Home / Publicaties / Het tweetrapstestament

Het tweetrapstestament

14/04/2010

In de media is de laatste tijd meerdere malen de erfbelasting die de langstlevende dient te betalen over het erfdeel van de eventuele kinderen aan de orde geweest. Hierbij stond het probleem centraal dat de langstlevenden na de dood van hun echtgenoot of echtgenote geconfronteerd kunnen worden met een belastingaanslag die niet altijd direct betaald kan worden.

Voorschieten van erfbelasting
Indien iemand overlijdt met achterlating van een echtgenoot en een of meerdere kinderen dan bepaalt de wet dat de gehele nalatenschap wordt toegedeeld aan de langstlevende, de zogenoemde wettelijke verdeling. De kinderen verkrijgen daarentegen een niet-opeisbare vordering op de langstlevende ouder ter grootte van hun erfdeel. Over de waarde van de vordering van de kinderen is erfbelasting verschuldigd. De langstlevende ouder dient deze belasting voor te schieten. Dit kan een schrijnende situatie opleveren indien er weinig of geen liquide middelen voorhanden zijn terwijl de vordering van de kinderen wel meer bedraagt dan het vrijgestelde bedrag van € 19.000,00. Dit laatste kan zich voordoen indien de nalatenschap met name bestaat uit bijvoorbeeld onroerende goederen.

Oplossing?
De voorgestelde oplossing voor het probleem werd gevonden in het tweetrapstestament. In een tweetrapstestament vindt de vererving plaats in twee trappen. In eerste instantie vererft de nalatenschap naar de langstlevende ouder; deze is enig erfgenaam (de eerste trap). Op het moment dat ook de langstlevende ouder komt te overlijden gaat de erfenis (dan wel het restant hiervan) van de eerst gestorven ouder alsnog door naar de kinderen (de tweede trap).

De langstlevende ouder is dus in eerste instantie enig erfgenaam van de nalatenschap. De langstlevende heeft een vrijstelling van € 600.000,00. Indien meer dan het vrijgestelde bedrag wordt geërfd is de langstlevende over de eerste € 118.000,00 10% erfbelasting verschuldigd. Over het meerdere bedraagt het tarief vervolgens 20%. Dus alleen indien de nalatenschap meer bedraagt dan € 600.000,00 is de langstlevende ouder erfbelasting verschuldigd.
De kinderen verkrijgen vooralsnog niets en dus zal de fiscus ter zake geen erfbelasting kunnen heffen.

Schijnoplossing?
Bij nalatenschappen van minder dan € 600.000,00 bewerkstelligt het tweetrapstestament dat bij het eerste overlijden geen erfbelasting verschuldigd is. Alleen in die situaties dat er praktisch geen liquide middelen voorhanden zijn, kan het tweetrapstestament de juiste oplossing zijn. In totaal zal echter altijd meer belasting betaald moeten worden.
Een ander nadeel van het tweetrapstestament ten opzichte van de wettelijke verdeling betreft echter de extra verplichtingen voor de langstlevende ouder ten opzichte van de kinderen. Op grond van de wet en de literatuur is de langstlevende ouder immers tijdens leven rekening en verantwoording verschuldigd over de omvang en de besteding van het nalatenschapsvermogen. Zeker in situaties waarbij de verhouding met een of meerdere kinderen niet optimaal is, kan dit voor grote problemen zorgen. Conclusie is dat het tweetrapstestament vaak vanuit praktisch én fiscaal oogpunt lang niet altijd de beste keuze is. In het algemeen zullen de voordelen niet opwegen tegen de nadelen.

Indien u of uw cliënt meer wenst te weten over de fiscale uitwerking van het huidige testament laat u dan tijdig adviseren! U kunt hiervoor contact opnemen met de sectie Familievermogensrecht.