag op de energie- en gasrekening. Er kan natuurlijk een relatie zijn met energie en gas, maar dat hoeft niet zo te zijn. En je kunt bedenken dat het prettig is als de subsidie ten goede komt aan technieken waar energiebedrijven dan ook voordeel van hebben. Nu zou het bij wijze van spreken ook naar een transportbedrijf kunnen gaan. In de toekomst heb je dus meer subsidie-inkomsten nodig dan alleen die opslag op de rekening.’

Is Nederland minder scheutig met deze subsidies dan andere landen om ons heen?

Van der Weijden: ‘In tegendeel, op dit moment is Nederland zelfs interessant voor buitenlandse partijen. Vergeleken met andere landen bouwen wij minder snel af met deze subsidie. Dat heeft ermee te maken dat we relatief laat begonnen zijn, maar het zou de transitie hier weer een zetje kunnen geven. Wel hebben we onze eigen specifieke problemen. Zo is er in Nederland een beperkte netwerkcapaciteit. Dat maakt het moeilijk om grootschalig te ontwikkelen. Er wordt door netwerkbeheerders aan uitbreiding gewerkt, maar dat kost tijd.

Een ander punt is dat we een klein en dichtbevolkt land zijn. Een grote windmolen in de achtertuin kan veel irritatie voor omwonenden opwekken. Lokale participatie is inmiddels verplicht. Hoe je daarmee omgaat is een leertraject voor alle partijen. We adviseren daar ook in, omdat het superbelangrijk is hoe je die communicatie aanpakt. Want als mensen de voordelen zien, gaan ze sneller over de streep. En dat is echt nodig, want anders halen we onze doelen niet, het duurt te lang. Lokale projecten hebben het voordeel dat mensen meer ‘prosument’ zijn: je produceert dan mee. Ik denk dat we die ontwikkeling meer gaan zien. Lokale betrokkenheid betekent ook minder weerstand, omdat mensen er zelf direct voordeel van hebben.’

Hoeveel nut hebben subsidies als deze, nu er zoveel animo is om te investeren in duurzaamheid?

Hardonk: ‘We doen bij CMS veel projectfinanciering voor energieproducenten. Dat waren vroeger alleen grote projecten, maar omdat het gemeengoed is geworden nu zijn het ook kleinere projecten. Het is meer gangbaar geworden en banken zijn er inderdaad comfortabeler mee. Banken kunnen risico-avers zijn, dus als er grote risico's aan een dergelijk project kleven, dan zijn zulke subsidies nodig om de financiering rond te krijgen, samen met bijvoorbeeld staatsgegarandeerde leningen.

De timing is bij projectfinanciering bovendien gevoelig: je moet veel elementen bij elkaar brengen. Naast eigen en vreemd vermogen, heb je ook nog eens te maken met sponsors, leveranciers en afnemers waar je regelingen mee moet treffen. Subsidie is nodig om je kosten eruit te kunnen halen om rendabel te kunnen zijn. De SDE fluctueert met de marktprijs: als de energieprijs in de markt stijgt, gaat de subsidie omlaag. Het levert een vaste inkomensstroom op, die belangrijk is voor de financiering.

Als een subsidie langer bestaat, zie je meer en meer kleinere partijen van de subsidie gebruik willen maken. Deze partijen onderschatten soms het proces. De  projecten worden al snel kennisintensief. Dan heb je baat bij een geïntegreerd team en daar zit onze toegevoegde waarde. De vraag naar energie blijft onverminderd hoog, dus de verwachting is dat projecten in deze sector steeds meer gemeengoed worden.’


Wat is SDE++

Binnen de Europese Unie willen we in 2030 minimaal 55 procent minder CO₂ uitstoten. De Nederlandse politiek heeft deze doelstelling vastgelegd in het Klimaatakkoord. Maar volgens de jaarlijkse Klimaat en Energieverkenning van het Planbureau voor de Leefomgeving, halen we de doelstelling bij lange na niet in het huidige tempo. Een van de belangrijkste stimuli om toch die klimaatdoelstellingen te halen, is SDE++ subsidie voor de productie van hernieuwbare energie door bedrijven en (non-)profitinstellingen. Het gaat om energie uit zon, wind, biomassa, geothermie en water. De subsidie compenseert het gat tussen de marktprijs van energie en de kostprijs van duurzame energie. Uitrol en beheer is in handen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Een nieuw element, t.o.v. de voorgaande SDE+ subsidie, is dat de SDE++ regeling nu verbreed is om naast duurzame energieproductie ook te gelden voor   CO₂-reductie. Daarom zijn er naast de categorieën water, wind, wind op zee, zon, biomassa en geothermie nieuwe toegevoegd: de elektrische boiler, de elektrische warmtepomp, CO₂-afvang, transport en opslag (CCS), industriële restwarmte en waterstofproductie. Voor de nieuwe ronde is een budget van vijf miljard euro beschikbaar.


Lees ook:
https://cms.law/en/nld/publication/update-sde-2020-round
https://mena.nl/artikel/energietransitie-ook-boost-voor-masector

Auteurs

Portret vanCecilia Weijden
Cecilia van der Weijden
Partner
Amsterdam
Simon Hardonk