Home / Publicaties / CMS IP/TMC update december 2020

CMS IP/TMC update december 2020

08/12/2020

De continue ontwikkeling op het gebied van IP & TMT gaat gepaard met een toenemende rol van technologie, een continu verschuiving van de offline naar de online wereld en de bijbehorende veranderende regelgeving. Nieuwe mediawetgeving ziet onder meer op aanvullende regulering van streamingdiensten zoals Netflix en videoplatformen zoals Youtube. Op kansspelgebied worden meer en meer beleidsregels ontworpen met oog op de aanstaande openstelling van het ‘online gambling’. Op privacy gebied blijft men discussiëren over de doorgifte van persoonsgegevens naar derde landen, zoals de VS. Dit zijn maar een paar van de springende thema’s die spelen.

Om u te helpen voorop te blijven lopen, brengen wij daarom een maandelijkse newsflash met de laatste gerechtelijke uitspraken, informatie afkomstig van de autoriteiten en relevante achtergrond artikelen. Om navigeren zo eenvoudig mogelijk te maken, hebben we de informatie opgesplitst en per thema / rechtsgebied kopjes gemaakt met een overzicht. Klik hieronder op het voor u relevante overzicht en blijf op de hoogte van deze cruciale ontwikkelingen.

Consumentenrecht

Regelgeving

Implementatiewetsvoorstel richtlijn modernisering consumentenbescherming

Met dit wetsvoorstel wordt de Richtlijn (EU) 2019/2161 wat betreft betere handhaving en modernisering van de regels voor consumentenbescherming in de Unie geïmplementeerd. Deze richtlijn beoogt een betere handhaving van consumentenregels. Daarnaast worden deze regels gemoderniseerd zodat zij beter geschikt zijn voor nieuwe, met name digitale, ontwikkelingen.

Internetconsultatie, 22 oktober 2020

Intellectuele eigendomsrechten

Jurisprudentie

Hof van Justitie EU 28 oktober 2020, zaak C-637/19 (BY tegen CX)

„Prejudiciële verwijzing – Auteursrecht en naburige rechten – Richtlijn 2001/29/EG – Informatiemaatschappij – Harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten – Artikel 3, lid 1 – Mededeling aan het publiek – Begrip ,publiek’ – Elektronische overlegging aan een rechter van een beschermd werk als bewijsstuk in een gerechtelijke procedure”
Artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij moet aldus worden uitgelegd dat het in deze bepaling gebezigde begrip „mededeling aan het publiek” zich niet uitstrekt tot het geval waarin een beschermd werk langs elektronische weg aan een rechter wordt overgelegd als bewijsstuk in een gerechtelijke procedure tussen particulieren.

Hof van Justitie EU 22 oktober 2020, gevoegde zaken C 720/18 en C 721/18 (Ferrari tegen DU)

„Prejudiciële verwijzing – Harmonisatie van de wetgevingen – Merken – Richtlijn 2008/95/EG – Artikel 12, lid 1 – Normaal gebruik van een merk – Bewijslast – Artikel 13 – Bewijs van het gebruik‚ voor een deel van de waren of diensten’ – Merk ter aanduiding van een automodel waarvan de productie is gestopt – Gebruik van het merk voor de onderdelen en voor de diensten die betrekking hebben op dit model – Gebruik van het merk voor tweedehandsauto’s – Artikel 351 VWEU – Verdrag tussen de Bondsrepubliek Duitsland en de Zwitserse Bondsstaat – Wederzijdse bescherming van octrooien, merken, tekeningen en modellen”
Het Hof verklaart voor recht:

  • Artikel 12, lid 1, en artikel 13 van richtlijn 2008/95/EG betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten moeten aldus worden uitgelegd dat een merk dat is ingeschreven voor een categorie van waren en onderdelen daarvan, „normaal is gebruikt” in de zin van voornoemd artikel 12, lid 1, voor alle waren die tot deze categorie behoren en de onderdelen daarvan wanneer slechts sprake is van een dergelijk gebruik voor bepaalde van deze waren, zoals dure luxesportauto's, of enkel voor de onderdelen of accessoires van bepaalde van deze waren, tenzij uit de relevante feiten en bewijzen blijkt dat de consument die dezelfde waren wenst te kopen, deze opvat als een zelfstandige subcategorie van de warencategorie waarvoor het betrokken merk is ingeschreven.
  • Artikel 12, lid 1, van richtlijn 2008/95 moet aldus worden uitgelegd dat van een merk een normaal gebruik kan worden gemaakt door de houder ervan wanneer deze tweedehands waren verkoopt die onder dit merk in de handel zijn gebracht.
  • Artikel 12, lid 1, van richtlijn 2008/95 moet aldus worden uitgelegd dat van een merk een normaal gebruik wordt gemaakt door de houder ervan wanneer deze bepaalde diensten verricht die betrekking hebben op de onder dat merk reeds verkochte waren, op voorwaarde dat deze diensten onder dat merk worden verricht.
  • Artikel 12, lid 1, van richtlijn 2008/95 moet aldus worden uitgelegd dat de bewijslast voor het feit dat een merk „normaal is gebruikt” in de zin van deze bepaling, op de houder van dat merk rust.

Hof Den Haag 20 oktober 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:2050 (Stichting WOW tegen WOW Lijnbaan)

IE, merkenrecht en handelsnaamrecht, relevant publiek, overeenstemming, onderscheidend vermogen, verwarringsgevaar.

IT-recht

Jurisprudentie

Ktr. Rechtbank Gelderland 7 oktober 2020, IT 3284 (Willemsen ICT tegen Beat IT) 

Koop Licenties. Dwaling. Willemsen ICT houdt zich bezig met ICT-dienstverlening voor bedrijven. Beat It exploiteert een webshop waarop software wordt aangeboden. Willemsen ICT heeft bij Beat It 70 Microsoft licenties gekocht voor een totaalbedrag van € 19.940,80. Uiteindelijk blijkt dat Beat IT tweedehands softwarelicenties heeft geleverd. ¬Willemsen ICT vordert vernietiging van de overeenkomst en terugbetaling van het door Willemsen ICT betaalde bedrag aan licenties. Aan de vorderingen legt Willemsen ICT ten grondslag dat zij heeft gedwaald bij het aangaan van de overeenkomst. Partijen twisten over de vraag of Willemsen ICT ten tijde van de koop van de licenties een onjuiste voorstelling van zaken had met betrekking tot de staat daarvan. Willemsen ICT mocht er in beginsel van uitgaan dat zij nieuwe licenties kreeg aangeboden. Anders dan Beat It betoogt, is het verschil van 10% tussen de verkoopprijs en de nieuwprijs van de licenties niet dusdanig dat Willemsen ICT daaruit moest afleiden dat het om gebruikte producten ging. De mededelingsplicht gaat boven een onderzoeksplicht. Het beroep op dwaling slaagt. De vordering tot vernietiging van de overeenkomst en tot terugbetaling van de koopsom wordt derhalve toegewezen. 

Kansspelrecht

Regelgeving

Concept Beleidsregels Koa & Modelvergunning gepubliceerd door de KSA

Zodra de Wet kansspelen op afstand in werking treedt, waarschijnlijk per 1 maart 2021, neemt de Kansspelautoriteit vergunningsaanvragen voor online kansspelen in behandeling. De publicatie van beide conceptversies stelt potentiële aanvragers in staat om zich voor te bereiden op de vergunningsaanvraag. Zodra de lagere regelgeving definitief is, zal de Kansspelautoriteit de definitieve Beleidsregels Koa en Modelvergunning Koa publiceren. Naar verwachting is dit half januari 2021.
Op 30 september 2020 heeft de Kansspelautoriteit op haar website een overzicht gepubliceerd met benodigde documenten voor een Koa-aanvraag. Medio november 2020 zal de Kansspelautoriteit dat overzicht actualiseren. Naast de Beleidsregels Koa zijn ook het keuringsschema en de Beleidsregels verantwoord spelen relevant voor de voorbereiding van een Koa-aanvraag.

KSA, 30 oktober 2020

Jurisprudentie

Rechtbank Den Haag 15 oktober 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:10428 (Electronic Arts tegen KSA)

De Kansspelautoriteit (Ksa) heeft Electronic Arts Inc. en Electronic Arts Swiss Sàrl ieder een last onder dwangsom opgelegd met een maximum van 5 miljoen euro vanwege het overtreden van de Wet op de kansspelen met ‘Packs’ in het spel Fifa. De last werd in 2019 opgelegd. De rechtbank Den Haag stelde de Ksa in het gelijk in deze zaak. De lasten onder dwangsom werden door de Ksa opgelegd omdat in het populaire voetbalspel Fifa illegale zogenoemde loot boxes zitten. Dat zijn een soort schatkistjes. In de loot boxes van Fifa zitten bijvoorbeeld voetbalspelers die het elftal waarmee het spel wordt gespeeld, beter kunnen maken. Er is geen invloed uit te oefenen op welke spelers er uit de loot box komen. Omdat spelers soms een hoge waarde hebben en er tevens de mogelijkheid is spelers te verhandelen, is er sprake van een overtreding van de Wet op de kansspelen. Volgens de Nederlandse wet mag een kansspel waarmee een prijs of premie te winnen is, alleen worden aangeboden als daar een vergunning voor is verleend.

Mediarecht

Regelgeving

Gewijzigde Mediawet van kracht

Per 1 november 2020 is de Mediawet gewijzigd vanwege de implementatie van de herziene Europese Richtlijn audiovisuele mediadiensten.
De herziening was nodig omdat de traditionele scheidslijn tussen lineaire mediadiensten (zoals publieke omroepen en commerciële zenders) en mediadiensten op aanvraag (on-demand, zoals Netflix) steeds meer is vervaagd. Daarnaast kijken we ook meer via videoplatforms (zoals YouTube). De wetswijziging zorgt ervoor dat de regulering van al deze diensten dichter bij elkaar wordt gebracht.
Regels grotendeels gelijkgetrokken
In de gewijzigde Mediawet zijn de regels voor lineaire mediadiensten en mediadiensten op aanvraag grotendeels gelijkgetrokken. Het gaat daarbij onder meer om regels voor het herkenbaar maken van reclame, sponsoring en productplaatsing, en de verplichting om aangesloten te zijn bij het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) en om de regels van Kijkwijzer toe te passen, zoals het vermelden van leeftijden en pictogrammen.
Een belangrijke wijziging is dat videoplatformdiensten zich nu ook aan de Mediawet moeten houden. Videoplatformdiensten zijn, anders dan lineaire mediadiensten en mediadiensten op aanvraag, niet redactioneel verantwoordelijk voor de video’s die op het platform worden aangeboden. In de Mediawet staat dat zij wel passende maatregelen moeten treffen om ervoor te zorgen dat het voor gebruikers van het platform duidelijk is als reclame, sponsoring of productplaatsing in een video aanwezig is.
Tot slot volgt uit de herziene Europese Richtlijn en de gewijzigde Mediawet dat ook kanalen op videoplatformdiensten een mediadienst op aanvraag kunnen zijn. Voor de aanbieders van deze kanalen gaan dezelfde verplichtingen gelden als voor bestaande mediadiensten op aanvraag. Een overzicht van alle regels die dan gelden, is te vinden op een infosheet op onze website

Commissariaat voor de Media, 2 november 2020

Wetsvoorstel investeringsverplichting voor het Nederlands cultureel audiovisueel product

Consultatie van een wetsvoorstel waarmee een investeringsverplichting wordt opgelegd aan de landelijke publieke mediadienst, aanbieders van audiovisuele mediadiensten op aanvraag, en aanbieders van bioscoopdiensten, in het Nederlands cultureel audiovisueel product.
De investeringsverplichting heeft als doel om Nederlands aanbod te stimuleren. De investeringsverplichting ziet daarom op media-aanbod dat kwalificeert als Nederlands cultureel audiovisueel product. Hieronder worden producties verstaan in de vorm van films, series en documentaires. 

Concept regeling

Internetconsultatie, 29 oktober 2020

Jurisprudentie

Rechtbank Amsterdam 9 november 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:5578 (Eiser tegen RTL)

Kort geding, onrechtmatige perspublicatie.
Eiser vraagt een verbod voor gedaagde om een aflevering van het programma ‘Zeeman confronteert: stalkers’ uit te zenden. Hij wordt in dat programma gepresenteerd als stalker van zijn ex-vriendin terwijl hij nog niet strafrechtelijk is veroordeeld. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de publicatie voldoende steun vindt in de feiten en dat gelet op de maatregelen die gedaagde heeft genomen om de privacy van eiser te waarborgen, het recht op vrijheid van meningsuiting van gedaagde in dit geval zwaarder weegt dan het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van eiser. Wel wordt gedaagde veroordeeld om naast de al getroffen maatregelen om eiser onherkenbaar in beeld te brengen, ervoor te zorgen dat zijn stem niet herkenbaar te horen zal zijn.

Privacyrecht

Regelgeving

Aanbevelingen EDPB voor doorgifte persoonsgegevens na Schrems II-uitspraak

De European Data Protection Board (EDPB) heeft aanbevelingen opgesteld voor de doorgifte van persoonsgegevens naar derde landen. Dat zijn landen waar persoonsgegevens minder goed beschermd zijn dan in de EU. De EDPB wil het bedrijfsleven hiermee meer duidelijkheid geven, nadat het Europese Hof van Justitie het EU-VS Privacy Shield ongeldig verklaarde.
In juli concludeerde de hoogste Europese rechter in de Schrems II-uitspraak dat de bescherming van persoonsgegevens in de VS ernstig tekortschiet, ondanks het Privacy Shield. Dat waren de afspraken tussen de EU en de VS op basis waarvan bedrijven persoonsgegevens vanuit de EU mochten doorgeven aan de VS. Met de uitspraak zette het Hof een streep door het Privacy Shield.
Alleen als organisaties kunnen waarborgen dat gegevens net zo goed beschermd worden als in de EU, mogen zij nog persoonsgegevens doorgeven aan de VS. En aan andere landen waarmee de EU geen (geldige) afspraken heeft over bescherming van persoonsgegevens.

AP, 11 november 2020

Jurisprudentie

HvJ EU 11 november 2020, zaak C 61/19 (Orange România)

„Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 95/46/EG – Artikel 2, onder h), en artikel 7, onder a) – Verordening (EU) 2016/679 – Artikel 4, lid 11, en artikel 6, lid 1, onder a) – Verwerking van persoonsgegevens en bescherming van de persoonlijke levenssfeer Verzamelen en bewaren van kopieën van identiteitsbewijzen door een aanbieder van mobieletelecommunicatiediensten Begrip ‚toestemming’ van de betrokkene – Vrije, specifieke en op informatie berustende wilsuiting – Verlenen van toestemming door een vakje aan te vinken Ondertekening van de overeenkomst door de betrokkene – Bewijslast”
De bewijslast voor het feit dat iemand op geldige wijze toestemming heeft gegeven voor de gegevensverwerking rust op de verwerkingsverantwoordelijke. De toestemming van een klant kan niet worden aangetoond door middel van een overeenkomst waarbij het vakje voor de toestemming voor de gegevensverwerking van te voren al is aangevinkt door de verkoper. Dat is het antwoord van het EU-Hof op vragen van een Roemeense rechter.

Hof Amsterdam 17 november 2020, C/14/251636 HA ZA 16-763 (Gemeente Alkmaar c.s. tegen Zorgvervoercentrale Nederland c.s.) 

Privacyrecht. Onrechtmatige publicatie. In eerste aanleg is beslist dat de gemeenten aansprakelijk zijn voor de schade die door ZCN c.s. is geleden als gevolg van het onrechtmatig publiceren van een bestand van ZCN c.s. In dit bestand stonden persoonsgegevens van klanten van ZCN c.s. In hoger beroep wordt bevestigd dat ZCN c.s. niet rechtstreeks rechten kunnen ontlenen aan de Wbp met betrekking tot de persoonsgegevens van hun klanten. Wel kwalificeert schending van de Wbp als een schending van een ongeschreven zorgvuldigheidsnorm in de zin van art. 6:162 BW.  

Rechtbank Midden-Nederland 23 november 2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:5111 (VoetbalTV tegen AP)

VoetbalTV is een platform op internet waarop amateurvoetbalwedstrijden worden uitgezonden. Verweerder vindt dat eiseres voor het maken van opnames en het uitzenden van voetbalwedstrijden geen geldige grondslag heeft en zij verwerkt daarmee dus onrechtmatig persoonsgegevens. Volgens verweerder maakt eiseres door de opnames inbreuk op de privacy een groot aantal betrokkenen, onder wie veel minderjarige voetballers en rechtvaardigt dit een boete van € 575.000,-.
Eiseres stelt dat het opnemen en uitzenden van de wedstrijden valt onder de journalistieke exceptie. De rechtbank oordeelt dat dit niet het geval is, omdat de beelden te weinig nieuwswaarde bevatten. Eiseres stelt verder dat zij een gerechtvaardigd belang heeft om persoonsgegevens te verwerken, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, aanhef en onder f, van de AVG. Verweerder vindt dat niet. Hij stelt dat het te gelde maken van persoonsgegevens nooit een gerechtvaardigd belang kan opleveren. De rechtbank volgt verweerder hierin echter niet. Dat eiseres een commercieel belang heeft, betekent niet zonder meer dat zij geen gerechtvaardigd belang kan hebben. Het op voorhand uitsluiten van een bepaald belang als gerechtvaardigd belang, is in strijd met de Europese rechtspraak. Verweerder moet een onderzoek doen naar de belangen van eiseres en vervolgens een afweging maken of zij door het uitzenden van de amateurvoetbalwedstrijden de privacy van betrokkenen ontoelaatbaar schendt. De manier waarop verweerder deze toetsing moet uitvoeren volgt uit de in de uitspraak genoemde arresten van het Hof van Justitie.

Reclamerecht

Regelgeving

Nieuwe Reclamecode voor Alcoholvrij en Alcoholarm Bier

Donderdag 15 oktober is de Reclamecode voor Alcoholvrij en Alcoholarm Bier (RvAAB) in werking getreden. In de code is o.a. vastgelegd dat reclame voor alcoholvrij en -arm bier niet gericht mag worden op jongeren onder de 18 jaar en dat reclame voor alcoholarm bier niet gericht mag worden op zwangere vrouwen en op actieve verkeersdeelname. Met het opstellen van de RvAAB is één van de afspraken die Nederlandse Brouwers en STIVA (Stichting Verantwoorde Alcoholconsumptie) maakten in het kader van het Nationaal Preventieakkoord, afgerond. 
De volledige code staat hier.

Stichting Reclame Code, 15 oktober 2020

Telecomrecht

Regelgeving

Wijziging Frequentiebesluit 2013 ter bescherming van de volksgezondheid tegen radiofrequente elektromagnetische velden

Met het vaststellen van landelijke regels is beoogd de verdere uitrol van mobiele netwerken zo goed mogelijk te faciliteren binnen duidelijke kaders voor volksgezondheid, leefmilieu en veiligheid. Dit zorgt voor zekerheid bij burgers dat de elektromagnetische velden binnen de limieten blijven, ook als er meerdere antennes zijn of komen in hun directe omgeving. De Gezondheidsraad heeft in zijn advies aanbevolen de nieuwste ICNIRP-richtlijnen te gebruiken als basis voor het blootstellingsbeleid.
Er zijn geen gevolgen voor burgers en het milieu aangezien de regels worden gesteld ter bescherming van de volksgezondheid en het milieu.
De mobiele telecomoperators dienen op basis van de huidige regels (Antenneconvenant) al te voldoen aan de limieten. Dit besluit zorgt daarom niet voor een lastenverzwaring. Agentschap Telecom houdt hier toezicht op en doet metingen door het gehele land om te controleren of de limieten niet worden overschreden.

Concept regeling Wijziging Frequentiebesluit 2013 ivm vaststellen landelijke regels voor EMV

Internetconsultatie, 20 november 2020

Regeling veiligheid en integriteit telecommunicatie

Deze regeling bevat nadere regels over de door mobiele netwerkoperators te treffen beveiligingsmaatregelen (artikel 11a.1, eerste en vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 2, eerste lid, van het Besluit veiligheid en integriteit telecommunicatie). Er zijn 19 organisatorische en technische beveiligingsmaatregelen in deze regeling opgenomen.
De in deze regeling opgenomen beveiligingsmaatregelen betekent een aanscherping van de zorgplicht zoals geformuleerd in artikel 11a.1, eerste lid. Deze maatregelen beogen de digitale weerbaarheid van de telecommunicatienetwerken te verhogen.

Concept regeling veiligheid en integriteit telecommunicatie

Internetconsultatie, 9 november 2011

 

Auteurs

Portret vanRogier Vrey
Rogier de Vrey
Partner
Amsterdam
Portret vanDolf Segaar
Dolf Segaar