Home / Publicaties / De effecten van het regeerakkoord voor de agrarische...

De effecten van het regeerakkoord voor de agrarische sector

14/12/2012

Onlangs is het regeerakkoord van kabinet Rutte II verschenen. Hierna belichten wij in het kort de onderwerpen die van belang zijn voor de agrarische sector. Een complete opsomming vindt u in de bijlage.

1. Ecologische Hoofdstructuur

Op het gebied van natuur worden de meest bekritiseerde voorstellen en besluiten van de vorige regering teruggedraaid. Zo zal de Ecologische Hoofdstructuur, inclusief de verbindingszones, alsnog worden uitgevoerd.

Door vergroting van natuurgebieden, de ontwikkeling van nieuwe natuurgebieden en de aanleg van ecologische verbindingszones wordt een samenhangend netwerk gevormd: de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Deze EHS is nodig om gebieden die versnipperd zijn geraakt door de toename van intensief grondgebruik, bebouwing en infrastructuur, zo te verbinden dat planten- en diersoorten kunnen overleven.

De provincies worden vanaf 2014 verantwoordelijk voor de EHS. In het regeerakkoord is opgenomen dat de EHS inclusief verbindingszones uitgevoerd gaat worden om natuurgebieden beter te verbinden met het omringende agrarisch gebied. De eerder gestelde deadline van 2021 om hieraan te voldoen is losgelaten. Er zal meer tijd voor worden genomen, waarbij de prioriteit ligt bij het beheren en beschermen van de huidige natuur. In het licht van de bezuinigingen is dit onzes inziens een begrijpelijke en verstandige strategie.

In 2016 is een evaluatie gepland waarbij de effecten van planologische claims worden betrokken. Tegelijkertijd wil het kabinet € 200 miljoen uitgeven om bestaande natuurgebieden te beheren en beschermen.

Het voornemen om boeren en tuinders een fatsoenlijke beloning toe te kennen voor hun bijdragen aan het cultuurlandschap en de natuur is ook een positieve noot in het regeerakkoord. Daar waar de afgelopen kabinetsperiode de financiering van bijvoorbeeld bloemrijke akkerranden tot stilstand kwam, lijken zich nu weer nieuwe kansen voor te doen.

2. Plattelandswoningen

Romantisch wonen in het buitengebied? Per 1 januari 2013 wordt het mogelijk plattelandswoningen in het buitengebied toe te staan. Het wetsvoorstel plattelandswoningen dat door het vorige kabinet al was ingediend treedt dan in werking. Op grond daarvan kunnen gemeenten voormalige agrarische bedrijfswoningen bestemmen als plattelandswoning. Deze woningen krijgen daarmee een speciale status.

Plattelandswoningen zijn woningen die feitelijk als burgerwoning worden bestemd, maar die voor de wet als bedrijfswoning blijven gelden, waardoor de activiteiten van omliggende agrarische bedrijven niet worden belemmerd. Het komt regelmatig voor dat agrariërs hun (voormalige) boerderij verkopen aan iemand die niets met het agrarische bedrijf te maken heeft of om daar zelf te gaan wonen na de bedrijfsbeëindiging. Vaak is alleen het gebruik van de woning als agrarische bedrijfswoning toegestaan in het geldende bestemmingsplan. Met deze nieuwe wet wordt het mogelijk een boerderij te bewonen die geen deel meer uitmaakt van het boerenbedrijf. Tot nu toe stond de omzetting van een voormalige agrarische bedrijfswoning in een burgerwoning veelal in de weg aan uitbreiding van de agrarische activiteiten in de omgeving vanwege de geldende milieunormen voor onder andere stank en geluid, met mogelijke verpaupering van het platteland tot gevolg. De bewoners van een plattelandswoning worden dus niet beschermd tegen de milieugevolgen van het bijbehorend boerenbedrijf. Betwijfeld moet daarom worden of wonen op het platteland zo romantisch is als het begrip ‘plattelandswoning’ doet vermoeden.

De wet plattelandswoning regelt enerzijds dat de milieunormen die van toepassing zijn op een bedrijfswoning bij een boerderij ook (blijven) gelden wanneer deze agrarische woning wordt afgesplitst van de boerderij. Voor nabijgelegen bedrijven vindt dus geen aanscherping van de milieueisen plaats zoals normaal gesproken bij burgerwoningen. Voor door burgers bewoonde plattelandswoningen gelden dus dezelfde eisen voor luchtkwaliteit en geluid als voor boerenwoningen.

Daarnaast biedt de nieuwe wet de mogelijkheid aan gemeenten om in bestemmingsplannen de bestaande knelpunten op te lossen en om vooruitlopend op toekomstige ontwikkelingen te bepalen dat een agrarische bedrijfswoning door derden mag worden bewoond, zonder dat de nabijgelegen boerderij hierdoor (verder) wordt belemmerd. Daarbij dient de karakteristiek en de ontwikkeling van het platteland, de cultuurhistorische waarde van de bebouwing en van het landschap, de leefbaarheid van het platteland en de gezondheidsaspecten onder andere te worden betrokken. Gemeenten kunnen plattelandswoningen toestaan door deze als zodanig te bestemmen of door het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan dan wel door een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bestemmingsplan. Door een paraplubestemmingsplan vast te stellen kan de gemeente dit voor het gehele buitengebied binnen de gemeente regelen.

Door voormalige agrarische bedrijfswoningen de status van plattelandswoning te geven, wordt het makkelijker om deze door derden te laten bewonen, zonder het risico van klachten en bezwaren tegen een milieuvergunning voor nabijgelegen agrarische bedrijven. De nieuwe wet biedt daarmee een nieuwe impuls aan de ontwikkeling van het platteland.

3. Landbouw en Water(schappen)

“Nederland leeft met water” wordt met zoveel woorden in het regeerakkoord vermeld. Benadrukt wordt dat de zorg voor waterbeheer en waterkwaliteit altijd een essentiële overheidstaak zal blijven. Dat de overheid zoveel belang hecht aan de zorg voor waterbeheer is niet verwonderlijk, gelet op de ligging van Nederland. Zoals de naam van ons land zelf al aangeeft, is Nederland laaggelegen. Een deel van Nederland bevindt zich beneden de waterspiegel N.A.P. en een deel ligt in de delta van een aantal grote rivieren.

De zorg voor waterbeheer is als sociaal grondrecht neergelegd in artikel 21 van de Grondwet. Daarin wordt bepaald dat de zorg van de overheid zich richt op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu. De zorg van de overheid ziet onder andere op veiligheid zoals het voorkomen en beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, en op waterkwaliteit. De waterschappen hebben een belangrijke taak in het kader van waterbeheer. Onderdeel van die taak is het zoveel mogelijk voorkomen van wateroverlast. Tot hoever de aansprakelijkheid en zorgplicht van een waterschap reikt bij schade als gevolg van wateroverlast, wordt onder meer bepaald aan de hand van het Burgerlijk Wetboek (artikel 6:162), de Waterwet, de Waterschapswet en de rechtspraak die zich daarover heeft ontwikkeld.

Water(beheer) is voor de landbouw van groot belang. Daarom bestaat een sterke band tussen de waterschappen en de landbouw. Landbouw is via de zogenaamde geborgde zetels vertegenwoordigd in ieder waterschap. Het regeerakkoord brengt daar geen wijziging in. Het regeerakkoord vermeldt op pagina 39 onder andere dat het instandhouden van de bestaande infrastructuur voor waterveiligheid prioriteit krijgt bij het waterbeleid. In het hoofdstuk ‘Bestuur’ wordt aangegeven dat de waterschapsverkiezingen gecombineerd zullen gaan worden met de verkiezing voor de provinciale staten (in plaats van in combinatie met de gemeenteraden). Verwacht wordt dat dat de opkomst zal bevorderen. Dat betekent overigens dat er pas waterschapsverkiezingen zullen worden gehouden in 2015, zodat de huidige besturen wat langer zullen aanblijven.

Minder goed nieuws is dat het nieuwe kabinet op de lange termijn de waterschappen uit de Grondwet wil verwijderen. De taken worden dan overgenomen door vijf nieuwe ‘landsdelen’ die de plaats moeten innemen van de huidige provincies. Voor die tijd moet er een opschaling plaatsvinden tot tien á twaalf waterschappen. De waterschappen hebben aangegeven dat zij niet blij zijn met deze plannen; onder andere wordt gevreesd dat een te grote afstand gaat ontstaan tot de burgers. De tijd zal leren of deze plannen daadwerkelijk tot uitvoering zullen komen.

4. Slot

Mocht u nog vragen hebben over het bovenstaande of andere vragen met betrekking tot het agrarisch recht, schroom niet om contact met ons op te nemen met het specialistenteam Agrarisch Sector.

Publicaties
Regeerakkoord van kabinet Rutte II
Downloaden
PDF 80,6 kB

Auteurs

Marjolein Pesch
Luurt Wildeboer