Home / Publicaties / Voetballer inkomstenbelasting verschuldigd over loon...

Voetballer inkomstenbelasting verschuldigd over loon in India en bedragen betaald aan intermediairs

16/11/2018

In een recente zaak voor het Gerechtshof Amsterdam stond de vraag ter discussie of een profvoetballer die één seizoen van twee maanden in India voetbalde en verbleef inkomstenbelasting in Nederland diende af te dragen over zijn inkomen in India en, zo ja, over welk bedrag hij dan inkomstenbelasting diende af te dragen.

De voetballer was met een club in India overeengekomen om voor één seizoen, van 23 oktober 2014 tot 22 december 2014, voor de club uit te komen. De voetballer ontving hiervoor een loon van $ 258.400, over welk bedrag de club een bedrag van $ 58.400 aan bronbelasting heeft ingehouden. De voetballer verbleef gedurende zijn hele periode in India in een hotel en bleef ingeschreven in Nederland. De echtgenote en kinderen van de voetballer bleven woonachtig in de gezamenlijke woning in Nederland. De voetballer heeft $ 15.000 betaald voor bemiddelingsdiensten aan bij de transfer betrokken intermediairs op basis van een overeenkomst tussen de voetballer en de intermediairs.

De (inspecteur van de) Belastingdienst stelde zich op het standpunt dat de voetballer tijdens zijn periode in India belastingplichtige in Nederland bleef en derhalve inkomstenbelasting diende af te dragen over de loonbedragen ontvangen van de club uit India. De aan de intermediairs betaalde bedragen werden, anders dan de voetballer wenste, aangemerkt als besteding van het loon waarvoor inkomstenbelasting was verschuldigd. Op bezwaar en in beroep bij de rechtbank wordt deze uitspraak bevestigd. De voetballer stelde daarop hoger beroep in bij het hof.

Centraal stond de vraag of de voetballer kan worden aangemerkt als een persoon die in Nederland woont in de zin van artikel 2.1, eerste lid, van de Wet IB 2001. Op grond van dit artikel zijn natuurlijke personen die in Nederland wonen immers binnenlands belastingplichtige. De fiscale woonplaats dient aan de hand van de feitelijke omstandigheden te worden bepaald (artikel 4, eerste lid, AWR). De materiële werkelijkheid is hierbij beslissend, meer dan formele criteria zoals inschrijvingen in gemeentelijke registers. Er is sprake van een woonplaats in Nederland als alle omstandigheden van het geval erop wijzen dat er een duurzame band van persoonlijke aard bestaat tussen de betrokkene en Nederland. Die band hoeft niet sterker te zijn dan met enig ander land (vgl. Hoge Raad 12 april 2013, nr. 12/02980, ECLI:NL:HR:2013:BZ6824).

Het hof oordeelde dat er ondanks zijn periode in India sprake bleef van een duurzame band tussen de voetballer en Nederland. Relevant acht het hof dat de periode in India zeer kort was en dat hij verbleef in een hotelcomplex, waarbij zijn gezin in de gezinswoning in Nederland achterbleef. Ook het tussen de voetballer en club gesloten contract was maar voor deze tijdelijke periode van twee maanden. Daarnaast werd relevant geacht dat de voetballer op zijn belastingaangiftes over 2014 ook de gezinswoning in Nederland als hoofdverblijf heeft opgegeven. De voetballer bleef derhalve belastingplichtige in Nederland.

Volgens het hof dienden de bedragen die de voetballer aan de intermediairs had betaald niet te worden afgetrokken van het bedrag aan loon dat hij in India had ontvangen en waarover hij inkomstenbelasting in Nederland was verschuldigd. De betalingen aan de intermediairs dienen te worden gezien als bestedingen van het ontvangen loon. Dit volgt ook uit het feit dat de club bronbelasting heeft gerekend over het gehele bedrag van $ 258.400, zonder hier de bedragen verschuldigd aan intermediairs van af te trekken. Meegewogen werd ook dat in de overeenkomst tussen de club en de voetballer geen onderdeel van de betalingen aan de voetballer is afgesplitst en niet als loon is bestemd.

Verrassend is deze uitspraak niet. De voetballer verbleef immers maar zeer korte tijd van het jaar in het buitenland en daarnaast bleef hij in Nederland ingeschreven en keerde hij er terug, terwijl zijn gezin in Nederland bleef. Wel onderstreept deze uitspraak dat profvoetballers, die woonachtig zijn in Nederland maar tijdelijk in het buitenland gaan spelen of trainen, onafgebroken rekening moeten houden met de Nederlandse inkomstenbelastingregels. Dat de bedragen die zijn afgedragen aan de intermediairs aan inkomstenbelasting waren onderworpen verbaast evenmin, nu in de overeenkomst tussen de speler en de club de bedragen niet waren afgesplitst in loon en bedragen die niet als loon werden bestemd. Hierdoor moesten de bedragen allen worden aangemerkt als vergoeding voor de voetbaldiensten.

Auteurs

Stef van Heugten