Home / Publicaties / Wanprestatie onderaannemers jegens hoofdaannemer tevens...

Wanprestatie onderaannemers jegens hoofdaannemer tevens onrechtmatige daad jegens opdrachtgever?

Hoge Raad 20 januari 2012, LJN: BT7496

22-03-2012

In deze zaak was de vraag aan de orde of wanprestatie van een onderaannemer jegens de hoofdaannemer tevens een onrechtmatige daad jegens de opdrachtgever opleverde.

De Hoge Raad oordeelt dat de onderaannemer in het algemeen binnen bepaalde grenzen rekening zal hebben te houden met de belangen van de opdrachtgever en de opdrachtgever zal in het algemeen erop mogen vertrouwen dat de onderaannemer dat doet. Een wanprestatie van de onderaannemer jegens de hoofdaannemer levert op zichzelf nog geen onrechtmatige daad jegens de opdrachtgever op.

Feiten

Tussen opdrachtgever (eiser) en betrokkene 1 (A) is een overeenkomst van aanneming van werk gesloten. Het betrof het realiseren van een kapverdieping inclusief dak op de bestaande woning van eiser. A heeft daarna een overeenkomst van (onder)aanneming van werk gesloten met verweerder; verweerder zou een leien dak en dakgoten aanbrengen op het pand van opdrachtgever.

Volgens de opdrachtgever vertoonde het dak diverse gebreken: het dak lekte, de leien verschilden van kleur, de leien waren niet naar behoren gelegd, de leien vervormden althans waren krom, een folie onder de leien ontbrak en de dakgoten lekten. De klachten werden door een ingeschakelde deskundige bevestigd. Volgens verweerder waren de lekkages echter veroorzaakt doordat de partij leien van slechte kwaliteit bleken te zijn.

Rechtbank en Hof

De opdrachtgever heeft de onderaannemer gedagvaard voor de rechtbank en vordert schadevergoeding, primair op grond van wanprestatie, subsidiair op grond van onrechtmatige daad.

Het hof heeft, anders dan de rechtbank, geoordeeld dat tussen opdrachtgever en onderaannemer geen overeenkomst tot stand is gekomen en daarom de vordering op deze grondslag in hoger beroep alsnog afgewezen.

Het hof heeft ook de vordering van eiser uit hoofde van onrechtmatige daad niet toewijsbaar geoordeeld. Het hof heeft, in het midden latend of onderaannemer wanprestatie jegens A heeft gepleegd, geoordeeld dat de wanprestatie van onderaannemer onder omstandigheden een onrechtmatige daad jegens opdrachtgever kan vormen. Het hof meent echter dat opdrachtgever geen omstandigheden heeft aangevoerd die tot dat oordeel kunnen leiden. Het enkele feit dat opdrachtgever belang had bij een correcte uitvoering van de overeenkomst door de onderaannemer is daartoe onvoldoende.

Eiser gaat hiertegen in cassatie.

Hoge Raad

Bij de beoordeling van het middel stelt de Hoge Raad voorop dat, wanneer iemand zich contractueel heeft gebonden, waardoor de contractverhouding waarbij hij partij is in het rechtsverkeer een schakel is gaan vormen waarmee de belangen van derden, die aan dit verkeer deelnemen, in allerlei vormen kunnen worden verbonden, het hem niet onder alle omstandigheden vrijstaat de belangen die derden bij een behoorlijke nakoming van het contract kunnen hebben, te verwaarlozen.

Indien de belangen van een derde zo nauw zijn betrokken bij de behoorlijke uitvoering van de overeenkomst dat hij schade of ander nadeel kan lijden als een contractant in die uitvoering tekortschiet, kunnen de normen van hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, meebrengen dat die contractant deze belangen dient te ontzien door zijn gedrag mede door die belangen te laten bepalen. De rechter zal de terzake dienende omstandigheden van het geval in zijn beoordeling betrekken, zoals de hoedanigheid van partijen, de aard en strekking van de overeenkomst, de wijze waarop de belangen van derde daarbij zijn betrokken, of deze betrokkenheid kenbaar was, of de derde erop mocht vertrouwen dat zijn belangen zouden worden ontzien, in hoeverre het voor de contractant bezwaarlijk was met de belangen van de derde rekening te houden, de aard en omvang van het nadeel dat voor de derde dreigt en of van hem gevergd kon worden dat hij zich daartegen had ingedekt (NJ 2008/587 Vleesmeesters/Alog)

De onderaannemer zal in het algemeen binnen bepaalde grenzen rekening hebben te houden met de belangen van de opdrachtgever en de opdrachtgever zal in het algemeen erop mogen vertrouwen dat de onderaannemer dat doet.

Volgens de Hoge Raad levert een wanprestatie van de onderaannemer jegens de hoofdaannemer op zichzelf nog geen onrechtmatige daad jegens de opdrachtgever op. De stellingen van opdrachtgever kunnen volgens de Hoge Raad het oordeel wettigen dat onderaannemer, bij de uitvoering van het werk mede jegens opdrachtgever onzorgvuldig te werk is gegaan en aldus heeft gehandeld in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer jegens opdrachtgever betaamt. Uit het arrest van het hof wordt niet duidelijk waarom het op dit punt tot een ander oordeel is gekomen. Het oordeel van het hof is onvoldoende gemotiveerd en na verwijzing zal moeten worden onderzocht of de genoemde stellingen van opdrachtgever gegrond zijn en het oordeel rechtvaardigen dat verweerder onrechtmatig jegens opdrachtgever heeft gehandeld.

Auteurs

Portret vanBas Baks
Bas Baks
Partner
Amsterdam