Home / Publicaties / Het ex parte verbod: een snel, bruikbaar wapen tegen...

Het ex parte verbod: een snel, bruikbaar wapen tegen IE inbreukmakers

14/03/2008

De houder van een intellectueel eigendomsrecht die zich geconfronteerd ziet met een inbreukmaker wil vaak snel juridische actie ondernemen om de betreffende inbreuk op zijn IE-rechten een halt toe te roepen. Voor wie een 'gewone' (bodem)procedure of zelfs een kort geding-procedure te lang duurt, is er sinds 1 mei 2007 de mogelijkheid om in bepaalde spoedeisende zaken van de voorzieningenrechter een zogenaamd ex parte verbod te vragen. Hierbij wordt de (vermeende) inbreukmaker bevolen zijn (dreigend) inbreukmakend handelen per direct te staken, onder verbeurte van een dwangsom. De rechter beslist op het verzoek zónder de (vermeende) inbreukmaker vooraf te informeren of de kans te geven zich van te voren te verdedigen. Inmiddels is een dergelijk ex parte verbod in de praktijk meermaals verzocht én toegewezen. De ervaring leert dat deze 'nieuwe' voorlopige voorziening een snel en bruikbaar juridisch wapen kan zijn. Het is daarmee een nuttige toevoeging aan het bestaande wapenarsenaal van de IE-rechthebbende in zijn strijd tegen inbreukmakers.

Ruimere mogelijkheden ter handhaving van IE-rechten
Op 29 april 2004 is de Europese Richtlijn betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten vastgesteld. Per 1 mei 2007 zijn daarom aan het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de artikelen 1019a t/m 1019i toegevoegd. Deze artikelen geven de houders van IE-rechten (waaronder merk-, model- en auteursrechten) ruimere mogelijkheden ter bescherming van hun rechten, waaronder bijvoorbeeld de mogelijkheden van bewijsbeslag en monsterneming bij de (vermeende) inbreukmaker.

Artikel 1019e biedt aan de houder van een IE-recht de mogelijkheid om aan de voorzieningenrechter te verzoeken onmiddellijk, zonder eerst de inbreukmaker daarover te raadplegen, een ex parte bevel uit te vaardigen, om daarmee een (dreigende) inbreuk op de IE-rechten van de houder te voorkomen.

Spoedeisendheid, onherstelbare schade
Voorwaarde voor toewijzing van een dergelijk ex parte verbod is wel dat het moet gaan om een spoedeisende zaak. Hiervan is met name sprake indien uitstel van maatregelen onherstelbare schade voor de IE-rechthebbende zou veroorzaken. Daarvan kan bijvoorbeeld sprake zijn indien de inbreukmakende artikelen al in de schappen liggen, of verspreiding op het internet dreigt, die achteraf niet meer ongedaan gemaakt kan worden. Dit legitimeert ook waarom de vermeende inbreukmaker niet van tevoren wordt gehoord. Op overtreding van het verbod kan een dwangsom worden gezet, waardoor het verbod ook praktisch goed afdwingbaar is.

Tientallen ex parte bevelen
Inmiddels zijn er sinds de invoering (nu bijna een jaar geleden) door verschillende voorzieningenrechters in den lande (o.a. in Alkmaar, Amsterdam, Den Bosch, Haarlem, Utrecht en, vooral, Den Haag) naar schatting enkele tientallen ex parte bevelen uitgevaardigd. Indien de inbreuk duidelijk kan worden vastgesteld, pleegt de voorzieningenrechter niet onwelwillend te staan tegen het toewijzen van een verzoek om een ex parte verbod.

Nuttig tegen namaak
Een dergelijk verbod lijkt zich dan ook vooral goed te lenen voor gevallen waarin de inbreuk de verhandeling van één-op-één namaak-producten betreft (eerdere gevallen betroffen o.a. kazen, sfeerhaarden en buggy's). In veel van de gepubliceerde gevallen ging het daarbij (mede) om verhandeling via internet, iets waar moeilijk vat op is te krijgen, hetgeen de (dreigende) schade 'onherstelbaarbaar' maakt.

Ook tegen 'persiflerend' gebruik
Behalve tegen nep-artikelen is ook met succes opgetreden (door de houders van merken voor lollies resp. bananen) tegen 'persiflerend' gebruik van op de originele beeldmerken gebaseerde logo's op erotische sites, hetgeen schadelijk werd geacht voor de goede reputatie van de originele merken.

In één geval heeft een vermeende inbreukmaker (beschuldigd van de verhandeling van namaak-spijkerbroeken) met succes een eerder toegewezen ex parte bevel in kort geding aangevochten. Het ex parte bevel werd daarin alsnog geweigerd (door dezelfde voorzieningenrechter die het bevel eerder had gegeven), omdat de vermeende inbreukmaker aannemelijk had gemaakt dat de producten van zijn leverancier wel degelijk 'echte' merkproducten betroffen en geen namaak.

Al met al een snel en efficiënt middel tegen inbreuk
Al met al blijkt het ex parte verbod vooral een probaat, snel en efficiënt juridisch middel tegen (dreigende) inbreuk op merk-, model- en auteursrechten door de (internet)verhandeling van namaak-producten, maar ook tegen bijvoorbeeld reputatieschadelijk' refererend gebruik op expliciete websites.

Doordat een ex parte verbod wordt opgelegd zonder de inbreukmaker eerst te horen, wordt in de praktijk voorkomen dat een daadwerkelijke inbreukmaker door tevoren aangekondigde maatregelen de kans heeft zijn inbreukmakende voorraden 'weg te maken'. Een ex parte verbod kan ook goed gecombineerd worden met bijvoorbeeld het leggen van bewijsbeslag op de inbreukmaker's administratie (met informatie over de herkomst van de producten).