Home / Wet Werk en Zekerheid / Scholingsplicht

Scholingsplicht

Introductie van de wettelijke Scholingsplicht

Met de WWZ is voor de werkgever een scholingsplicht ingevoerd. De scholingsplicht houdt in dat de werkgever de werknemer in staat moet stellen om scholing te volgen die noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn functie. De werkgever heeft ook een scholingsplicht gericht op voortzetting van de arbeidsovereenkomst indien de functie van de werknemer komt te vervallen of als de werknemer niet langer is staat is deze te vervullen. Dergelijke scholing heeft primair tot doel ontslag te voorkomen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om kosten ten behoeve van scholing en ontwikkeling van de werknemer op vlakken die niet binnen de eigen functie vallen uit de transitievergoeding te betalen. Hiervoor is wel instemming van de werknemer vereist.

Let op: deze scholingsplicht is ook van belang in het kader van ontslag. Met de introductie van de WWZ mag de werkgever de arbeidsovereenkomst met de werknemer pas opzeggen als daar een redelijke grond voor is (zie ook Nieuw ontslagrecht) en herplaatsing van de werknemer in een andere functie, al dan niet met behulp van scholing, niet mogelijk is. Bovendien mag de werkgever de werknemer niet ontslaan wegens disfunctioneren als de ongeschiktheid het gevolg is van onvoldoende zorg van de werkgever voor scholing van de werknemer.

Tips voor de praktijk
  • Reserveer een jaarlijks budget voor scholing;
  • Inventariseer interne scholingsbehoeften, zo mogelijk op basis van aanwezige functiebeschrijvingen;
  • Inventariseer functiegericht scholingsaanbod;
  • Registereer gevolgde en bekostigde scholing en maak hier aantekening van in het personeelsdossier;
  • Beoordeel of bepaalde scholing past binnen het kader van de transitievergoeding en maak daarover afspraken met de werknemer; 
  • Registreer het ook indien werknemers scholing weigeren.