In een eerder artikel schreven wij over een opzegging door DPD van de samenwerking met twee transportbedrijven. We hebben daarin toegelicht dat de Advocaat-Generaal van de Hoge Raad van mening was dat een langere opzegtermijn beter had aangesloten bij de wijze waarop de samenwerking tussen partijen was verlopen. Inmiddels heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in deze zaak. De conclusie blijft dat vasthouden aan een contractuele opzegtermijn niet altijd werkt. Soms is schadevergoeding, in combinatie met een langere opzegtermijn, noodzakelijk.
Kern van de uitspraak
De Hoge Raad oordeelt dat de rechter moet beoordelen of de opzegging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De Hoge Raad benadrukt daarbij dat een partij die gebruik wil maken van de contractuele opzegmogelijkheid in sommige situaties verplicht kan zijn de wederpartij een (schade)vergoeding te betalen. Bij het bepalen van de omvang van de (schade)vergoeding kan van belang zijn of de opzeggende partij aan de wederpartij een langere opzegtermijn gunt of heeft gegund. De Hoge Raad oordeelt dat de toetsing door het hof niet juist was. Het hof (en de Advocaat-Generaal) had(den) zich onder meer te veel gericht op het vervangen van de contractuele opzegtermijn door een langere opzegtermijn.
Los van de juridisch dogmatische onderbouwing is voor de praktijk van belang dat het beëindigen van een samenwerking een zorgvuldige aanpak vergt.
Contact
Wilt u meer weten of van gedachten wisselen? Neem dan contact met ons op, wij gaan graag met u in gesprek.