Home / Publicaties / Nieuw klachtrecht voor accountants

Nieuw klachtrecht voor accountants

15/05/2009

Vanaf 1 mei 2009 is de regeling voor klachten over de dienstverlening door accountants ingrijpend gewijzigd. Zo is een Accountantskamer in het leven geroepen als onderdeel van de Rechtbank Zwolle-Lelystad, in plaats van de voormalige Raden van Tucht. Wat verandert er nu eigenlijk allemaal?

Achtergrond

De nieuwe regeling van het klachtrecht voor registeraccountants, accountant-administratieconsulenten en externe accountants (hierna gezamenlijk: “accountants”) maakt deel uit van de Wet  tuchtrechtspraak accountants (Wtra). De in de Wtra geïntroduceerde toezichtregeling is voor een belangrijk deel het gevolg geweest van de maatschappelijke onrust naar aanleiding van affaires als Enron en Ahold, waarbij accountants een belangrijke rol speelden.

Tegen die achtergrond is geoordeeld dat het "oude" klachtrecht, waarin de dienstverlening door accountants hoofdzakelijk door andere accountants werd beoordeeld, niet langer voldoende maatschappelijk draagvlak bood. De huidige regeling kent dan ook een andere opzet.

Kerntaken en overige taken accountants

Onder de nieuwe regeling is het van belang om onderscheid te maken tussen klachten over werkzaamheden die behoren tot de kerntaken van accountants en klachten over overige werkzaamheden van accountants.

Tot de kerntaken van accountants behoren:

  • werkzaamheden betreffende een opdracht tot beoordeling van een financiële verantwoording;
  • werkzaamheden betreffende een opdracht tot het verrichten van een vrijwillige controle, en
  • werkzaamheden waarbij inschakeling van een accountant-administratieconsulent of registeraccountant bij wet is voorgeschreven.

Alle overige werkzaamheden van accountants vallen in de categorie overige taken van de accountant.

Waarom is dit onderscheid van belang?

Klachten over werkzaamheden die kwalificeren als kerntaken, behoren tot de bevoegdheid van de hierna te behandelen Accountantskamer. Klachten over overige werkzaamheden dienen te worden voorgelegd aan de – eveneens hierna te behandelen – Klachtencommissie NIVRA-NOvAA (hierna: “de Klachtencommissie”).

Eventueel kunnen NIVRA en/of NOvAA naar aanleiding van een klachtbehandeling bij de Klachtencommissie overigens een klacht tegen een bepaalde accountant indienen bij de Accountantskamer.

Klachten over (de hoogte van) declaraties blijven de bevoegdheid van de Raden van Geschil of de civiele rechter.

Klachtencommissie NIVRA-NOvAA

Parallel aan de introductie van de Accountantskamer per 1 mei 2009 hebben de beroepsorganisaties NIVRA en NOvAA de Klachtencommissie ingesteld. Het lijkt de bedoeling dat klachten die niet uitsluitend betrekking hebben op kerntaken in eerste instantie worden gericht tot de Klachtencommissie. De Klachtencommissie oordeelt slechts of de klacht al dan niet gegrond is. Sancties staan haar niet ten dienste. Zoals gezegd kunnen de NIVRA en/of NOvAA echter wel sancties afdwingen via een procedure bij de Accountantskamer.

Accountantskamer

Sinds 1 mei 2009 is als onderdeel van de Rechtbank Zwolle-Lelystad de Accountantskamer actief. De Accountantskamer bestaat uit een voorzitter (rechter), maximaal acht leden (waarvan de helft rechter en de helft accountant of anderszins terzake deskundig), en een secretaris. De samenstelling, inrichting en bevoegdheden van de Accountantskamer zijn geregeld in de Wtra. Tegen de uitspraak van de Accountantskamer is, net als onder het “oude” klachtrecht, hoger beroep mogelijk bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven.

Procedure Accountantskamer

Bij de Accountantskamer gaat het dus uitsluitend om klachten die betrekking hebben op het beroepsmatige handelen van de accountant, en meer in het bijzonder om beroepsmatig handelen van de accountant in strijd met de gedrags- en beroepsregels en in strijd met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep.

In tegenstelling tot de Klachtencommissie heeft de Accountantskamer de bevoegdheid om sancties op te leggen, die kunnen bestaan uit een waarschuwing, een berisping, een geldboete van tenminste € 3,- en ten hoogste € 7.400,-, tijdelijke doorhaling voor ten hoogste één jaar van de inschrijving in het Accountantsregister en doorhaling van de inschrijving van de accountant in het register voor ten hoogste tien jaar.

Bijzonder aan de procedure bij de Accountantskamer is dat een klacht over een accountant ook kan worden ingediend door een niet-cliënt. Dat opent de mogelijkheid voor andere belanghebbenden zoals bijvoorbeeld brancheorganisaties om klachtprocedures bij de Accountantskamer te entameren.

De voorzitter van de Accountantskamer heeft de bevoegdheid om te oordelen dat een klacht kennelijk gegrond of ongegrond is en de zaak zonder zitting af te doen.

Het is de bedoeling dat de lijn van de bestaande jurisprudentie van de Raden van Tucht door de Accountantskamer zal worden voortgezet.

Conclusie

In de aanloop naar de introductie van de nieuwe regeling is allerwegen geroepen dat de kwaliteit van de rechtspraak ten opzichte van de Raden van Tucht niet significant verbeterd zal kunnen worden. Kwaliteitsverbetering is echter ook niet het uitgangspunt geweest van de regeling. De tijd zal leren of het doel van de vernieuwingen, herstel van het maatschappelijk vertrouwen in het toezicht op de accountancy, zal worden verwezenlijkt .