Home / Publicaties / Vordering ex artikel 843a Rv tot inzage in zijn a...

Vordering ex artikel 843a Rv tot inzage in zijn algemeenheid

12/06/2014

Inleiding

Op grond van artikel 843a Rv kan een ieder die daarbij rechtmatig belang heeft inzage vorderen van bepaalde bescheiden die een rechtsbetrekking betreffen waarin diegene partij is. In een recent arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 11 maart 2014 (http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2014:703) vorderde een oud bestuurder inzage in de volledige administratie van de failliete vennootschap. Inzage in de volledige administratie kan worden aangemerkt als inzage in zijn algemeenheid. Daarbij is met name het vereiste "bepaalde bescheiden" uit artikel 843a Rv van belang.

"Bepaalde bescheiden"

De bescheiden waarvan inzage wordt gevorderd, moeten zo concreet worden omschreven dat duidelijk is waarop aanspraak wordt gemaakt. Getoetst moet kunnen worden of ten aanzien van de desbetreffende bescheiden een rechtmatig belang bestaat. Met dit vereiste worden zogenaamde "fishing expeditions" uitgesloten. De inhoud en strekking van de bescheiden hoeft niet te worden gespecificeerd. Wel moet de verzoeker aangegeven waarom hij verwacht dat de bescheiden relevant zijn voor de rechtsbetrekking waarbij hij partij is.

Feiten

Appellant (hierna: "X") was tot juni 2002 bestuurder van de vennootschap AINO N.V. AINO N.V. wordt op 14 november 2002 failliet verklaard. De curator heeft vervolgens onderzoek gedaan naar de oorzaak van het faillissement. Naar aanleiding van dat onderzoek heeft de curator X gedagvaard. De curator vorderde een verklaring voor recht dat X zijn taak als bestuurder kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld, dat aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak van het faillissement van AINO N.V. is en dat X daarom aansprakelijk is voor het bedrag van de schulden van AINO N.V. X heeft in eerste aanleg in reconventie gevorderd om AINO N.V. en de curator te veroordelen tot vergoeding van de schade veroorzaakt door het verzuim van de curator om tijdig de uitloop van de PCA-polis te kopen en/of X tijdig te waarschuwen dat de termijn voor het kopen van uitloop zou verstrijken. Daarnaast heeft X een incidentele vordering tot inzage ex artikel 843a Rv ingesteld waarbij hij onvoorwaardelijk
inzage in de administratie van AINO N.V. vorderde. De rechtbank heeft de incidentele vordering tot inzage afgewezen. X is tegen dat oordeel in hoger beroep gegaan.

Oordeel Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Het hof overweegt dat de curator heeft gesteld dat de oorzaken van het faillissement in hoofdzaak zijn toe te schrijven aan de (oud-)bestuurders. Volgens de curator waren één of meer problemen en de omvang daarvan niet kenbaar bij de directie door de gebrekkige administratie, het feit dat de administratieve systemen niet het gewenste niveau hadden, betrouwbaar cijfermateriaal voor het opstellen van een jaarbudget en voor prognoses ontbrak en AINO N.V. meer dan anderhalf jaar verstoken is geweest van tijdige en betrouwbare tussentijdse bestuurs- en managementinformatie.

Vervolgens overweegt het hof dat de door de curator gestelde feiten sterk zijn gegrond dan wel verweven met de volledige administratie van AINO N.V. De curator heeft te allen tijde inzage in de administratie en heeft de administratie gebruikt om zijn standpunt te onderbouwen. Volgens het hof moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat de administratie stukken bevat waarmee bepaalde feiten kunnen worden ontkracht door X. Daar komt bij dat de curator uit hoofde van zijn functie in een procedure met betrekking tot bestuurdersaansprakelijkheid niet volledig gelijk kan worden gesteld met een willekeurige civiele partij. Tot slot weegt het hof ook mee dat X maar kort bestuurder is geweest van AINO N.V. en al enige maanden geen bestuurder meer was toen AINO N.V. failliet werd verklaard. Ook het feit dat X pas viereneenhalf jaar na het faillissement is gedagvaard acht het hof van belang.

Het hof oordeelt dat in het kader van deze feiten het verdedigingsbelang, mede gelet op het in artikel 6 EVRM gewaarborgde beginsel van 'equality of arms', meebrengt dat de curator X inzage moet geven in de volledige administratie. Dit is temeer van belang aangezien X in de hoofdzaak een bewijsopdracht heeft gekregen. Het feit dat X al meerdere malen inzage in de administratie heeft gehad, doet hier niet aan af. Het processuele debat tussen partijen is immers nog niet beëindigd. Nieuwe stellingen kunnen nog worden ingenomen en nieuwe inzichten kunnen nog worden verkregen.

Conclusie

Dit arrest draagt bij aan de tendens in de jurisprudentie dat het inzagerecht van artikel 843a Rv steeds ruimer wordt. In gevallen als de onderhavige, waarbij de verzoeker geen toegang heeft tot voor hem relevante bescheiden, kan artikel 843a Rv dus uitkomst bieden.