Home / Publicaties / Overleg- en instemmingsverplichtingen onder de Wet...

Overleg- en instemmingsverplichtingen onder de Wet Franchise: wat betekent dit voor franchiserelaties?

24/08/2020

De nieuwe Wet Franchise beoogt franchisegevers ertoe te bewegen om franchisenemers niet alleen te informeren, maar hen ook te betrekken bij belangrijke besluitvorming. Daarom heeft de wetgever overleg- en instemmingsverplichtingen geïntroduceerd. In dit artikel lichten wij toe wat dat voor de praktijk betekent.

Overlegverplichtingen

In de Wet Franchise zijn meerdere overlegverplichtingen opgenomen. Zo bepaalt de wet dat partijen zich als een goed franchisegever en goed franchisenemer dienen te gedragen. Hieruit vloeit onder andere voort dat franchisegevers hun formule moeten blijven ontwikkelen en daarbij ook rekening dienen te houden met de belangen van de franchisenemers. Dit brengt met zich dat er regelmatig overleg gevoerd zal moeten worden tussen partijen over ontwikkelingen en innovatie van de formule. Franchisegever en franchisenemer moeten op grond van de wet minimaal eens per jaar overleg met elkaar voeren. 

Daarnaast hebben franchisegevers de verplichting om de franchisenemer bijstand en commerciële en technische ondersteuning te verlenen.  Denk daarbij aan het inzetten van extra reclameacties, het geven van advies over kostenbesparingen en bijvoorbeeld advies over commerciële kansen. Als de franchisenemer bijstand en ondersteuning nodig heeft, moet hij dit aan de franchisegever kenbaar maken en hierover met elkaar in overleg gaan.

De overlegverplichtingen gelden vanaf 1 januari 2021 voor iedere franchiserelatie.

Instemmingsrecht

Op grond van de nieuwe wet is het (uitsluitend) voeren van overleg en het verlenen van bijstand onvoldoende. Franchisenemers wordt tevens een instemmingsrecht toegekend. Het instemmingsrecht geldt voor situaties waarin de franchisegever een wijziging in zijn franchiseformule wil doorvoeren of een zogenaamde afgeleide formule (denk aan een webshop) wil gaan exploiteren en de franchisenemers hier financiële gevolgen van ondervinden. 

Het is toegestaan om in de franchiseovereenkomst op te nemen dat instemming van de franchisenemers alleen vereist is als een bepaald drempelbedrag wordt overschreden ten aanzien van de (verwachte) financiële gevolgen van het voorgenomen besluit voor de franchisenemers. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het opnemen van drempelbedragen voor bepaalde categorieën, zoals voorgenomen besluiten betreffende wijzing van het assortiment, de automatisering of de inrichting van de winkel/ het restaurant. Vanzelfsprekend dienen de drempelbedragen redelijk te zijn en mag de hoogte ervan er niet toe leiden dat de instemmingsverplichting per saldo wordt uitgehold. 

Als er geen drempelbedragen worden opgenomen in de franchiseovereenkomst, geldt dat de franchisegever voor álle wijzigingen van de formule of besluiten om een afgeleide formule te gaan voeren, de instemming van alle franchisenemers nodig heeft of in ieder geval van de franchisenemers die geraakt worden door het voornemen van de franchisegever. 

Het instemmingsrecht geldt voor alle franchiserelaties die op 1 januari 2021 of daarna worden aangegaan. Voor al bestaande franchiserelaties is een overgangsperiode van twee jaar van toepassing, voordat franchisenemers een beroep kunnen doen op het instemmingsrecht.

Conclusie en aanbevelingen

De nieuwe verplichtingen tot overleg en instemming maken het nog belangrijker dat franchisegevers in contact blijven met hun franchisenemers, hen betrekken bij nieuwe ontwikkelingen in de markt en de aanpassing van de formule in overleg met de franchisenemers doorvoeren. Als dit niet goed loopt, kan dit ertoe leiden dat franchisenemers zich gaan verzetten tegen de innovatie van de formule en daar is geen van de partijen bij gebaat.

Bij het aangaan van nieuwe franchiserelaties is het van belang om er vanaf 1 januari 2021 voor te zorgen dat de overleg- en instemmingsverplichtingen worden uitgewerkt in de franchiseovereenkomst. Het is daarbij ook belangrijk om drempelbedragen op te nemen. 

In de bestaande franchiserelaties zal ervoor moeten worden gezorgd dat er vanaf 1 januari 2021 in ieder geval voldoende frequent overleg plaatsvindt en dat de franchisegever bijstand verleent en franchisenemers daar waar nodig ondersteunt, alsmede dat daarover het overleg wordt aangegaan. Het instemmingsrecht wordt voor deze bestaande franchiserelaties pas per 1 januari 2023 van kracht. Er is dus nog twee jaar de tijd voordat het instemmingsrecht voor deze franchiserelaties moet zijn vormgegeven.

In onze volgende bijdrage gaan wij in op de afspraken die gemaakt moeten worden in de franchiseovereenkomst over goodwill en de vereisten voor het post-contractuele non-concurrentiebeding.

Auteurs

Portret vanAnita Canta
Anita Canta
Counsel
Amsterdam
Portret vanNicole Kuijer
Nicole Kuijer
Advocaat
Amsterdam